Wetenschapsforum

goed voor mijn po scheikunde moet ik 2 proefen uitvoeren, een conducto en een fotometrische. Met de foto zit het wel snor, maar ik twijfel toch een beetje over mijn berekening bij de conductometrie, dus hier:

_____________________

80 g/L oplossing natriumfosfaat

Molmassa natriumfosfaat = 3 Na+: 22,99 (x3)

PO4: 94.79

Totaal: 163,76 mol

Er heeft bij onze proeven gemiddeld 2,580016038 ml natriumfosfaat gereageerd op het omslagpunt.

2,580016038 ml = 0,206401283 g (het is een oplossing van 80g/L) = (gram/M) 0,0012603889 mol natriumfosfaat. Alleen het fosfaat heeft gereageerd met het ons monster-(opgelost in 100 ml).

Van de 0,0012603889 mol is maar 7.29557058*10-4 daadwerkelijk van het fosfaat.

Aangezien het fosfaat niet alleen reageerd met het ijzer(III) , maar ook met het calcium van ons monster moeten we rekening houden met het feit dat 2/3 met Ca en 1/3 met ijzer reageert.

Ca: mol fosfaat/2 * 3 = mol Ca = 1,09 * 10-3

molecuulmassa = 40,08 => 0,0438609696 g

Fe: mol fosfaat = mol Fe = 7.29557058*10-4

Molecuulmassa = 55,85 => 0,0407457611 g

We hebben voor onze proeven het monster opgelost in 100 ml. Van deze 100 ml hebben wij 10 en 3* 5 ml gebruikt voor de conductometrische proef. De 10 ml is omgerekend, dus we kunnen rekenen met de 5 ml. Bij de conductometrische proef hebben we dus maar 1/20 van het monster genomen om mee te werken. De massa’s komen dus een factor 20 te laag uit;

0,0438609696 g Ca => 0,8772193929 g in het monster

0,0407457611 g Fe => 0,8149152211 g in het monster

Eerst de oplosreactie:

aq

Na3PO4 ---------> Na+ (aq) + PO43-(aq)

Neerslagreacties:

3 Ca2+ (aq) + 2 PO43- (aq) --> Ca3(PO4)2 (s)

Fe3+ (aq) + PO43- (aq) --> FePO4 (s)

Je zegt: "Van de 0,0012603889 mol is maar 7.29557058*10-4 daadwerkelijk van het fosfaat. "

Dat is dus niet zo want 0,00126 mol Na₃PO₄ = 0,00126 mol PO₄^3-

Het zijn molen, geen grammen.

Wat je daarna allemaal doet met Ca en Fe en met die milliliters is mij een raadsel.

Die 0,00126 mol fosfaat is de som van (2/3)*Ca²⁺ plus Fe³⁺ molen die aanwezig zijn in het monster.

Dat is één vergelijking met twee onbekenden dus ik zie niet in hoe je met deze proef zowel Ca²⁺ als Fe³⁺ in het monster kunt bepalen.

Jij lijkt alle molen fosfaat te tellen voor eerst alleen alle (2/3)*Ca²⁺ molen en daarna ook nog eens voor alleen alle Fe³⁺ molen.

goed daar ben ik weer. Over het eerste had ik idd een beetje gelezen....vermoeid door al school denk ik.

Gelijk heb je dat ik 2 onbekenden heb, deze proef bestaat ook uit 2 onderdelen: Conductometrie en Fotometrie

Bij de fotometrische meting bepaal je mbv een raaklijn (gemaakt met een "stock-oplossing" van Fe 3+) de hoeveelheid Fe3+ in het monster. Ik ben dus een beetje incompleet geweest met m'n vorige post

dus nu volledig:

_______________________________

"Bepaling van het gehalte van calciumchloride en ijzer(III)chloride" - titel proef

In de volgende proefen ga je onderzoeken wat het gehalte is aan calciumchloridehydraat en ijzer(III)chloridehexahydraat in een monster. Van de twee stoffen ga je het gehalte aan Ca 2+ en Fe2+- ionen bepalen in de twee hieronder beschreven proeven. Als je beide gehalten aan Ca 2+ en Fe2+ - ionen weet kun je ook uitrekenen hoeveel je totaal aan elke stof hebt.

monstervoorbereiding

breng het verstrekte monster kwantitatief over in een 100 ml maatkolf, los dit op met demiwater en vul aan tot de maatstreep. Bewaar deze oplossing goed!

conductometrische bepaling van calcium-ionen en ijzer(III)-ionen

lap theorie over een snijpunt (is trouwens goed gelukt in onze proef)

Verwerking

-maak een grafiek waarin je .......

-bepaal aan de hand van de grafieken hoeveel mol calcium-ionen en ijzer(III)-ionen in het monster zat

-reken dat terug naar hoeveel gram calciumcloridedihydraat en ijzer(III)chloridehexahydraat dat overeen kwam

____________________________

Fotometrische bepaling van Fe(III)-ionen met ehiocyanaat

theorie over de intensiteit en een donkere rode tint

.......maak een ijklijn........

de stockoplossing die je gebruikt om de ijklijn te maken beval 3,00 g Fe3+/L => weeg dit nauwkeurig af

verwerking

-maak van de resultaten een ijklijn en bepaal aan de hand van de ijklijn de concentratie ijzer(III) - ionen in de monsteroplossing

-reken terug hoeveel gram ijzer(III)chloridehexahydraat in het uitgereikte monster zat

-en hoeveel gram calciumcloridedihydraat zat er dus in het monster

_____________________________

de resultaten

conducto: het equivalentiepunt is bij een toevoeging van 2,580016038 ml natriumfosfaat = 0,206401283 g (het is een oplossing van 80g/L) = (gram/M) 0,0012603889 mol natriumfosfaat = 0,0012603889 mol fosfaat

; van het monster is 5 ml gebruikt bij deze proef; de reacties:

aq

Na3PO4 ---------> Na+ (aq) + PO43-(aq)

neerslagreacties

3 Ca2+ (aq) + 2 PO43- (aq) --> Ca3(PO4)2 (s)

Fe3+ (aq) + PO43- (aq) --> FePO4 (s)

Fotometrie

omdat bij het gebruik van deze oplossing van de stock voor de ijklijn véél te hoog uitkwamen hebben we deze 25x verdunt, het monster is 50x verdunt

.......het snijpunt is daar waar: 3,99 ml stockoplossing was opgelost met 10 mL 1M KSCN en 10 mL 1 M HCL, dat komt overeen met 0,053715309 mol per liter.

Omdat het monster ongeveer overeenkwam met 4 ml stockoplossing doen we:

4x0,053715309=0,000214368

Het monster is echter 2x zo sterk verdund als de stockoplossingen. Ook is maar 2 ml van de originele 100ml gebruikt. Daarom wordt die hoeveelheid vermenigvuldigd met 100:

0,021436809

Nu hebben we het aantal mol Fe3+ in het monster, met de conductometrische proef is nu te bepalen hoeveel mol Ca2+ in het monster zit.

===========>>>>>>>> hoe doen we dat? ik weet nu hoeveel mol Fe3+ er zit, kan ik dit nu gewoon invullen in de formules bij conductometrie??!!!