[scheikunde] Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Met45

De stookwaarde geeft aan hoeveel energie (in joule) een bepaalde hoeveelheid brandstof kan leveren (zie Binas-tabel 28A). Iemand heeft een gasfles gevuld met butaan als brandstof. De volume van dese fles is 1,00 m3. Waterstofgas kan ook gebruikt worden als brandstof.

1. Bereken de hoeveelheid waterstofgas die nodig is om evenveel energie te krijgen als de verbranding van de gasfles butaan.

2. Bereken hoeveel mol butaan overeenkomt met 1,00m3 butaan. Neem hierbij aan dat p=p0 en T=273K.

Kan iemand uitleggen hoe deze vragen moeten?

Sorry het moest zijn T = 298K

Pinokkio

2. Gebruik de ideale gaswet (wet van Boyle en Gay-Lussac).

1. Ik heb geen Binas dus ik weet niet wat er precies in die tabel staat en welke eenheden men daarbij vermeldt.
Kijk in de tabel en post hier wat daarin precies staat voor butaan en waterstof, inclusief eenheden.

ArcherBarry

Opmerking moderator

Dit onderwerp past beter in het huiswerkforum en is daarom verplaatst.

Jan van de Velde

Met45 schreef: Iemand heeft een gasfles gevuld met butaan als brandstof. De volume van dese fles is 1,00 m3. Waterstofgas kan ook gebruikt worden als brandstof.

1. Bereken de hoeveelheid waterstofgas die nodig is om evenveel energie te krijgen als de verbranding van de gasfles butaan.

Iemand heeft een fles gevuld met cola als energiebron dankzij de hoeveelheid suiker . Het volume van deze fles is 1,50 L. Ranja kan ook gebruikt worden als als energiebron dankzij de hoeveelheid suiker.

1. Bereken de hoeveelheid ranja die nodig is om evenveel energie te krijgen als door het leegdrinken van de fles cola.

"BINAS"
cola: 106 g suiker per liter
ranja: 53 g suiker per liter

Met45

Gegevens vraag 1. Volgens Binas-tabel 28B: stookwaarde butaan = 120,7 * 10^6 J m^-3. Stookwaarde waterstofgas = 10,8 *10ˆ6 J m^-3.
Dus je moet die van butaan toch gewoon delen door die van waterstofgas? Dat dacht ik al, maar was niet zeker omdat dat 'te simpel' zou zijn, ervan uitgaande dat de meeste rekenopgaven op een iets lastiger niveau zijn. Dus 11,2 m3 als het goed is.

Gegevens Vraag 2: 1,00mˆ3 butaan. Volgens Binas-tabel 7A: ideal gas bij T = 298K en p=p0: Vm = 2,45 * 10^-2 m3 mol^-1
Weet dat je hiervoor een formule moet gebruiken volgens mij die van V = Vm * n, maar hoe pas je dat precies toe in deze situatie?

Jan van de Velde

Met45 schreef: Dat dacht ik al, maar was niet zeker omdat dat 'te simpel' zou zijn, ervan uitgaande dat de meeste rekenopgaven op een iets lastiger niveau zijn. Dus 11,2 m3 als het goed is.

dat is goed, maar daarom vragen we hier ook altijd om eens af te komen met wat je zelf al denkt, weet en kunt. Dat scheelt tijd en verwarring, zowel voor jou als voor ons. Dan had ik geen cola/ranja-analogietje hoeven te gaan bedenken, maar had ik gelijk kunnen zeggen "Ja hoor, toch wel...."

Met45 schreef:
Weet dat je hiervoor een formule moet gebruiken volgens mij die van V = Vm * n, maar hoe pas je dat precies toe in deze situatie?

stomweg invullen en uitrekenen: 1 (m³) = 2,45·10^-2(m³/mol) x n (mol)

Waarom die twijfel? Want dàt lijkt je grootste probleem....

Met45

Jan van de Velde schreef: Dan had ik geen cola/ranja-analogietje hoeven te gaan bedenken, maar had ik gelijk kunnen zeggen "Ja hoor, toch wel...."

Die analogie was eigenlijk toch wel handig, omdat ik er pas aan dacht na het lezen van dat "cola verhaalje". Dankuwel hiervoor.

Jan van de Velde schreef:
stomweg invullen en uitrekenen: 1 (m³) = 2,45·10^-2(m³/mol) x n (mol)

Oh ok, dan had ik die fout gedaan; om een of andere reden deelde ik daarna nog 10,8*10^6 door 40.

Jan van de Velde schreef:Waarom die twijfel? Want dàt lijkt je grootste probleem....

Heb ik altijd als ik berekeningen moet in een beperkte tijd (dit waren namelijk tentamen-vragen die ik nog steeds niet snapte, en hoort bij de basis dus wel belangrijk om te snappen voor aankomende stof ).

Jan van de Velde

Met45 schreef: om een of andere reden deelde ik daarna nog 10,8*10^6 door 40.

kun je dan nu uitleggen wàt je daar feitelijk mee uitrekende, al hoorde dat dan niet bij de vraag waarschijnlijk? Want de uitkomst hoort op zich bij een heel bruikbare grootheid.

Met45

Jan van de Velde schreef: kun je dan nu uitleggen wàt je daar feitelijk mee uitrekende, al hoorde dat dan niet bij de vraag waarschijnlijk? Want de uitkomst hoort op zich bij een heel bruikbare grootheid.

Ik dacht de molariteit want [C4H10] = n/Vopl. Maar dit is onwaarschijnlijk omdat er geen sprake is van een oplossing.

Jan van de Velde

en dat is ook geheel verkeerd gedacht

reken eens met de eenheden

bij die 10,8·10⁶ hoort de eenheid J/m³

die ga je delen door 40 , waarmee je waarschijnlijk bedoelt de (afgeronde waarde van) het aantal mol gas in een m³, oftewel mol/m³.

Die deelsom komt er dan zó uit te zien:

: joule.png (1.17 KiB) 767 keer bekeken

vereenvoudig dat eens? Want zo zie je dat dat geen molariteit oplevert (mol/L) maar wel.......

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[scheikunde] Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Re: Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Re: Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Re: Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Re: Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Re: Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Re: Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Re: Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Re: Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie

Re: Hoeveel m3 waterstofgas nodig om evenveelenergie