Ik ben bezig met wat zaken over Noether's methodes enzo ( kortgezegd wil ik wat identiteiten voor Noetherstromen afleiden ). Hierbij gebruik ik onder andere het boek van Tomas Ortin, "gravity and strings". Nou heb ik moeite met het volgende.
Om de bewegingsvergelijkingen af te leiden stel je dat de actie invariant is onder een willekeurige variatie van je veld
Dan definieren ze ook nog een andere variatie:
Dit omschrijft Ortin als "hier wordt het veld berekend in hetzelfde punt in 2 verschillende coordinatenstelsels". De relatie tussen die 2 variaties kan ik afleiden, maar ik snap niet zo goed wat er nu precies gebeurt.
Zou voor een scalair veld
En dan de vraag: wat doe je nu precies als je die velden "willekeurig varieert" om de bewegingsvergelijkingen mee af te leiden? Wat doe je met de coordinaten?
Ik hoop dat iemand hier wat duidelijkheid over kan geven. Als het topic hier niet goed staat mag het ook naar wiskunde.