Ik ben momenteel bezig met een thuisstudie scheikunde en ik kom er even niet uit. Hieronder de vragen die ik moet beantwoorden en de antwoorden die ik momenteel heb.
Wie kan mij verder helpen en uitleg geven?
Alvast heel erg bedankt!
1. Zwavelzuur wordt meestal als een sterk zuur opgevat, waarbij men de ionisatie in water als volgt weergeeft:
H2SO4(l) ---> 2 H+(aq) + SO42-(aq)
Deze ionisatie verloopt echter in twee stappen: de eerste stap is aflopend, bij de tweede stap stelt zich een evenwicht in.
a. Geef de reactievergelijkingen van beide stappen van H2SO4 in water.
H2SO4(aq) ---> H+(aq) + HSO4-(aq)
HSO4-(aq) ↔ H+(aq) + SO42-(aq)
Is dit goed?
Voegt men aan een NaHSO4-oplossing die in een bekerglas zit, een bariumchlorideoplossing toe, dan wordt de pH van de vloeistof in het bekerglas kleiner.
b. Leg uit dat de pH kleiner wordt door het toevoegen van de BaCl2-oplossing. De toename van het volume mag u in dit geval verwaarlozen.
Natriumwaterstofsulfaatoplossing, NaHSO4-oplossing, is een tamelijk sterk zuur. De chloride-ionen in de bariumchlorideoplossing zijn een zwakke base en die zullen reageren met de sulfaationen van het natriumwaterstofsulfaat. Daardoor komen er meer H+(aq)- ionen in de oplossing en zal de pH kleiner worden.
2. Beredeneer of men de reactie van calciumhydride met water kan opvatten als een zuur-base reactie.
In de bovenstaande reactievergelijking is H2 het zuur en H2O een base. Ik kan helaas nergens een voorbeeld reactievergelijking vinden waar H2O ook als base wordt gebruikt en daardoor zegt mij gevoel dat het geen zuur-basereactie is, maar dat kan ik niet goed uitleggen.