Op bovenstaande figuur ziet u twee driehoeken. Het punt A is vast en het punt C beweegt over de rechte naar rechts. De zijde AB en BC moet u voorstellen als een kabel. Wanneer C naar rechts beweegt met een afstand y wordt het voormalig punt B x naar boven getrokken.
Nu heb ik een vraagstuk kunnen oplossen door gebruik te maken van het volgende. Als de oorspronkelijke zijde BC 4 lang is dan kan men die lengte 4 terug vinden op de tweede figuur wanneer men evenwijdig met de zijde BC een rechte naar rechts trekt uit het voormalig punt B.
Nu vraag ik me af op welke eigenschap dit berust dat deze zijde terug vier lang is?
Of hoe ik dit kort kan bewijzen. Ik moet gebruik maken van deze eigenschap in een meetkundige oefening het is dus de bedoeling dat ik die min of meer kan verklaren.
De schets is wel niet echt goed gelukt. Op de schets blijkt de tweede zijde namelijk iets korter dan vier te zijn.
Alvast dank,
.. Ik zou het wel leuk vinden die oplossing te horen, als het niet te lang en te ingewikkeld is, zou je hem dan mss willen posten?