[natuurkunde] Practicum soortelijke weerstand

jeroen11dijk

Hallo,

Wij moeten laten zien dat de soortelijke weerstand afhangt van de lengte en van de doorsnede door middel van twee rechte grafieken maar mijn punten kloppen helemaal niet en liggen kriskras door elkaar. dit zijn de gegevens

nichroom

L (cm) //A (mm²) //R(ohm)

30

//0.030 //10.7

50

//0.03

//17.3

120 //0.03

//41

120 //0.06

//20,3

120 //0,09

//13,6

De formule is R=rho * L/A

Alvast bedankt

Margriet

Neem de drie draden met gelijke doorsnede.

Maak een tabelletje. Links de lengte, rechts de weerstand.

Wat gebeurt er met de weerstand (niet de soortelijke weerstand) als de draad langer wordt?

jeroen11dijk

Maar de richtingscoeficient moet de soortelijke weerstand zijn???

ik heb al een grafiek met L horizontaal en R keer A verticaal dat geeft de goede rico

Margriet

Wij moeten laten zien dat de soortelijke weerstand afhangt van de lengte en van de doorsnede door middel van twee rechte grafieken ...........

Ik lees hier dat je twee grafieken moet maken, één met weerstand als functie van de lengte en één met weerstand als functie van de doorsnede. Er staat niet dat je de soortelijke weerstand moet bepalen. Of zie ik iets over het hoofd?

Post anders je grafiek eens.

jeroen11dijk

Bedankt maar ik heb hem al de een is zoals ik zei en die andere is R verticaal en I/a horizontaal

Jan van de Velde

Opmerking moderator

Dit onderwerp past beter in het huiswerkforum en is daarom verplaatst.

Margriet

Als je het verband tussen de weerstand en de lengte van een stroomdraad wilt onderzoeken dan meet je de weerstand van een aantal draden die verschillen van lengte maar die dezelfde doorsnede hebben.

Zelfde voor het verband tussen de weerstand en de doorsnede. Dan neem je draden van dezelfde lengte.

Als je RxA uitzet tegen de lengte dan vind je het verband tussen R x A en de lengte en dat is niet wat wordt gevraagd.

Zelfde voor het uitzetten van R tegen de lengte/doorsnede.

Anton_v_U

Algemeen: als je het verband tussen twee grootheden bepaalt, moet je alle andere grootheden constant houden.

Hier heb je te maken met R (de afhankelijke variabele) en A en l (onafhankelijke variabelen).

Verder heb je nog de materiaalconstante rho maar die is altijd hetzelfde (voor het zelfde materiaal @ zelfde temperatuur)

Kijk eens goed naar de gegevens.

Je hebt drie metingen met dezelfde A. Welk verband tussen welke grootheden haal je hier uit? Hoe?

Je hebt drie metingen met dezelfde l. Welk verband tussen welke grootheden haal je hier uit? Hoe?

toaic

Wanneer je van de metingen grafieken hebt getekend.

Ga je na welke verbanden je allemaal al kent. (evt vanuit de wiskunde)

Welke van deze verbanden komt overeen met je grafiek.

In bovenbouw boeken havo en vwo (klas 4), staat ook beschreven hoe je kunt bewijzen

welk verband het is.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[natuurkunde] Practicum soortelijke weerstand

Practicum soortelijke weerstand

Re: Practicum soortelijke weerstand

Re: Practicum soortelijke weerstand

Re: Practicum soortelijke weerstand

Re: Practicum soortelijke weerstand

Re: Practicum soortelijke weerstand

Re: Practicum soortelijke weerstand

Re: Practicum soortelijke weerstand

Re: Practicum soortelijke weerstand