Ik vind het moeilijk om te bepalen welke staven zogenaamde nulkrachtstaven zijn. In ons boek staat dat:
- Als slechts twee staven een vakwerkknoop vormen en er geen externe belasting of steunpuntreactie op de knoop wordt uitgeoefend, moeten de staven nulkrachtstaven zijn.
Dit is in de afbeelding nergens het geval volgens mij.
Ook staat er in het boek:
- Als drie staven een vakwerkknoop vormen en twee van de staven in elkaars verlengde liggen, dan is de derste staaf een nulkrachtstaaf als er geen externe kracht of steunpunreactie op de knoop wordt uitgeoefend.
Dit is volgens mij alleen het geval bij knooppunt G, staaf CG zou dan een nulkrachtstaaf moeten zijn volgens mij.
Alleen als ik bij de voorbeeldberekeningen kijk (een soort vergelijkbaar vakwerk) gaan ze er van uit dat in ieder geval DE en DF nulkrachtstaven zijn.
Mijn vraag: Hoe kan ik te weten komen wat nulkrachtstaven zijn (met als voorbeeld het bovenstaande vakwerk), want met deze vergelijkingen kom ik er niet, of interpreteer ik ze niet juist?
Alvast bedankt!
