De kritische straal \( x \) van een deeltje dat gescheiden wordt in een cycloon kan voorgesteld worden door
\( x^2 = \frac{18\mu * U_R*R}{(\rho_p -\rho_f)U_{\theta}^2} \)
met x= straal van het deeltje,
\( \mu\)
= viscositeit\( \rho_p\)
= densiteit deeltje \( \rho_f\)
= densiteit gas \( U_{\theta}\)
= tangentiele snelheid aan de inlaat van cycloon op straal R (buitenkant cycloon)\( U_R\)
= radiale snelheid gas op straal R (buitenkant cycloon)nu geldt ook dat \( U_R*2*\pi*R*L = U_r*2*\pi*r*L=Q \) met Q het debiet.
Als je nu in bovenstaande formule \( U_R*R=\frac{Q}{2*\pi*L} \) vervangt, dan is de scheidingsgrootte van een cycloon dus eigenlijk alleen van je debiet afhankelijk, van je hoogte en van de tangentiële inlaat snelheid?
Dus niet afhankelijk van de straal van je cycloon? Klopt dat wel?Dit lijkt zo tegenintuïtief
En kan een cycloon ook ondersteboven werken? Of lukt dat niet omdat je deeltjes door de zwaarte kracht naar beneden vallen en dus mee uit je cycloon gesleurd worden?
