Eigenlijk is het zo dat alle hemellichamen in ons zonnestelsel een bijdrage leveren aan de uiteindelijke geodeet.
Dat klopt. Het 'ruimtetijd landschap' wordt beïnvloed door alle vormen van energie. Deze zogenoemde energie-impuls tensor kromt de ruimtetijd.
Alle vormen van energie zoals bijvoorbeeld kinetische energie, straling, het energie-equivalent van rustmassa vormen samen deze tensor (beter bekend als de stress-energy tensor). Hoe je er mee rekent gaat mij echter boven de pet, dat is zeer complex en kan vaak alleen door zeer krachtige computers worden gedaan. Voorbeeld: voor het berekenen van zwaartekrachtgolven van twee fuserende black holes, is voor slechts één combinatie van factoren (en er zijn in principe oneindig veel mogelijke combinaties), al 600 uur supercomputer rekentijd nodig.
De gevleugelde uitspraak van John Archibald Wheeler geeft een sterk vereenvoudigde, maar toch wel inzichtgevende samenvatting van de ART: "Matter tells space how to curve, space tells matter how to move". De ruimte is hier de mediator tussen de massa en de beweging van materie. Beïnvloeden: ja, maar indirect. Wisselwerking in de Newtoniaanse directe betekenis (a trekt met zijn massa aan b en vice versa): nee.
De vereenvoudigingen in deze uitspraak zijn niet te veronachtzamen. In feite is het niet materie, maar (alle vormen van-) energie die niet de ruimte, maar de ruimte
tijd doet krommen, en de ruimtetijd vormt de geodeet waarlangs alle energie zich zonder externe invloed zal verplaatsen. Deeltjes kunnen massaloos zijn (zoals het foton), maar niet energieloos. Een energieloos object is niet bestaand.
Hieruit volgt ook, dat licht (= energie) de ruimtetijd vervormt. Weliswaar vrijwel onwaarneembaar weinig, maar aanwezig. Heden ten dage is energie-inhoud van alle elektromagnetische energie plus die van neutrino's in het heelal ongeveer 0,008% volgens het LCDM model. In het jonge heelal, met heel veel energieker fotonen was de invloed van fotonenergie echter beslist niet te verwaarlozen.
Een deeltje is juist in staat om de geodeet te volgen omdat het massa heeft.
Op deze stelling van jou terugkomend en samenvattend: Fotonen hebben geen massa, wél energie. Fotonenergie beïnvloedt (in extreem geringe mate) mede het 4-d landschap van de ruimtetijd, en dat landschap bepaalt wat de 'kortste' weg (geodeet) is die energie, in welke vorm dan ook, zal nemen.
Naarmate de frequentie van het foton afneemt, neemt ook zijn energie af, en daarmee de invloed van het foton op de geodeet. Nadert de energie van het foton nul, dan verandert het de geodeet niet meer maar die geodeet zelf (als krommingsresultaat van heel veel energie elders) blijft natuurlijk wel bestaan, en daarmee het 'kortste' pad door de ruimte-tijd.
Het zal vast ook wel wiskundig aan te tonen zijn, maar dat gaat mij boven het petje.