Op school onderzoeken we de factoren die de alcoholgisting beïnvloeden. Eentje daarvan is het substraat (glucose). Maar ik snap niet helemaal wat er anders verloopt door middel van een andere concentratie substraat? Zou er iemand mij kunnen helpen?
De concentratie van het substraat heeft een grote invloed op de kinetiek (de snelheid) van je ethanolproductie. Te lage concentraties zullen ervoor zorgen dat je gist onvoldoende toegang heeft tot glucose (= koolstofbron). Daardoor zal de groei van de gist vertragen, waardoor zijn metabolisme zal afnemen. Bijgevolg zal de ethanolproductie afnemen. Te hoge substraatconcentraties zijn echter ook nefast voor de productie van ethanol, aangezien deze toxisch zullen zijn voor de gistcellen. .
Nu rest nog de vraag welke glucoseconcentratie optimaal is voor een optimale ethanolproductie. Dit kun je het best experimenteel gaan vaststellen. Je kan dit doen door bijvoorbeeld voor verschillende glucoseconcentraties de groeikinetiek te gaan opmeten. Praktisch doe je dit door aan een gekende initiële hoeveelheid gistcellen (x0) telkens een variabele hoeveelheid glucose aan het groeimedium toe te voegen (in verschillende experimenten uiteraard). Vervolgens start je de fermentatie , en meet je op regelmatige tijdstippen de concentratie aan gistcellen (bvb door uitplating, spectrofotometrie...). Hierbij bekom je het aantal gistcellen op het tijdstip t. Vervolgens kun je de groeikinetiek gaan opstellen:
x = x0. eµ.t
Bepaal vervolgens de groeisnelheid (µ). Doe dit voor alle experimenten. Het experiment waarbij de cellen het vlugst zullen groeien (grootste waarde voor µ) levert je de ideale glucose concentratie op.
Indien je in een continue reactoren werkt is het iets complexer. Daar zullen nog een aantal andere factoren meespelen.
@NW_ een dikke merci voor uw antwoord! Ik begrijp het nu volledig en dat experiment is een leuk idee om eens voor te stellen aan mijn leerkracht! Hartelijk bedankt!
