Enkele vragen
Moderator: ArcherBarry
Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
-
- Berichten: 81
Enkele vragen
Hallo ik had een aantal vragen en ik hoopte dat jullie mij misschien konden helpen. (Ik had ze ook al geplaatst bij huiswerk maar ik krijg geen antwoord)
Ik heb een vraag die komt uit het toelatingsexamen en ik twijfel een beetje dus:
Men vermengt welbepaalde concentraties aan stikstofmonoxide en zuurstof en meet de
reactiesnelheid v van volgende reactie
2 NO (g) + O2 (g) --> 2NO2 (g)
Als men bij dezelfde temperatuur de ingezette concentratie aan NO verdubbelt blijkt deze
reactiesnelheid met een factor 4 te verhogen ; als zowel de NO-concentratie als de O2 -
concentratie verdubbeld worden gaat de reactie 8 keer sneller.
Welke van onderstaande vergelijkingen vertolkt de concentratie-afhankelijkheid van de
reactiesnelheid voor deze reactie ?
<A> v = k [NO]2 [O2]
<B> v = k [NO]2 [O2]2
<C> v = k [NO] [O2]2
<D> v = k [NO] [O2]
Is dit dan bij verdubbeling van NO gaat de reactie keer vier dus 2^2 en als bij verdubbeling van zowel NO en O2 gaat de reactie keer 8 dus 2^3 en aangezien NO 2^2 dus bij factor acht is 2^2 en 2^1 dus A?????
Vraag 2: (deze snap ik echt niet)
De standaardreductiepotentiaal E° van een redoxkoppel is een maat voor de oxiderende kracht
van de geoxideerde vorm van het redoxkoppel in standaardomstandigheden, d.w.z. met de
concentraties van al de opgeloste stoffen gelijk aan 1 mol/l ; de hoeveelheid van een vaste stof
speelt echter geen rol. Hoe hoger de E°-waarde hoe sterker de oxiderende kracht van de
geoxideerde vorm van het redoxkoppel.
In sommige pacemakers die ingeplant werden bij patiënten met hartritmestoornissen, werd de
elektrochemische energie van een kwikbatterijtje gebruikt. In deze batterij bevinden zich
enerzijds zink en Zn2+-ionen, en anderzijds kwik en Hg2+
2 -ionen.
Gegeven : de E°-waarden voor de redoxkoppels bij 298 K :
Hg2+
2 / Hg = + 0.27 volt
Zn2+ / Zn = 0.76 volt
Hier volgen twee beweringen :
I bij gebruik van de batterij zal er kwikmetaal worden geoxideerd
II bij gebruik van de batterij zal een zinken huls die in contact is met de Hg2+
2 -ionen
langzaam oplossen
<A> beweringen I en II zijn beide juist
<B> beweringen I en II zijn beide fout
<C> alleen bewering I is juist
<D> alleen bewering II is juist
Vraag 3:
In een gesloten recipiënt van 1 liter brengt men 0,5 mol N2 en 0,8 mol H2. Hierna stelt er zich
een evenwicht in volgens de vergelijking :
N2 (g) + 3 H2 (g) --><---2 NH3 (g)
De evenwichtsconcentratie aan ammoniak bedraagt 0.2 mol per liter. Wat is de
evenwichtsconcentratie aan H2 ?
<A> 0,4 mol l-1
<B> 0,5 mol l-1
<C> 0,6 mol l-1
<D> de evenwichtsconstante voor de reactie bij de beschouwde temperatuur moet gekend
zijn
Sorry ik weet niet waarom de tekst opeens dik gedrukt is. Alvast heel erg bedankt!
Ik heb een vraag die komt uit het toelatingsexamen en ik twijfel een beetje dus:
Men vermengt welbepaalde concentraties aan stikstofmonoxide en zuurstof en meet de
reactiesnelheid v van volgende reactie
2 NO (g) + O2 (g) --> 2NO2 (g)
Als men bij dezelfde temperatuur de ingezette concentratie aan NO verdubbelt blijkt deze
reactiesnelheid met een factor 4 te verhogen ; als zowel de NO-concentratie als de O2 -
concentratie verdubbeld worden gaat de reactie 8 keer sneller.
Welke van onderstaande vergelijkingen vertolkt de concentratie-afhankelijkheid van de
reactiesnelheid voor deze reactie ?
<A> v = k [NO]2 [O2]
<B> v = k [NO]2 [O2]2
<C> v = k [NO] [O2]2
<D> v = k [NO] [O2]
Is dit dan bij verdubbeling van NO gaat de reactie keer vier dus 2^2 en als bij verdubbeling van zowel NO en O2 gaat de reactie keer 8 dus 2^3 en aangezien NO 2^2 dus bij factor acht is 2^2 en 2^1 dus A?????
Vraag 2: (deze snap ik echt niet)
De standaardreductiepotentiaal E° van een redoxkoppel is een maat voor de oxiderende kracht
van de geoxideerde vorm van het redoxkoppel in standaardomstandigheden, d.w.z. met de
concentraties van al de opgeloste stoffen gelijk aan 1 mol/l ; de hoeveelheid van een vaste stof
speelt echter geen rol. Hoe hoger de E°-waarde hoe sterker de oxiderende kracht van de
geoxideerde vorm van het redoxkoppel.
In sommige pacemakers die ingeplant werden bij patiënten met hartritmestoornissen, werd de
elektrochemische energie van een kwikbatterijtje gebruikt. In deze batterij bevinden zich
enerzijds zink en Zn2+-ionen, en anderzijds kwik en Hg2+
2 -ionen.
Gegeven : de E°-waarden voor de redoxkoppels bij 298 K :
Hg2+
2 / Hg = + 0.27 volt
Zn2+ / Zn = 0.76 volt
Hier volgen twee beweringen :
I bij gebruik van de batterij zal er kwikmetaal worden geoxideerd
II bij gebruik van de batterij zal een zinken huls die in contact is met de Hg2+
2 -ionen
langzaam oplossen
<A> beweringen I en II zijn beide juist
<B> beweringen I en II zijn beide fout
<C> alleen bewering I is juist
<D> alleen bewering II is juist
Vraag 3:
In een gesloten recipiënt van 1 liter brengt men 0,5 mol N2 en 0,8 mol H2. Hierna stelt er zich
een evenwicht in volgens de vergelijking :
N2 (g) + 3 H2 (g) --><---2 NH3 (g)
De evenwichtsconcentratie aan ammoniak bedraagt 0.2 mol per liter. Wat is de
evenwichtsconcentratie aan H2 ?
<A> 0,4 mol l-1
<B> 0,5 mol l-1
<C> 0,6 mol l-1
<D> de evenwichtsconstante voor de reactie bij de beschouwde temperatuur moet gekend
zijn
Sorry ik weet niet waarom de tekst opeens dik gedrukt is. Alvast heel erg bedankt!
29 augustus, laat al het geluk met mij zijn!
- Berichten: 8.557
Re: Enkele vragen
Als je geen antwoord krijgt dan heb je pech. Het is in ieder geval niet de bedoeling om te gaan crossposten. Dit wordt gezien als uiterst onbeleefd. Tevens is de term 'enkele vragen' nauwelijks lading dekkend te noemen. Denk de volgende keer iets beter na over de titel die je ene topic meegeeft.
-slotje-
-slotje-
"Meep meep meep." Beaker