vlaamse wiskunde olypmiadevraag 30 ('95), koorde cirkel

Moderators: dirkwb, Xilvo

Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter
Reageer
Berichten: 32

vlaamse wiskunde olypmiadevraag 30 ('95), koorde cirkel

twee evenwijdige koorden in een cirkel hebben lengtes 10 en 14 en hun onderlinge afstand is 6. de koorde, evenwijdig met de gegeven koorden en precies halfweg tussen hen, heeft lengte
\(\sqrt{a}\)
. dan is a gelijk aan ??



ik kan alleen maar vinden dat deze 3 koorden zich aan 1 kant van de cirkel zich bevinden aangezien 10<
\(\sqrt{a}\)
<14, aangezien dit enkel binnen het bereik van de antwoordmogelijkheden ligt. nl: 184, 176, 168, 156 of 144

Berichten: 2.746

Re: vlaamse wiskunde olypmiadevraag 30 ('95), koorde cirkel

ik kom 184 uit

maar ik heb de twee koorden in mijn berekeningen aan weers zijden van het middelpunt gehouden.

teken de cirkel en twee evenwijdige koorden, verbind de koorden met een loodrechte die door het middelpunt gaat. deze rechte deelt beide koorden precies in twee(eigenschap). verbind voor elke koorde 1 snijpunt met de cirkel met het middelpunt, nu heb je twee rechthoekige driehoeken, waarvan je de schuine zijde (straal) niet kent, en de afstand tot het middelpunt ook niet, maar die zijn respectievelijk x en 6-x

mbv pythagoras krijg je twee vergelijkingen met twee onbekenden waaruit je r en x kan oplossen

teken dan de derde koorde, die ligt op drie van de koordes, dus op 6-x-3 van het middelpunt. met die afstand, de helft van de derde koorde (([wortel]a)/2) en de reeds berekende straal van de cirkel

dus een simpele vergelijking om a te berekenen

ik hoop dat het een beetje duidelijk was

(x=1, r= :) 50)

Berichten: 7.068

Re: vlaamse wiskunde olypmiadevraag 30 ('95), koorde cirkel

twee evenwijdige koorden in een cirkel hebben lengtes 10 en 14 en hun onderlinge afstand is 6. de koorde, evenwijdig met de gegeven koorden en precies halfweg tussen hen, heeft lengte
\(\sqrt{a}\)
. dan is a gelijk aan ??
Bij een cirkel geldt:
\(x^2 + y^2 = r^2\)
Bij een nog onbekende x geldt:
\(x_0^2 + (\frac{14}{2})^2 = r^2\)
Verder weet je dat geldt:
\((x_0+6)^2 + (\frac{10}{2})^2 = r^2\)
Aan elkaar gelijk stellen om \(r\) te elimineren:
\((x_0+6)^2 + (\frac{10}{2})^2 = x_0^2 + 12 x_0 + 36 + 25 = x_0^2 + (\frac{14}{2})^2 = x_0^2 + 49 \rightarrow x_0 = -1\)
Hiermee kun je de waarde van \(r^2\) bepalen:
\(r^2 = 1 + 49 = 50\)
Nu geldt ook nog:
\((x_0+3)^2 + y^2 = r^2 \rightarrow y = \sqrt{46} \rightarrow \sqrt{a} = 2 y \rightarrow a=184\)

ik kan alleen maar vinden dat deze 3 koorden zich aan 1 kant van de cirkel zich bevinden
Dat denk ik niet.

Berichten: 2.746

Re: vlaamse wiskunde olypmiadevraag 30 ('95), koorde cirkel

een oplossing op een meetkundige en een op een analytische manier, wat wil je nog meer.

Gebruikersavatar
Berichten: 3.330

Re: vlaamse wiskunde olypmiadevraag 30 ('95), koorde cirkel

Ik ben volledig akkoord met superslayer, de koorden niet zelfde kant middelpunt anders niet oplosbaar.

Ik krijg x=1; r²=50;a/4=46.
Volgens mijn verstand kan er niets bestaan en toch bestaat dit alles?

Berichten: 4.502

Re: vlaamse wiskunde olypmiadevraag 30 ('95), koorde cirkel

Grafisch kwam ik op 182,25,dus in de buurt en ontdekte direct dat het middelpunt van de cirkel tussen de koordes 14 en [wortel]a ligt!

Reageer