[wiskunde] tan(x)
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
- Pluimdrager
- Berichten: 3.505
Re: tan(x)
Er geldt: sin x = p·sin y en cos x = q·cos y. Je uitdrukking voor tan x is dus correct.
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel
- Berichten: 4.541
Re: tan(x)
Ja, zover was ik ook....maar tan(x) moet worden uitgedrukt in uitsluitend p en q , en daar kom ik niet uit #-o
- Berichten: 24.578
Re: tan(x)
Als je nu tan(y) nog in functie van p en q wil vinden: je hebt (kwadrateren) dat sin²x = p²sin²y en cos²x = q²cos²y en dus na lid aan lid optellen ook 1 = p²sin²y + q²cos²y.ik kom op tan(x)=(p/q)tan(y)
Alles delen door cos²y geeft sec²y = p²tan²y + q² en via 1+tan²y = sec²y volgt dan 1+tan²y = p²tan²y + q² waaruit je tan²y in functie van p en q kan halen.
Of doe iets gelijkaardigs om rechtstreeks tan(x) te vinden.
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)
- Berichten: 4.541
Re: tan(x)
Dank voor de gouden tip!
Daar was ik zo gauw niet op gekomen!
Daar was ik zo gauw niet op gekomen!
Uit het laatste stukje volgt dan: tan(y)=√((1-q2)/(p2-1)) en tan(x)=(p/q)tan(y)=(p/q).√((1-q2)/(p2-1))TD schreef: Als je nu tan(y) nog in functie van p en q wil vinden: je hebt (kwadrateren) dat sin²x = p²sin²y en cos²x = q²cos²y en dus na lid aan lid optellen ook 1 = p²sin²y + q²cos²y.
Alles delen door cos²y geeft sec²y = p²tan²y + q² en via 1+tan²y = sec²y volgt dan 1+tan²y = p²tan²y + q² waaruit je tan²y in functie van p en q kan halen.
Of doe iets gelijkaardigs om rechtstreeks tan(x) te vinden.
- Berichten: 4.541
Re: tan(x)
Ik begrijp niet hoe je dit moet aanpakken
cosA=tanB
cosB=tanC
cosC=tanA
sinA=?
cosA=tanB
cosB=tanC
cosC=tanA
sinA=?
- Berichten: 24.578
Re: tan(x)
Wat is precies de vraag/bedoeling...? Voor een nieuwe vraag kan je overigens beter een nieuwe topic aanmaken.
Bv. sin(A) = tan(A)*cos(A) = ...
Bv. sin(A) = tan(A)*cos(A) = ...
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)
- Berichten: 24.578
Re: tan(x)
Ik weet niet wat de bedoelde oplossing is, misschien kan het snel(ler).
Stel even sin(A) = x, dan volgt uit de eerste vergelijking 1-x² = tan²(B) en uit de derde x²/(1-x²) = cos²(C). Uit de tweede vergelijking volgt cos²(B) = tan²(C) en je kan via 1+tan²y = sec²y een verband leggen tussen tan²(B) en cos²(B) enerzijds en cos²(C) en tan²(C) anderzijds zodat je B en C elimineert en een vergelijking in x overhoudt.
Stel even sin(A) = x, dan volgt uit de eerste vergelijking 1-x² = tan²(B) en uit de derde x²/(1-x²) = cos²(C). Uit de tweede vergelijking volgt cos²(B) = tan²(C) en je kan via 1+tan²y = sec²y een verband leggen tussen tan²(B) en cos²(B) enerzijds en cos²(C) en tan²(C) anderzijds zodat je B en C elimineert en een vergelijking in x overhoudt.
"Malgré moi, l'infini me tourmente." (Alfred de Musset)
- Berichten: 24.578