[Scheikunde] Volumetrische bepaling 2 stoffen in één oplossing

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 758

[Scheikunde] Volumetrische bepaling 2 stoffen in

we hebben afgelopen vrijdag een practicum gehad, waar het doel was, het zoutzuur - natriumchloride gehalte te bepalen.

We hadden een onbekend mengsel van HCL en NaCl(oplossing)

we pipetteerden 10 ml van de te onderzoeken oplossing in een erlenmeyer en voegden 10 druppels methylrood toe. (indicator)

vervolgens moesten we de oplossing titreren met een oplossing van natriumhydroxide , NaOH

Daarna hebben we 5 ml kaliumchromaat oplossing toegevoegd en titreerden we met een zivernitraatoplossing.

Het eindpunt werd bereik als nast het witte neerslag een roodbruine neerslag ontstond, de kleuromslag was van geel naar rood.

(we noemen deze bepaling, ook wel de chloride bepaling volgens Mohr)

daaropvolgend moesten we de reactievergelijkingen opstellen, en het zoutzuur/natriumchloride gehalte van de oplossing in mol per liter bereken.

de toevoeging van 10 druppels methylrood heeft als enige functie het aangeven van de ph-gradatie

reacties
\( H^+ + OH^- -> H2O\)
de H^+ van HCL reageert met de OH^- tot water, er trad een kleuromslag op na het toevoegen van 5,0 ml 0,1 M NaOH

Dit houdt in dat 0,5 mmol OH^- opreageert met 0,5 mmol H^+

er bevinden zich dus 0,5 mmol H+ in HCL oplossing in 10 ml,

de molariteit van zoutzuur is dus 0,05 M

Uiteraard reageren de losgekomen Na+ zoutionen met de losgekomen Cl- zoutionen van HCL (in een 1:1 situatie) waardoor ietsmeer NaCl gevormd wordt (klopt dit?)

reactie 2 en 3
\( CrO4^2- + 2Ag^+ -> Ag2Cro4\)
\( Ag^+ + Cl^- -> AgCl\)
in principe zou er ook nog Kaliumnitraat kunnen ontstaan, welke niet van belang zijn

om de molariteit van NaCl in de oplossing nu te kunnen bepalen moeten we weten hoeveel zilvernitraat we hebben toegevoegd, dit was 11,75 ml met een molariteit van 0,1 M

er worden dus 1,175 mmol zilver gevormd

wat we ook nog moeten weten is dat er 5 ml (0,1 M) kaliumchromaat is toegevoegd, dat is dus 0,5 mmol chromaat.

uit reactie 2 blijkt dan dus, dat er maximaal 1mmol Ag gebruikt is voor de vorming van Ag2Cro4

de totale hoeveelheid Ag+ is 1,175, dus bij reactie 3 is gebruikt : 0,175 mmol Ag+

dus ook 0,175 mmol Cl- , dit is dus alle Cl- van NaCl... dus wordt de molareit van NaCl

0,175 / 10 ml = 0,0175 M

heel eerlijk gezegd twijfel ik aan deze redenatie, daarom de vraag, is dit correct?

Alvast bedankt

Gebruikersavatar
Pluimdrager
Berichten: 4.168

Re: [Scheikunde] Volumetrische bepaling 2 stoffen in

Die chromaat wordt alleen toegevoegd als indicator. Zodra er wat rood neerslag ontstaat moet men stoppen met de titratie. Het is beslist niet de bedoeling dat de volledige toegevoegde hoeveelheid chromaat met Ag+ reageert voordat men met de titratie, zoals jij rekent. Het zou immers absurd zijn als de chromaat-indicator het overgrote deel (in jouw berekening 85%) van de toegevoegde Ag+ verbruikt.

Je kunt er vanuit gaan dat alle toegevoegde Ag+ met de aanwezige Cl- gereageerd heeft. Dit geeft je dus de hoeveelheid van alle aanwezige Cl-, dus niet alleen die van de oorspronkelijke NaCl maar ook die van de oorspronkelijke HCl.
Hydrogen economy is a Hype.

Berichten: 758

Re: [Scheikunde] Volumetrische bepaling 2 stoffen in

dankjewel (eigenlijk al voor de tweede keer!)

Dus alle Cl- heeft gereageerd met Ag+ en nu is het natuurlijk de vraag, uit te vissen, welk gedeelte afkomstig is van NaCl en welke van HCl (ik bedenk me nu dat, dát niet zo lastig is, je weet immers hoeveel Cl= van HCl er vrijgekomen zijn!)

maar, die vrijgekomen CL- van HCL kunnen door toch weer reageren met Na+ ? (dan zou de molariteit dus toenemen van NaCl en dat is dus juist niet de bedoeling..)

dus je krijgt eigenlijk:

Cl- totaal = Cl- (van HCl) + Cl- (van NaCl)

en je zult dus , stel dat totaal aantal mmol Cl 100 is, en van HCl 20mmol, dan kun je er vanuit gaan dat 80mmol Cl- van NaCl heeft opgereageerd met Ag+, endan is de molariteit uiteraard simpel.

Enigszins correct? (en klopt de molariteit van zoutzuur trouwens?)

Gebruikersavatar
Moderator
Berichten: 51.264

Re: [Scheikunde] Volumetrische bepaling 2 stoffen in

Die Cl reageert nergens mee, dat blijven gewoon ionen in oplossing, en die zijn verder, reagerend of niet, voor je vraagstelling in het geheel niet interessant. En het is de hoeveelheid Cl- die je bepaalt, niet de hoevelheid Na+

Hier:
nu is het natuurlijk de vraag, uit te vissen, welk gedeelte afkomstig is van NaCl en welke van HCl (ik bedenk me nu dat, dát niet zo lastig is, je weet immers hoeveel Cl= van HCl er vrijgekomen zijn!)
sla je de spijker op de kop. Daar gaat het om, en om niks anders. Want dan weet je tevens hoeveel er van NaCl afkomstig was.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270

Berichten: 758

Re: [Scheikunde] Volumetrische bepaling 2 stoffen in

Dus de molariteit van zoutzuur wordt, (onbekende mengsel van HCL en NACl is 10 ml)

(ik heb gebruikt) 5,1 ml NaOH (0,1 M) --> 0,51 mmol , in dit geval dus ook 0,51 mmol H+ dus molariteit is 0,051M

dus de molariteit van NaCL wordt,

(ik heb gebruikt) 11,75 ml(0,1 M) zilvernitraat, dus 1,175 mmol Ag+ dus totaal gebruikte CL- is ook 1,175 mmol,

waarvan er 0,51 gebruikt zijn van de HCL (dus over) --> 1,175-0,51 = 0,665 mmol CL- van NaCl

dus in dit geval 0,665/10 = 0,0665 M = molariteit van NaCl

er was ook nog een vraag als, welke ph krijgt de oplossing, ik dacht : hij is eerst heel zuur (0,051M) maar wordt met zelfde molareit (0,051 NaOH) gemengd dus ph wordt theoretisch 7 toch?

Reageer