"Beschouw het niet-homogeen stelsel
AX = \( \begin{pmatrix} 4 \\ 8 \\ 12 \\ 12 \end{pmatrix} \)
in onbekenden (X ∈ R
3 x 1). Bespreek de oplosbaarheid van dit stelsel: heeft het stelsel geen, één of oneindig veel oplossingen ? Het is niet toegestaan hiervoor het stelsel op te lossen! Deze vraag moet beantwoord worden door uitsluitend resultaten i.v.m. vectorruimten te gebruiken."[/i]
Ik dacht dit als volgt te beargumenteren:
We weten dat rang (A) ≤ 3 en dat rang (A | B) ≤ 4.
1) Als rang (A) < rang (A | B) dan heeft het stelsel
geen oplossing.
2) Als rang (A) = rang (A | B) dan heeft het stelsel o
neindig veel oplossingen. Want aangezien de rang (A) ≤ 3, heb ik sowieso 1 rij met enkel nullen. Hierdoor zal de det (A) = 0. Waaruit volgt dat deze niet inverteerbaar is en dus geen unieke oplossing zal hebben.
Klopt dit of mis ik nog iets ?
The ideas of economists and political philosophers, both when they are right and when they are wrong, are more powerful than is commonly understood. Indeed the world is ruled by little else. Quote : John Maynard Keynes