Wetenschapsforum

Hallo allemaal,

Ik ben net nieuw op de wetenschapsforum, maar ik heb een vraag waar ik niet helemaal uit kom. Ik ben momenteel bezig met het bestuderen van het ECG en het prinicipe grofweg snap ik. Ik heb een specifieke vraag ten aanzien van het potentiaal extracelluair van één myocyt.

Stel, je hebt een voltmeter, die heeft een pluspool en minpool. Aan de pluspool is er een afleiding met elektrode die het potentiaal extracellulair meet bij een myocyt. Extracellulair definieer hier ik hierbij net buiten het membraan van de myocyt.

Nu zijn er 3 gevallen, waarbij de minpool met elektrode wordt aangesloten:

A) extracellulair bij dezelfde myocyt, net op een andere plek buiten het membraan;

B) extracellulair bij een cel in je hand bijvoorbeeld;

C) de afleiding van de minpool is geaard (per definitie dus 0 V).

Je maakt met de voltmeter een extracellulair elektrogram.

In rust (bij beide polen is er dus geen actiepotentiaal) stel je bij elk geval de voltmeter op '0 V' (ijken).

Hierna gebeurt er het volgende: er onstaat alléén in de myocyt (bij pluspool) alléén een depolarisatie. Repolarisatie volgt dus niet. Mijn vraag is dan hierbij:

- Krijg je bij geval B) en C) na de depolarisatie op de voltmeter een blijvend potentiaalverschil te zien? Er gaan immers natriumionen bij de myocyt naar buiten waardoor je daar meer positieve lading zou krijgen t.o.v. van de minpool waar niks is gebeurd. Dus een andere uitslag op de voltmeter na vóór depolarisatie.

- Als het bovenstaande klopt, dan zou je bij A) na de depolarisatie ook 0 V krijgen op het elektrogram, omdat de twee elektrodes (van pluspool en minpool) op dezelfde plek meten bij de myocyt?

Klopt het dus wat ik zeg, of zit het anders in elkaar?

Heel erg bedankt voor de moeite, maar voor mij is het essentieel te weten hoe een voltmeter - en daarmee ook een ECG - werkt, in ieder geval op unicellulair niveau.

Vriendeljke groet,

Bart