Ten eerste wil ik zeggen dat ik dit een mooi forum vind en dat ik hier al wel meer dan eens (door antwoorden op andere vragen te lezen) heel veel aan heb gehad.
Nu loop ik zelf ergens op vast. Ik ben bezig met een simpel computerprogramma voor constructieve berekeningen, maar hier moet ik dus met alle uitzonderingen rekening houden. Daarom heb ik nu een paar vragen over de doorsnedeklassen zoals ze zijn aangegeven in hoofdstuk 5.6 van de NEN-EN 1993-1-1 (Eurocode 3). De vragen zijn als volgt:
- Mag je bij profielen van klasse 1 en 2 altijd het plastische weerstandsmoment gebruiken in berekeningen?
- Hoofdstuk 5.6 maakt onderscheid tussen onderdelen belast op druk en buiging. Moet voor indeling van het hele profiel gekeken worden naar beide waarden? Of kan voor berekening van bijv. een ligger alleen naar buiging gekeken worden? En voor kolommen op alleen druk?
- Er zijn een paar standaardprofielen die volgens mijn berekeningen in klasse 4 komen, zoals een HEA1000 op druk. Vervolgens moet je met berekeningen Aeffgebruiken ipv A bij die klasse. Hoe verschilt het effectieve oppervlak van het totale oppervlak in die profielen?
- Heeft iemand misschien een tabel waar voor de standaardprofielen (HEA, HEB, HEM, IPE, UNP etc.) in staat tot welke profielklasse ze behoren bij verschillende staalkwaliteiten? Ik heb het berekend volgens de tabel in 5.6 voor al deze profielen maar ik zou het graag nog controleren.
Jullie zouden me echt heel erg op weg helpen als jullie deze vragen even kunnen beantwoorden!