Laatst hebben we bij esthetica de in de titel vernoemde film bekeken, en hebben we een taak daarover gekregen, met uiterst moeilijke vragen, waarin termen voorkomen die je nog nooit tegenkwam, en waarvan je leerkracht ze niet wil uitleggen
Dit is dus vooral voor zij die de film/het schilderij van Vermeer hebben gezien.
Hier zijn de vragen waar ik echt geen weg mee weet:
-De schilderijen uit de barok kenmerken zich door het gebruik van uitgesproken licht/doonker contrast. Voor de barokschilder is het gebruik van kleuren die het wit en zwart benaderen het sterkste expressiemiddel. Ook in de film komt dit op verschillende manieren tot uiting. Leg uit en geef voorbeelden:
a) Wat de cadrage betreft.
b) Wat het grbeuik van schaduw en lichteffecten betreft.
-De schoonmoeder van Vermeer is altijd in het zwart gekleed. Zwart heeft een afstandelijk effect en verleent haar waardigheid en ongenaakbaarheid. In de schilderkunst van die tijd hangt er nog een connotatie vast aan de kleur zwart. Welke? Denk hierbij bijvoorbeeld aan de tegenstelling tussen de godsdiensten in het toenmalige (17e eeuw) Holland.
-De regisseur gebruikte in de film onder meer het complementair contrast rood/groen. Dit leidt tot een sterke expressieve waarde van bepaalde scènes. Hoe komt dat? Geef ook een paar voorbeelden van dergelijke scènes.
Zo, dat waren de vragen waarbij ik nog geen woord kan invullen...Sorry
Ik hoop dat er iemand me kan helpen
Bedankt.
-S.
