ik zou de volgende stelling graag bewezen zien, maar dat vlot niet echt:
Wat ik al geprobeerd heb:Elke functie van naar [rr] is te schrijven als de som van een even en een oneven functie.
Kies een twee willekeurige functies, f1(x) en f2(x) die respectievelijk even en oneven zijn. Je kan dus zeggen dat:
f1(x)=f1(-x)
en
-f2(x)=f2(-x)
Nu tel je beide functies op: f1(x)+f2(x) = ...
Hoe moet het nu verder?
Alvast bedankt!
Stijn