Examenvragen dynamica deeltjes/stelsels
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 4
Examenvragen dynamica deeltjes/stelsels
beste,
ik zit nogal in de problemen met volgende examenvragen:
1. Een massa (0,1 kg) ligt op een wrijvingsloos schuin vlak (30?) op een hoogte d. Onderaan het schuine vlak bevindt zich een veer met veerconstante 100N/m. Wanneer de massa wordt losgelaten wordt de veer 10cm ingeduwd. Bereken d.
2. Een object (een jojo) bestaat uit 2 delen. De straal van het grootste gedeelte is 10 keer de straal van het kleinste gedeelte (R = 10r). De massa van het totale object is M, het traagheidsmoment t.o.v. de rotatie-as wordt benaderd door Ir = ? MR?. Rond de kleinste cilinder is een touw gewikkeld. Het touw wordt op een vast punt stilgehouden. Op t = 0 laat men de jojo los. Bereken a) de baanversnelling van het massacentrum, en b) de spankracht in het touw als M = 0,1kg.
heeft iemand een idee voor een methode om deze twee te berekenen?
bedankt voor al te lezen!
niels
ik zit nogal in de problemen met volgende examenvragen:
1. Een massa (0,1 kg) ligt op een wrijvingsloos schuin vlak (30?) op een hoogte d. Onderaan het schuine vlak bevindt zich een veer met veerconstante 100N/m. Wanneer de massa wordt losgelaten wordt de veer 10cm ingeduwd. Bereken d.
2. Een object (een jojo) bestaat uit 2 delen. De straal van het grootste gedeelte is 10 keer de straal van het kleinste gedeelte (R = 10r). De massa van het totale object is M, het traagheidsmoment t.o.v. de rotatie-as wordt benaderd door Ir = ? MR?. Rond de kleinste cilinder is een touw gewikkeld. Het touw wordt op een vast punt stilgehouden. Op t = 0 laat men de jojo los. Bereken a) de baanversnelling van het massacentrum, en b) de spankracht in het touw als M = 0,1kg.
heeft iemand een idee voor een methode om deze twee te berekenen?
bedankt voor al te lezen!
niels
- Moderator
- Berichten: 51.271
Re: Examenvragen dynamica deeltjes/stelsels
nr 1 eenvoudiger dan hij lijkt.
de indrukking geeft je een veerenergie ½ku². en die móet gelijk zijn aan de zwaarte-energie mgh op het moment van loslaten. Enige wat me niet duidelijk is of met d de afstand over de helling, of inderdaad gewoon de verticale hoogte worrdt bedoeld. maar ook die schuine afstand is, als je de hoogte kent, met een beetje gonio in no time opgelost.
de indrukking geeft je een veerenergie ½ku². en die móet gelijk zijn aan de zwaarte-energie mgh op het moment van loslaten. Enige wat me niet duidelijk is of met d de afstand over de helling, of inderdaad gewoon de verticale hoogte worrdt bedoeld. maar ook die schuine afstand is, als je de hoogte kent, met een beetje gonio in no time opgelost.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
-
- Berichten: 4
Re: Examenvragen dynamica deeltjes/stelsels
Dus eigenlijk bekom je gewoon deze vergelijking bij loslaten:Jan van de Velde schreef:nr 1 eenvoudiger dan hij lijkt.
de indrukking geeft je een veerenergie ½ku². en die móet gelijk zijn aan de zwaarte-energie mgh op het moment van loslaten. Enige wat me niet duidelijk is of met d de afstand over de helling, of inderdaad gewoon de verticale hoogte worrdt bedoeld. maar ook die schuine afstand is, als je de hoogte kent, met een beetje gonio in no time opgelost.
m*g*h*sin 30° = - 1/2 * k * 0,012
je hoogte eruithalen en de andere waardes invullen en voila?
- Moderator
- Berichten: 51.271
Re: Examenvragen dynamica deeltjes/stelsels
Wel ongeveer die kant op, maar met wat foutjes.xniels schreef:Dus eigenlijk bekom je gewoon deze vergelijking bij loslaten:
m*g*h*sin 30° = - 1/2 * k * 0,012
je hoogte eruithalen en de andere waardes invullen en voila?
Dit moet in eerste instantie púúr een energievergelijking worden. We rekenen hier met h, die hoek doet dan totaal niet terzake. Dat komt eventueel als je met die verkregen h de schuifafstand langs de helling wil berekenen.
Verder is 10 cm niet gelijk aan 0,01 m.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
-
- Berichten: 1.007
Re: Examenvragen dynamica deeltjes/stelsels
Ja. Je dient gewoonxniels schreef:2. Een object (een jojo) bestaat uit 2 delen. De straal van het grootste gedeelte is 10 keer de straal van het kleinste gedeelte (R = 10r). De massa van het totale object is M, het traagheidsmoment t.o.v. de rotatie-as wordt benaderd door Ir = ? MR?. Rond de kleinste cilinder is een touw gewikkeld. Het touw wordt op een vast punt stilgehouden. Op t = 0 laat men de jojo los. Bereken a) de baanversnelling van het massacentrum, en b) de spankracht in het touw als M = 0,1kg.
heeft iemand een idee voor een methode om deze twee te berekenen?
\(\sum F=ma\)
en \(\sum M=I \alpha\)
in te vullen. Bedenk daarbij dat hoekversnelling en versnelling onderling een verband hebben en dat is je derde vergelijking. Mijns inziens is dit vraagstuk nu op te lossen.-
- Berichten: 4
Re: Examenvragen dynamica deeltjes/stelsels
hoe moet je de 30 graden er dan precies in verwerken?Jan van de Velde schreef:Wel ongeveer die kant op, maar met wat foutjes.
Dit moet in eerste instantie púúr een energievergelijking worden. We rekenen hier met h, die hoek doet dan totaal niet terzake. Dat komt eventueel als je met die verkregen h de schuifafstand langs de helling wil berekenen.
Verder is 10 cm niet gelijk aan 0,01 m.
excuses voor de typefout weinig slaap tijdens de examens hier
alvast enorm bedankt!
- Moderator
- Berichten: 51.271
Re: Examenvragen dynamica deeltjes/stelsels
Ja, het dringt niet door geloof ik.
zó zie ik d en h:
en dus begrijp ik niet hoe er om een hoogte d wordt gevraagd. Ik denk dat afstand d wordt bedoeld.
Voor de energievergelijking maakt het niet uit of het blok verticaal naar beneden valt of schuin langs een wrijvingsloze helling naar beneden schuift. Zolang je de verticale hoogte h maar in je energievergelijking stopt.
zó zie ik d en h:
en dus begrijp ik niet hoe er om een hoogte d wordt gevraagd. Ik denk dat afstand d wordt bedoeld.
Voor de energievergelijking maakt het niet uit of het blok verticaal naar beneden valt of schuin langs een wrijvingsloze helling naar beneden schuift. Zolang je de verticale hoogte h maar in je energievergelijking stopt.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270