Nu hebben wij sinds kort toegang tot het kenniscentrum van deze organisatie en daar viel mijn oog op een artikel dat medewerkers uitnodigd om zelf wetenschappelijk onderzoek in eigen instelling te doen.
De bedoeling is dat medewerkers die hier interesse in hebben de volgende enquete invullen die een bepalende rol zou spelen in het -al dan niet- laten doorgaan in het proces naar het onderzoek:
Mochten aan de hand van deze enquete leidinggevenden instemmen met het onderzoek dan volgt er voor de medewerker die het onderzoek wil uitvoeren een wetenschapstraining en bovendien een op het onderzoek toegesneden begeleiding van een ervaren praktijkonderzoeker van de afdeling Orthopedagogiek van de Vrije Universiteit die door de Carante Groep specifiek voor dit doel is aangesteld.enquete schreef:1. Wil jij zelf een praktijkonderzoek gaan uitvoeren?
JA/NEE
Opmerkingen
2. Wat is het thema/onderwerp?
3. Ga je daarbij uit van een theorie (welke?) of is het louter praktijk?
4. Heb je al enig idee over de methode?
De onderzoeksgroep?
De instrumenten voor onderzoek?
Het design? Bijvoorbeeld experimenteel/longitudinaal (meerdere keren meten met voor en nametingen en/of controlegroepen) of cross-sectioneel (eenmalig meten en kijken naar relaties tussen variabelen).
5. Onderken je hiaten in je kennis of vaardigheden, die in een Wetenschapstraining aandacht zouden moeten krijgen? Denk daarbij aan hiaten in theoretische kennis of hoe je literatuuronderzoek doet, in methodologische, statistische kennis, kennis van onderzoeksdesigns, kennis van onderzoek naar validering van toetsen/testen/diagnostische middelen en van dataverwerkingsprogrammas (bijv. SPSS)
6. Hiaten in kennis over wetenschappelijk publiceren/maken van een congresbijdrage?
7. Hiaten mbt implementeren van de resultaten in de praktijk?
8. Hoe groot acht je de mogelijkheid dat je voor het doen van onderzoek wordt vrijgesteld door jouw leidinggevende? Heb je dat eerder al eens aangekaart?
Nu is het in mijn belang om deze enquete zo goed mogelijk in te vullen en bovendien een breder beeld te krijgen hoe dergelijke onderzoeken praktisch haalbaar uitgevoerd zouden kunnen worden om -los van de 'Expertisegroep Wetenschappelijk Verantwoord Praktijkonderzoek' - ook mijn eigen leidinggevende te kunnen overtuigen.
Met dit topic hoop ik met wat hulp dit vlak een beetje te kunnen verkennen aan de hand van een op de praktijk gerichte onderwerp die ik graag zou willen gebruiken:
"Vanwege een forse groei mede -vanwege een grote fusie- en een paar flinke tikken op de vingers van de stichting waar ik werkzaam ben door inspectie is er in de laatste paar jaren een forse toename van beheersmatige kwaliteitsbewaking te ervaren op de werkvloer.
Het regent protocollen en formuliertjes waarin verantwoording af gelegd dient te worden aangaande deze protocollen.
In de visie die deze stichting hanteerd heeft men het zelfs letterlijk over 'producten' die wij af leveren aan onze cliënten die nog net geen 'klanten' genoemd worden.
M.i. kan dit bijna niet anders dan ten koste gaan van de intrinsieke motivatie van werknemers op de werkvloer die vanuit hun liefde voor medemens en maatschappij in dit werk stappen en wordt het verlegd naar een extrinsieke motivatie waarin het om het 'kwalitatieve' product gaat en de 'natuurlijke' relatie van medemens naar medemens dat zich o.a. uit in warmte en spontaniteit meer op de achtergrond verdwijnt."
Dit zou ik graag willen onderzoeken maar raak al in de knel bij het begin; het formuleren van een hypothese die deze lading dekt en concreet te onderzoeken valt.
De (mate van) beheersmatige kwaliteitsbewaking zou ik moeten kunnen vaststellen, de verlegging van motivatie en bovendien de aard van de relatie werknemer-cliënt.
Alle drie zouden ze in de hypothese geformuleerd moeten worden maar ben bang dat de hypothese dan veel te breed komt te liggen omdat je dan én de correlatie kwaliteitsbewaking vs (intr. of extr.) motivatie onderzoekt en de correlatie (intr. of extr.) motivatie vs relatie werknemer-cliënt waarmee indirect de correlatie kwaliteitsbewaking vs relatie werknemer-cliënt.
De hypothese zou dan volgen uit twee subhypothesen.
Mijn eerste vraag luidt dan; zijn er richtlijnen voor het opstellen van een degelijke hypothese; zijn subhypothesen binnen één onderzoek toelaatbaar?