[Scheikunde] vitamine c

rosanne

Hallo,

Op school hebben wij als praktische opdracht de opdracht gekregen het vitamine C gehalte van een vitamine C tablet te bepalen.

Nou is dit opzich het probleem nog niet zo, na op internet rondgekeken te hebben heb ik al de volgende manier gevonden:

Vitamine C (= ascorbinezuur) is een stof die heel gemakkelijk geoxideerd wordt (zuurstof aantrekt). Als vitamine C samen met andere (voedings)stoffen voorkomt in een voedingsmiddel trekt het heel gemakkelijk O2 aan; die O2 kan dan geen andere stoffen meer oxideren. Vitamine C wordt, omdat het zo gemakkelijk oxideert, gebruikt als anti-oxidant in voedingsmiddelen. Deze verkleuren of bederven dan minder gauw of verliezen minder snel hun smaak.

Van de eigenschap dat vitamine C gemakkelijk oxideert, maak je gebruik bij de bepaling van het gehalte. Bij het te onderzoeken voedingsmiddel (met daarin X mg vitamine C) wordt een reagens gebracht waarin KI (kaliumjodide) en zetmeel zit.

Jodaad IO3- vormt I- in zuur milieu I2

IO3- + 6H3O+ + 6e- --> I- + 9H2O *1

2I- --> I2 + 2e- *3

Het vrijgekomen jood oxideert met ascorbinezuur

C6H8O6 (aq) + I2 (aq) --> C6H6O6 (aq) + 2H+ (aq) + 2I-

Jodide-ionen (I-) kleuren zetmeel niet blauw. Als bij jodide-ionen jodaat-ionen (IO3 -) worden gebracht, ontstaat o.a. jodium (I2), die echter onmiddellijk door vitamine C wordt teruggevormd naar I-. Zolang er in het te onderzoeken voedingsmiddel vitamine C aanwezig is, kan er geen I2 aanwezig blijven (dus geen blauwkleuring van zetmeel ). Zodra vitamine C op is, ontstaat uit IO3 - en I- à I2, dat zetmeel blauw kleurt. Zolang er in het te onderzoeken voedingsmiddel vitamine C aanwezig is, wordt zetmeel niet blauw gekleurd. Zodra vitamine C op is, kleurt het zetmeel wel blauw.

De hoeveelheid kaliumjodaat (IO3 -) die toegevoegd moet worden aan de te onderzoeken stof is een maat voor de hoeveelheid vitamine C erin.

Dit is allemaal logisch, maar nou moeten wij ook zelf een voorschrift voor deze proef schrijven, dus ook hoeveel gram vitamine-C tablet je nodig hebt voor deze bepaling. Op internet heb ik ook dit voorschrift gevonden:

Voorschrift:

- Eerst wegen we ongeveer 450 mg Kaliumjodaat (KIO3) nauwkeurig af en brengen dit kwantitatief over in een maatkolf van 100 ml.

- Deze Kaliumjodaat lossen we op en we vullen het aan tot 100 ml. Om het zo nauwkeurig mogelijk te houden, doen we dit volgens de regels voor het maken van een oplossing m.b.v. een maatkolf.

- Vervolgens brengen we ongeveer 2 g kaliumjodide in een erlenmeyer van ongeveer 250 ml en lossen dit op in ongeveer 25 ml water. We pipetteren 25 ml van de kaliumjodaatoplossing in deze erlenmeyer.

- We poederen een vitaminetablet en wegen hiervan ongeveer 300 mg nauwkeurig af.

- Deafgewogen vitamine C spoelen we kwantitatief over in de erlenmeyer en laten het goed oplossen.

- Hierna voegen we ongeveer 2,5 ml 4 M HCl toe.

- We zwenken dit goed om, zodat het vrijgekomen jood goed kan reageren met de vitamine C.

- Dan titreren we de overmaat jood met een bekende 0,1 M natriumthiosulfaat tot lichtbruin.

- Tenslotte voegen we 5 ml zetmeeloplossing toe en titreer tot kleurloos.

welke ook te begrijpen is, maar er moet wel een berekening zitten achter mijn hoeveelheden. Ik wil er van uitgaan ongeveer 5-10ml kaliumjodaat moet toevoegen met de titratie. Maar ik kom er dus echt niet uit hoeveel gram vitamine C ik dus ongeveer moet gebruiken en wat de hoeveelheden van de andere stoffen zijn die hier toegevoegd moeten worden? Kan iemand mij misschien helpen?

Jan van de Velde

Ik denk dat je er wél uitkomt als je de hoeveelheden stoffen die je gebruikt gaat uitdrukken in mol en mol/L in plaats van in grammen.

Met je reactievergelijkingen kun je dan zien hoeveel mol van het één met heoveel mol van het ander zal reageren.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[Scheikunde] vitamine c

[Scheikunde] vitamine c

Re: [Scheikunde] vitamine c