[scheikunde] Bepaling van de hardheid van water

scheikundetroubles

Ik heb een proef op school gedaan om de hardheid van water te bepalen. Die ging als volgt:

1. Vul een buret met een groene zeepoplossing.
2. Pipetteer 25,0 mL demiwater in een erlenmeyer van 250 mL. Voeg met de buret 0,5 mL zeepoplossing toe en schud flink gedurende 10 seconden.
3. Laat vervolgens de erlenmeyer 10 seconden staan. Zie je nog geen schuimlaag, dan voeg je weer 0,5 mL oplossing toe. Voeg steeds hoeveelheden van 0,5 mL zeepoplossing toe totdat een schuimlaag 10 seconden blijft staan. Lees de buret af en noteer in de tabel hoeveel mL zeepoplossing er verbruikt is. Je hebt nu de waarde bij een concentratie van 0 mg/L.
4. Pipetteer nu telkens 25,0 mL van de verschillende Ca2+ oplossingen die je gemaakt hebt in een erlenmeyer en voer de bepaling uit. Bepaal vervolgens het schuimgetal van de onbekende oplossing.

Hier heb ik de volgende vragen bij gekregen:
A. Geef de reactievergelijking voor de neerslagreactie tussen de stearaat-ionen in de zeepoplossing en de calciumionen.
B. Bepaal met behulp van een ijklijn de Ca2+ concentratie (in mg/L) van de onbekende oplossing.
C. Zet de gevonden Ca2+ concentratie om tot Duitse hardheidsgraden.
D. Leg uit of de concentratie van de zeepoplossing van belang is voor het bepalen van het schuimgetal.
E. Leg uit of in plaats van groene zeep ook een moderne synthetische zeep gebruikt kan worden voor het bepalen van de hardheid.

De antwoorden die ik zelf dacht zijn:
A. Ca2+ + 2 C17H35COO- --> Ca(C17H35COO)2
B. Onze gevonden concentratie Ca2+ in onze ijklijn is 53 mg/L
C. Deze wist ik niet
D. Deze wist ik ook niet
E. Ik dacht dat dat niet gebruikt kon worden, omdat groene zeep heftig reageert en daardoor kan je duidelijk het schuimgetal meten en bij synthetische zeep krijg je geen duidelijk verschil, dus hierdoor kan dat niet gebruikt worden.

Kloppen de antwoorden die ik heb gegeven? En kan iemand mij helpen met vragen C en D?

NW_

Antwoord A is correct. Voor antwoord B zul je moeten aangeven hoe je dit precies hebt berekend.

Voor vraag C: 1 dH wordt verkregen door 10 mg/l CaO op te lossen in demiwater. Na omrekening bekom je dat dit overeenkomt met 0,179 mmol/l

1 dH komt dus overeen met 0,179 mmol/l Ca2+. Hiermee zul je neem ik aan de hardheid van je staal wel kunnen berekenen.

Met je overige vragen zal ik je niet verder kunnen helpen.

scheikundetroubles

Voor vraag B hebben wij een ijklijn gemaakt met onze eerdere gevonden waardes (hiervan was de concentratie al bekend). Vervolgens hebben wij in de ijklijn bij een schuimgetal van 4 mL een waarde van 53 mg/L Ca2+ gevonden.

Voor vraag C ben ik gaan rekenen met de 53 mg/L Ca2+ en heb ik een DH van 7,3 gevonden.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[scheikunde] Bepaling van de hardheid van water

Bepaling van de hardheid van water

Re: Bepaling van de hardheid van water

Re: Bepaling van de hardheid van water