Opmerking moderator
Het onderwerp in deze draad is de Algemene Relativiteitstheorie in stilstand: valt de appel op Einsteins hoofd.
De kern van de ART de aanname is dat de werkingen van gravitatie en versnelling (lokaal) niet te onderscheiden zijn. Als je dat begrijpt ben je zover als dat voor een leek mogelijk is, een precieze uitwerking vereist een dusdanig moeilijke hogere wiskunde dat dat slechts voor enkelen is weggelegd.
Een paar opmerkingen:
1. Gravitatie gaat over een kracht F, en versnellende intertiaalstelsels over een versnelling a. Dan is het geen aanname maar een natuurwet onder de werking van F=m.a, dat een F op een massa m equivalent is aan de a, ten aanzien van diezelfde m. Waarbij we als vanzelf gravitatie beschouwen als een bijzonder geval van de zwaartekrachtwet welke we weer als een bijzonder geval beschouwen van de ladingenwet. Ben je het met me eens dat we hier te maken hebben met een simpel geval, van zo is het?
2. Nu (als) we hebben vastgesteld dat het equivalentieprincipe zo klaar is als een klontje, is de vraag wat het nut is van dat principe, of om preciezer te zijn: "Gravitationele aantrekkingskracht tussen twee objecten wordt verklaard door te werken met een kromming van ruimtetijd. Maar hoe zit dat dan met stilstaande voorwerpen?" En "waarom gaat die lift een versnelling krijgen? Omdat er een motortje in zit? of om een andere reden?"
3. Daar is van verschillende kanten best heel inhoudelijk op ingegaan. Zo werd genoemd dat massa de ruimtetijd kromt. En dat gravitatie geen kracht is, maar een geometrisch effect. En dat alles, of het nu massa heeft of niet -zolang er geen externe kracht op wordt uitgeoefend- de kromming van de ruimtetijd volgt. Maar dat nam niet helemaal de moeite weg, dat het concept en de redengeving van het waarom slecht te vatten is. [/size]
4. Zelf [/size]gaf je aan dat de truc is dat je een vrij vallend referentiestelsel zoekt waarin de zwaartekracht lokaal exact door de valversnelling wordt gecompenseerd. Ik denk dat je daarin gelijk hebt. Het moeilijke van de ART zit niet in de equivalentie. Ik heb op twee verschillende manieren aangegeven dat die equivalentie een natuurwet weergeeft. Het gaat over dezelfde massa. De kracht is dan de oorzaak, en de versnelling is het gevolg. Je zou ook kunnen zeggen: Het krachtenveld is de oorzaak die de massa beweegt, en zowel kracht als versnelling vormen daarvan elementen.[/size]
5. Zelf gaf je ook aan dat de uitwerking veel wiskunde vraagt. Ook daarin zie ik wel je punt. Want heel de equivalentie biedt geen enkel ander doel dan formeel toestemming te krijgen van de natuur om te kunnen spreken van een rust in een geval van versnelling. En net zo eenvoudig als het principe is, is de uitwerking ook beremoeilijk. Maar waarom zou het een of het ander niet te benoemen zijn?
6. Maar wat we ook bewijzen van de eenvoud van het pricnipe en de complexheid van de uitwerking; het principiële karakter zit niet in de eenvoud van de equivalentie en ook niet in de ingewikkeldheid van de uitwerking van een rust die wordt uitgedrukt als een versnelling. Het principiële karakter zit er in dat de massa (en dus de energie) wordt vervormd tot iets wat een ruimtetijd wordt genoemd. Dat is moeilijk om een zingevende plaats te geven, maar zeker niet te moeilijk om te benoemen.
7. De vraag was eenvoudig hoe het nu zit met het begrip kromming in de ruimte. Want krom in de ruimte betekent uit zichzelf helemaal niet dat er iets moet gaan rollen alsof er een helling is die doet rollen. Dus de vraag naar een stilhangende appel is volkomen terecht. Maar het antwoord is ook véél gemakkelijker. De equivalentie stelt gelijk (en dat doen de natuurwetten ook) en dus wil de appel een 'geometrische rol' maken: zij wil gewoon vallen. Het is niet ingewikkeld, omdat het natuurkundig gewoon hetzelfde verschijnsel betreft. Sterker nog, zoals ook bleek: het interesseert echt niet of er tegelijk wel of niet een natuurlijke kracht of andere factor speelt. Zolang het maar dienstig is om een rust aan te nemen waar een versnelling geldt. Maar natuurkundig is het natuurlijk nog steeds zo wat ik aan het begin al opperde: Een versnelling kan in de natuur niet worden aanwezig gedacht, zonder een kracht die eraan ten grondslag ligt. En een kracht kan in de natuur niet worden gedacht zonder versnellingseffecten op wat zich in het veld van die kracht bevindt. Het is dus geen aanname dat een gravitatie en versnelling twee kanten geven van dezelfde medaille, maar een natuurwet.En dan is het prima om dat in de theorie ook te veronderstellen bewaarheid te zijn, Het is alleen niet iets nieuws.
8. Als we beseffen dat de ART een zwaartekracht-indifferente beandering geeft van de zwaartekracht, dan weten we ook dat de stilhangende appel wel wordt omschreven zonder zwaartekracht, maar uiteindelijk zich wel gewoon moet gedragen als zijnde in de zwaartekracht. En ook je eigen redengeving vindt haar rust in de constatering dat het wel zo moet zijn, omdat anders er een verschil tussen gravitatie en versnelling zou zijn.
9. De vraag moet dus niet zijn of de appel valt; maar of de vanzelfsprekend vallende appel nog wel een beroep op werking van de zwaartekracht toekomt. En dan is het even eenvoudige antwoord dat zwaartekracht principieel niet meer wordt erkend te bestaan. Als de zwaartekracht niet meer wordt geacht of erkend te bestaan (volgens mij is dat hier het uitgangspunt) dan is dus de grappige consequentie dat de ART via een equivalentie volkomen rust op de zwaartekracht; om diezelfde zwaartekracht vervolgens volledig uit te bannen uit de fysieke werkelijkheid.
10. Terugkomend op je reactie. Dat we het hier alleen over de ART hebben, hoeft toch niet te betekenen dat we het ook allemaal al moeten zien zitten? Dan zouden we eerst maanden nodig hebben, zei je zelf. Bedenk liever het wetenschappelijke nut: één afwijkende frequentie doet vaak meer dan verzuizendvoudiging van dezelfde amplitude.