de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

Moderator: physicalattraction

Berichten: 37

de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

In 1905 heeft Einstein de zogenaamde Speciale Relativiteitstheorie (SRT) ontwikkeld. Decennia lang werd deze theorie als dermate esoterisch beschouwd, dat “gezegd” werd dat, wereldwijd, slechts een paar uiterst intelligente wetenschappers deze theorie konden bevatten. Die kwalificatie heeft mij altijd geïntrigeerd, vanaf de tijd dat ik naar de HBS ging, waar ik voor het eerst hiervan kennis nam, tot en met de Technische Universiteit daarna.

Nog eens zo’n 10 jaar later, in de jaren ‘80, kon ik mijn nieuwsgierigheid niet langer bedwingen. Ik heb een kopie van het artikel, zoals Einstein dat destijds had geschreven, ter hand genomen. (Ter informatie: ik val, binnen de categorie academici, qua intelligentie in de subcategorie “grijze muis”. Met andere woorden: ik behoor allesbehalve tot de eerder genoemde uiterst intelligenten.) De eerste 5 á 10 bladzijden daarvan heb ik ‘tig’ keer gelezen en getracht te begrijpen. Maar dat lukte niet. Er werden stappen in genomen die ik niet kon volgen. Dat kan twee redenen hebben: óf ik ben, inderdaad, niet intelligent genoeg om ze te begrijpen, óf de door Einstein genomen stappen zijn onjuist. Preciezer gezegd: niet in overeenstemming met de heersende afspraken binnen de wis- en natuurkunde. De laatstgenoemde reden hardop zeggen staat gelijk met bijvoorbeeld luidkeels en hard vloeken in een kerk vol streng gelovigen. Na het nodige wikken en wegen heb ik toch besloten de weg van de meeste weerstand te kiezen: stapje voor stapje aangeven waar ik vind dat Einstein zich niet aan de heersende afspraken houdt, soms zelfs aantoonbaar fouten maakt. Mijn conclusie was: er deugt niets van die theorie! Toen ik aan deze exercitie begon wist ik dat, als dit de conclusie zou worden, ik voor het volgende probleem geplaatst zou worden: wat deugt er dan niet aan al die experimenten, waarvan de afzonderlijke auteurs claimen dat die de juistheid van de theorie bewijzen? Vijf van dergelijke experimenten, van onderling uiteenlopende soort, heb ik toen onderzocht en mijn conclusie was dat geen van die vijf een dergelijk bewijs hard maakt. Na lang aandringen heb ik een hoogleraar bereid gevonden een half uur met mij van gedachten te wisselen over mijn bevindingen. Dat het arrangeren van zo’n gesprek zoveel moeite kost kan duidelijk worden gemaakt aan de hand van de volgende vergelijking: stel ik was er van overtuigd geraakt dat de wereld geen bal, maar een pannekoek is en ik vraag een hoogleraar om over mijn bevindingen te discussiëren!

In dat gesprek heeft de hoogleraar een eigenschap van licht aangehaald, waarvan ik me alleen nog kan herinneren dat ik er niets van begreep. Maar er sprong wel een vonk over: Einstein heeft zijn theorie gebaseerd op een veronderstelde eigenschap van licht die ik tot op dat moment klakkeloos had overgenomen. Beter gezegd: niet bij had stil gestaan om die nader op zijn merites te beoordelen. Zo eenvoudig mogelijk geformuleerd komt die eigenschap hier op neer: de snelheid waarmee licht zich voortplant ten opzichte van een referentie hangt niet af van de snelheid van die referentie. In Jip en Janneke taal geformuleerd: als het licht een auto zou zijn, die met bijvoorbeeld een snelheid van 100 km/uur over de weg rijdt (de weg is hier de referentie), dan zou de snelheid van die auto ook 100 km/uur zijn ten opzichte van een auto die met 100 km/uur deze tegemoet komt. Iedereen weet dat die onderlinge snelheid dan 200 km/uur is (de tegemoetkomende auto is nu de referentie). Einstein zijn formulering van die vermeende eigenschap is zodanig dat het magische er van niet meteen tot de lezer doordringt, blijkt. Bovendien heeft hij geen woord motivatie aan die veronderstelling besteed. Omdat die lichtsnelheid zo ontzettend groot is, zeven keer de wereld rond in één seconde, is het tot op heden nog steeds ondoenlijk om de (on)juistheid van deze eigenschap direct te bewijzen door middel van een meting. Maar dat hoeft ook niet. Er is m.i. namelijk geen enkele reden aan te voeren dat licht deze magische eigenschap zou moeten hebben. Licht heeft die (grote) snelheid uitsluitend ten opzichte van zijn bron en uiteraard alles wat stil staat ten opzichte van die bron. Alle natuurkundige theorieën die daarna op basis van die door Einstein veronderstelde eigenschap van licht zijn ontwikkeld, worden nu onder de categorie moderne natuurkunde geschakeerd.

Bouwend op die eigenschap van licht heeft Einstein zijn SRT ontwikkeld, waarin niets meer zinnig is in termen van de klassieke / gewone natuurkunde . Bijvoorbeeld: een klok met een constante snelheid ten opzichte van een andere klok, tikt een andere tijd weg dan de stilstaande klok, of: van een steentje met een constante snelheid is de massa toegenomen (lees voor het begrip eventueel ‘gewicht’). Deze consequenties van de SRT zijn opvallend in strijd met een andere fundamentele veronderstelling die door geen enkele natuurkundige wordt bestreden en die Einstein ook nadrukkelijk als tweede hypothese aan de basis van zijn SRT heeft gelegd: in alle systemen met een constante snelheid zijn de natuurkundige wetten hetzelfde. Dus dan kan bovengenoemde klok zeker niet een andere tijd wegtikken dan een stilstaande en kan de massa, van welk object dan ook, zeker niet zijn toegenomen bij een constante snelheid. Alleen al een dergelijk tegenstrijdigheid zou voldoende moeten zijn om de SRT te verwerpen, zou je denken.

De (anti)climax van de SRT is de alom bekende formule E=mc2. De m daarin is de massa van bijvoorbeeld genoemd steentje en c is de snelheid van licht. Vanwege die grote waarde van c leidt die formule tot de constatering dat zo’n steentje van één gram zoveel energie (de letter E staat voor energie) “in zich heeft” (deskundigen spreken van ‘rustenergie’), dat die bijvoorbeeld gelijk gesteld kan worden aan de energie van de atoombom die Hiroshima in 1945 verwoestte. Dit wordt zonder blikken of blozen op Wikipedia vermeld. Voor een dergelijke bom heb je 100 á 200 kilo sterk verrijkt uranium nodig!

De impact van Einstein zijn foutieve veronderstelling is enorm, gelet op het feit dat ook vele onderzoeken op het terrein van elementaire deeltjes mede op de SRT berusten, getuige onderstaande twee citaten uit Wikipedia:
“Het higgsdeeltje is van fundamenteel belang: het moet bestaan om het standaardmodel van de deeltjesfysica kloppend te maken.”
“Het standaardmodel van de deeltjesfysica is een theorie uit de deeltjesfysica waarin de krachten en deeltjes die alle materie vormen, worden beschreven. Experimenten hebben aangetoond dat deze theorie met de kwantummechanica en de speciale relativiteitstheorie in overeenstemming is.”
Aldus is die zogenaamde moderne natuurkunde vreselijk op een dwaalspoor geraakt. Het is mij gebleken dat geen enkele natuurkundige, van de 7000 wereldwijd door mij aangeschrevenen, dat openlijk wenst toe te geven. Enerzijds is namelijk het risico om te worden uitgestoten, als er geen medestanders zouden zijn, véél te groot, anderzijds zou het een onvoorstelbaar grote teleurstelling zijn om te moeten concluderen dat je werk jarenlang gebaseerd zou zijn geweest op een foutieve veronderstelling en dus voor niets zou zijn geweest. Om gelijksoortige redenen is het dan ook onmogelijk om mijn bevinding gepubliceerd te krijgen.

De geleerde Ritz was een studiegenoot van Einstein. Ritz heeft zich destijds verzet tegen Einstein’s vermeende eigenschap van licht, maar hij heeft zijn strijd veel te vroeg moeten opgeven: hij overleed al op 31 jarige leeftijd (in 1909) aan pleuritis.

De Nederlandse geleerde De Sitter heeft in 1913 Ritz zijn theorie bestreden, maar de woorden die hij in zijn verweer heeft gebruikt heb ik niet in een geschrift van Ritz kunnen vinden:
“In de theorie van Ritz heeft licht, uitgezonden door een bron die met snelheid u in de ruimte beweegt in dezelfde richting als dat licht, een snelheid c+u, met c de snelheid van dat licht als de bron niet beweegt. In andere theorieën (Lorentz, Einstein) is de snelheid van licht altijd c, onafhankelijk van de beweging van de bron. Het is nu eenvoudig in te zien dat de hypothese van Ritz tot absoluut onacceptabele resultaten leidt.”
De fundamentele onvolkomenheid in deze bewoording is dat er wel wordt gesproken over snelheden, maar dat de daarvoor vereiste referentie niet wordt gedefinieerd. Dat is dé oorzaak voor alle misverstanden rondom het begrip lichtsnelheid. Ook Ritz is in zijn geschriften hierover niet duidelijk geweest. Nu nog steeds maken vele natuurkundigen deze fundamentele denkfout, is mij gebleken. Er bestaat geen ‘snelheid in de ruimte’, want die ‘ruimte’, lees voor het gemak ‘heelal’, is in beginsel leeg. Er zal dus een tweede object, naast die bron, gedefinieerd moeten worden om te kunnen spreken over een snelheid van de bron. Noemen we dat tweede object ‘referentie’ en de snelheid tussen bron en referentie u, dan is de snelheid van het licht ten opzichte van die referentie c+u, want de snelheid van het licht kan alleen c zijn ten opzichte van zijn bron. Het enige verschil met het hierboven genoemde voorbeeld van de twee auto’s is dat die auto’s de weg als referentie hebben om over hun ‘eigen snelheid’ te kunnen spreken. De ‘eigen snelheid’ van licht is c, uitsluitend ten opzichte van zijn bron. En als we licht dan toch iets magisch willen toekennen: het een keer uitgezonden licht plant zichzelf voort, ook nadat de bron is gestopt met uitzenden. “Zelfs” in vacuüm. Daarom nemen we sterren waar waarvan het licht al miljarden jaren geleden is uitgezonden. Dus misschien bestaat die ster al lang niet eens meer. Die eigenschap heeft naar alle waarschijnlijkheid een (verkeerde) rol gespeeld bij Einstein zijn overwegingen.

Op grond van bovenstaande overwegingen verzoek ik de natuurkundigen, ten behoeve van een gezonde natuurwetenschap, deze al meer dan 100 jaar bestaande verkeerde opvatting over licht te herzien en daarmee de onzinnige relativiteitstheorieën, en wat daarvan is afgeleid, te verwerpen!

Sjaak Uitterdijk

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 8.166

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

Op grond van bovenstaande overwegingen verzoek ik de natuurkundigen .. bestaande verkeerde opvatting over licht te herzien en daarmee de onzinnige relativiteitstheorieën .. te verwerpen!
Ik vrees voor je dat ze dat niet gaan doen, want er is 'iets' meer nodig dan een slecht onderbouwd en met fouten doorspekt betoog.

Begin - als je de fysici echt wilt interesseren - eens met een terdege onderbouwde alternatieve verklaring voor bijvoorbeeld: De correcte werking van GPS, het Michelson-Morley experiment en alle opvolgers daarvan, de resultaten van Gravity Probe B, de werking van de Large Hadron Collider in Cern, de vervaltijd van muonen, het experiment van Vessot en Levine en de honderden andere experimenten en metingen die de juistheid van de speciale relativiteitstheorie met enorme precisie bevestigen.

Ken je deze experimenten niet, lees je er dan eerst eens goed op in.

Berichten: 37

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

Zolang je niet de genoemde tegenspraak tussen het resultaat van de SRT en de hypotheses waarop deze theorie berust kunt elimineren, hebben resultaten van welke metingen dan ook geen enkele waarde. De door jou genoemde metingen heb ik voor een groot deel bestudeerd en bewijzen niets in deze. De vervaltijd van de muonen, bijvoorbeeld, berust op de aanname dat de SRT juist is en dat dus muonen geen grotere snelheid dan c kunnen hebben. En dus wordt de rest aangepast aan deze aanname, lees: uitkomst van de SRT.

Berichten: 555

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

Dat is niet wat er gebeurt. De voorspelde vervaltijd uit de speciale relativiteit wordt getest. De metingen worden niet aangepast aan de verwachte resultaten, dat is in strijd met de hele bedoeling van experimenten.

Hoe vaak is het voorgevallen dat er totaal onverwachte fenomenen waargenomen werden in de geschiedenis van de natuurkunde? Wat gebeurde er toen met de heersende theoriëen? Ze werden verworpen of verfijnd. Zo werkt wetenschap.

Als volgens jou de basis aanname niet klopt, moet je een reeel experiment ontwerpen dat tegenstrijdige gegevens levert en elk gebruik van de aanname uit de weg gaat. Tot nog toe is daar niemand in geslaagd.

De nauwkeurige overeenkomsten tussen theorie en experiment kan je niet met drogredenen onder de mat schuiven. Net zoals de theorie niet met drogredenen geconstrueerd is.

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

Als ik het goed begrijp beweer je dat de snelheid van een lichtsignaal gemeten in een referentiestelsel waarin de lichtbron zich met een snelheid v voortbeweegt gelijk is aan v+c?

Als je gelijk hebt zou je een experiment moeten kunnen opzetten waarbij twee in de zelfde richting uitgezonden lichtsignalen elkaar inhalen. Dat zou interessant zijn.

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 4.094

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

Noemen we dat tweede object ‘referentie’ en de snelheid tussen bron en referentie u, dan is de snelheid van het licht ten opzichte van die referentie c+u
Hier zit je denkfout. Het is namelijk experimenteel bevestigd (o.a. Michelson-Morley), dat licht ten opzichte van die referentie een snelheid c heeft.

Opmerking moderator

Mocht je hier nog constructief op verder willen, dan kan dat alleen wanneer je iets opschrijft dat de nauwkeurig uitgevoerde experimenten onderschrijft. Indien dit niet mogelijk blijkt te zijn, zal dit topic op slot gaan.

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

http://en.wikipedia.org/wiki/Emission_theory

De theorie van Ritz blijkt dus wel degelijk serieus onderzocht te zijn.

Gebruikersavatar
Berichten: 10.562

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

uitterdijk schreef: ma 22 apr 2013, 16:28
In 1905 heeft Einstein de zogenaamde Speciale Relativiteitstheorie (SRT) ontwikkeld. Decennia lang werd deze theorie als dermate esoterisch beschouwd, dat “gezegd” werd dat, wereldwijd, slechts een paar uiterst intelligente wetenschappers deze theorie konden bevatten.
Welnee. De speciale relativiteitstheorie werd vrijwel direct aanvaard en was (en is) ook helemaal niet zo moeilijk te bevatten. De anekdote waar jij op doelt betreft de algemene relativiteitstheorie, maar die theorie is van 1915 en de anekdote van iets later, zie bijvoorbeeld hier
Er werden stappen in genomen die ik niet kon volgen. Dat kan twee redenen hebben: óf ik ben, inderdaad, niet intelligent genoeg om ze te begrijpen, óf de door Einstein genomen stappen zijn onjuist.
Of de derde mogelijkheid: Je hebt steeds een of meer subtiele punten over het hoofd gezien, waardoor de gemaakte stappen niet te volgen waren. Dat kan iedereen overkomen, academicus of niet, grijze muis of niet.
Preciezer gezegd: niet in overeenstemming met de heersende afspraken binnen de wis- en natuurkunde. De laatstgenoemde reden hardop zeggen staat gelijk met bijvoorbeeld luidkeels en hard vloeken in een kerk vol streng gelovigen.
Om preciezer te zijn: Dat laatste zeggen, zonder vervolgens te onderbouwen welke stap dan niet in overeenstemming is, is onacceptabel. Maar dergelijk gedrag is ook buiten de wetenschappelijke wereld niet gepast.
Na het nodige wikken en wegen heb ik toch besloten de weg van de meeste weerstand te kiezen: stapje voor stapje aangeven waar ik vind dat Einstein zich niet aan de heersende afspraken houdt, soms zelfs aantoonbaar fouten maakt.
Wel typisch dat je in het vervolg van je bericht nergens terugkomt op die zogenaamde fouten en nergens aangeeft waar Einstein zich volgens jou niet aan de heersende afspraken houdt. In plaats daarvan ga je in op allerlei experimenten die dan niet zouden kloppen, en waarom dan wel niet. Maar dat leidt alleen maar af van waar het echt om draait: Wat er dan niet aan de afleiding van de SRT klopt en hoe het wel zou moeten zijn.

Of je dat bewust doet of niet maakt niet zo veel uit. Maar eerst claimen dat er van de theorie niets klopt, en vervolgens op geen enkele manier ingaan op de theorie zelf, dat is natuurlijk volkomen belachelijk.
Mijn conclusie was: er deugt niets van die theorie!
Mijn conclusie is: Je brabbelt maar wat.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum

Berichten: 37

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

Ik heb een hoop wat ik destijds heb onderzocht en schriftelijk heb vastgelegd weggelaten. Het doet er achteraf namelijk toch al niet meer toe wat Einstein zoal fout heeft gedaan in zijn afleidingen. Het enige dat telt is dat de conclusies van zijn theorie in strijd zijn met de hypotheses waarop die theorie berust. Voor een wetenschapper is dat in het algemeen voldoende om de betreffende theorie te verwerpen. Maar voor de SRT ligt dat iets gevoeliger. Misschien dat je dit gebrabbel wel verstaat. Ik heb trouwens wel een uitgebreide argumentering voor de ondergang van de SRT, maar ik kan nog niet vinden hoe ik die bijlage bij dit bericht moet stoppen.

Berichten: 37

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

Bartjes schreef: ma 22 apr 2013, 17:31
Als ik het goed begrijp beweer je dat de snelheid van een lichtsignaal gemeten in een referentiestelsel waarin de lichtbron zich met een snelheid v voortbeweegt gelijk is aan v+c?

Als je gelijk hebt zou je een experiment moeten kunnen opzetten waarbij twee in de zelfde richting uitgezonden lichtsignalen elkaar inhalen. Dat zou interessant zijn.
De lichtsnelheid ten opzichte van dat referentiestelsel is inderdaad c+v. Als dat niet het geval zou zijn, zou er nooit een Dopplereffect zijn waargenomen. Een van de tegenspraken die ik bedoel.
physicalattraction schreef: ma 22 apr 2013, 18:03
Hier zit je denkfout. Het is namelijk experimenteel bevestigd (o.a. Michelson-Morley), dat licht ten opzichte van die referentie een snelheid c heeft.

Opmerking moderator

Mocht je hier nog constructief op verder willen, dan kan dat alleen wanneer je iets opschrijft dat de nauwkeurig uitgevoerde experimenten onderschrijft. Indien dit niet mogelijk blijkt te zijn, zal dit topic op slot gaan.
Grappig dat je wel de macht hebt om de discussie te stoppen, maar bijvoorbeeld niets van de merites van het Michelson& Morley experiment hebt begrepen. Een extreme vorm van censuur. Doe je best.

Gebruikersavatar
Berichten: 10.562

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

uitterdijk schreef: ma 22 apr 2013, 19:25
Ik heb een hoop wat ik destijds heb onderzocht en schriftelijk heb vastgelegd weggelaten.
Dat zei ik al, en zoals ik ook al zei: dat is het hele probleem.
Het enige dat telt is dat de conclusies van zijn theorie in strijd zijn met de hypotheses waarop die theorie berust.
Het enige wat telt is dat jij aangeeft wat er fout is, als je met heel veel woorden komt beweren dat er iets fout is.

En aangezien jij beweert dat er een fout zit in de theorie, is het de bedoeling dat je de fouten in de theorie aangeeft.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum

Berichten: 37

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

Marko schreef: ma 22 apr 2013, 19:37
Dat zei ik al, en zoals ik ook al zei: dat is het hele probleem.

Het enige wat telt is dat jij aangeeft wat er fout is, als je met heel veel woorden komt beweren dat er iets fout is.

En aangezien jij beweert dat er een fout zit in de theorie, is het de bedoeling dat je de fouten in de theorie aangeeft.
Help me even door uit te leggen waar ik die bijlage kan plaatsen

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

uitterdijk schreef: ma 22 apr 2013, 16:28
Er is m.i. namelijk geen enkele reden aan te voeren dat licht deze magische eigenschap zou moeten hebben. Licht heeft die (grote) snelheid uitsluitend ten opzichte van zijn bron en uiteraard alles wat stil staat ten opzichte van die bron. Alle natuurkundige theorieën die daarna op basis van die door Einstein veronderstelde eigenschap van licht zijn ontwikkeld, worden nu onder de categorie moderne natuurkunde geschakeerd.

Bouwend op die eigenschap van licht heeft Einstein zijn SRT ontwikkeld, waarin niets meer zinnig is in termen van de klassieke / gewone natuurkunde . Bijvoorbeeld: een klok met een constante snelheid ten opzichte van een andere klok, tikt een andere tijd weg dan de stilstaande klok, of: van een steentje met een constante snelheid is de massa toegenomen (lees voor het begrip eventueel ‘gewicht’). Deze consequenties van de SRT zijn opvallend in strijd met een andere fundamentele veronderstelling die door geen enkele natuurkundige wordt bestreden en die Einstein ook nadrukkelijk als tweede hypothese aan de basis van zijn SRT heeft gelegd: in alle systemen met een constante snelheid zijn de natuurkundige wetten hetzelfde. Dus dan kan bovengenoemde klok zeker niet een andere tijd wegtikken dan een stilstaande en kan de massa, van welk object dan ook, zeker niet zijn toegenomen bij een constante snelheid. Alleen al een dergelijk tegenstrijdigheid zou voldoende moeten zijn om de SRT te verwerpen, zou je denken.


Dit is voor zover ik het begrijp de kern van je betoog. Maar de onderstelling dat "in alle systemen met een constante snelheid (...) de natuurkundige wetten hetzelfde [zijn]" is niet in strijd met tijddilatie. Er zou pas een tegenstrijdigheid zijn wanneer de waarnemers in verschillende inertiaal-systemen ook verschillende formules voor de door hen waargenomen tijddilatie zouden moeten gebruiken.

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

uitterdijk schreef: ma 22 apr 2013, 19:33
De lichtsnelheid ten opzichte van dat referentiestelsel is inderdaad c+v. Als dat niet het geval zou zijn, zou er nooit een Dopplereffect zijn waargenomen. Een van de tegenspraken die ik bedoel.
http://en.wikipedia.org/wiki/Relativistic_Doppler_effect

Geen tegenspraak dus.

Gebruikersavatar
Berichten: 10.562

Re: de relativiteit van de Speciale Relativiteitstheorie

uitterdijk schreef: ma 22 apr 2013, 19:47
Help me even door uit te leggen waar ik die bijlage kan plaatsen
Even op "Uitgebreid bewerken" klikken, dan wijst het zich vanzelf.

Maar gewoon typen wat je wil zeggen kan natuurlijk ook.
Cetero censeo Senseo non esse bibendum

Gesloten