[natuurkunde] golven

Stef31

Hallo iedereen

Heb een paar vragen dat ik niet zeker weet wat het juiste antwoord is:

1. Wanneer heb je buiken en wanneer heb je knopen in een golf?

2. Bij interferentie van 2 trillingsbronnen, trillend met dezelfde frequentie, maar waarbij de 2de bron pi / 2 voorloopt op de eerste, vind je de tweede knopenlijn op afstanden d1 en d2 die voldoen aan welke vergelijking?

Ik heb gevonden : d2 - d1 = landa / 4

3. Twee coherende trillingsbronnen trillen in fase. De plaatsen waar de amplitude van de resulterende trilling gelijk is aan de helft van de maximale amplitude 2A voldoen aan welke vergelijking?

Ik heb gevonden : r2 - r1 = (n +/- (1/6)) * landa / 2

4. Een lopende golf heeft als bewegingsvergelijking s = 0,0700*sin*2*PI*(3,00*t-(d / 3,25)

Bepaal de volgende parameters:

a) frequentie : 2*PI * 3,00

b) periode

c) golflengte

d) amplitude : 0,0700

e) snelheid

Heb maar twee dingen gevonden

5. Bij elke materiële staande golf:

Voeren alle deeltjes harmonische trillingen uit met dezelfde amplitude is mijn antwoord

6.) Een golf met amplitude 3,00cm en een frequentie van 4,00Hz legt in 1,00s 20m af. Wat is de golflengte van de golf?

Ik verstaat wel de vraag, maar welke formules moet je gebruiken?

Kan iemand mij nog vandaag of morgen eens mijn oplossingen bekijken en eventueel verbeteren als er fouten instaan en de oplossingen geven?

Met vriendelijke groeten

Stefke

Jan van de Velde

6.) Een golf met amplitude 3,00cm en een frequentie van 4,00Hz legt in 1,00s 20m af. Wat is de golflengte van de golf?

4 Hz ==> hoeveel volledige trillingen (hele golven) per seconde?

wat is de golfsnelheid in m/s ?

dus hoeveel meter per volledige trilling?

steek nu zelf je formule in elkaar......

EvilBro

1. Wanneer heb je buiken en wanneer heb je knopen in een golf?

Dit lijkt me een kwestie van de definitie van buiken en knopen geven en dan vervolgens de voorwaarden noemen die dus moeten gelden.

2. Bij interferentie van 2 trillingsbronnen, trillend met dezelfde frequentie, maar waarbij de 2de bron pi / 2 voorloopt op de eerste, vind je de tweede knopenlijn op afstanden d1 en d2 die voldoen aan welke vergelijking?

Ik heb gevonden : d2 - d1 = landa / 4

Ten eerste bedoel je volgens mij labda (

\(\lambda\)

). Ten tweede weet ik niet wat er bedoeld wordt met de tweede knopenlijn. De voorwaarde die je gevonden hebt is inderdaad een knopenlijn, maar of het de tweede is kan ik dus niet zeggen. Het is trouwens bij dit soort vragen handig als je je berekening ook post.

3. Twee coherende trillingsbronnen trillen in fase. De plaatsen waar de amplitude van de resulterende trilling gelijk is aan de helft van de maximale amplitude 2A voldoen aan welke vergelijking?

Ik heb gevonden : r2 - r1 = (n +/- (1/6)) * landa / 2

Ik kom op iets anders uit. Laat je berekening eens zien.

4. Een lopende golf heeft als bewegingsvergelijking s = 0,0700*sin*2*PI*(3,00*t-(d / 3,25)

Bepaal de volgende parameters:

a) frequentie : 2*PI * 3,00

Dat is niet juist. Dit zou namelijk betekenen dat er \(6 \pi\) trillingen per seconde worden uitgevoerd. Teken de lopende golf eens en tel het aantal trillingen in een seconde.

b) periode

Hoe lang duurt 1 trilling?

c) golflengte

Maak hierbij gebruik van de kennis (formule) die je ook hebt toegepast bij vraag 2 en 3.

d) amplitude : 0,0700

Yep...

e) snelheid

Als je de frequentie weet en de golflengte dan kun je deze bepalen.

Bij vraag 5 heb ik geen idee aangezien ik niet weet wat een materiele golf is.

6.) Een golf met amplitude 3,00cm en een frequentie van 4,00Hz legt in 1,00s 20m af. Wat is de golflengte van de golf?

Dit zal gaan zoals bij vraag 4e. Misschien helpt het om de situatie na 1 seconde te tekenen.

Rov

Stefke29 schreef:4. Een lopende golf heeft als bewegingsvergelijking s = 0,0700*sin*2*PI*(3,00*t-(d / 3,25)

Bepaal de volgende parameters:

a) frequentie : 2*PI * 3,00

b) periode

c) golflengte

d) amplitude : 0,0700

e) snelheid

Heb maar twee dingen gevonden

Hoe kan je de frequentie hebben zonder de periode, of andersom.

Zet het om naar de algemene vergelijking voor een lopende golf:

\(y(x,t) = A \sin(\omega t - kx)\)

Met de gegevens geeft dit:

\(y(x,t)=0.07\sin(6 \pi t - \frac{2\pi x}{3.25})=0.07\sin(18.9 t - 1.93x)\)

, in de fysica rekent men dat altijd uit, dat komt duidelijker over.

De periode/frequentie wordt gegeven door:

\(T = \frac{1}{f} = \frac{2\pi}{\omega}\)

Normaal kan je de golflengte bereken je door:

\(\lambda = v*T = \frac{v}{f}\)

T ken je en

\(v = \frac{\omega}{k}\)

waarbij k het golfgetal is:

\(\frac{2\pi}{3.25}\)

In dit geval zie je de golflengte onmiddellijk omdat:

\(k= \frac{2\pi}{\lambda}\)

, en die 2 pi staat nog mooi in de golfvergelijking.

De amplitude heb je correct.

De (golf)snelheid heb je al moeten bereken om de golflengte te berekenen.

PS: grootheden hebben ook eenheiden

. Die kan je uit de formules afleiden.

Dus de frequentie is niet 3 maar 3 Hertz of 3 s^-1.

Ivm met de knopen en buiken:

Knopen is daar waar de amplitude 0 is en buiken is daar waar de amplitude maximaal is.

Wetenschapsforum

Laatste berichten

Nieuwsberichten

[natuurkunde] golven

[natuurkunde] golven

Re: [natuurkunde] golven

Re: [natuurkunde] golven

Re: [natuurkunde] golven