Ik ben bezig met een werkstuk over Hefbomen , balansen en armen . en kwam ik deze Bascule tegen.
Een bascule is opgebouwd uit een stelsel van 3 hefbomen, waarvan de eerste juk, B als steunpunt heeft : en zo is R het steunpunt van de tweede hefboom PR en tenslotte S dat van de derde hefboom QRS. De beide laatste zijn als driehoekhefbomen uitgevoerd.
Totaal zijn er 8 draaipunten. In elk daarvan wordt gewerkt met meslagers, waarvan alleen die bij R en S getekend zijn. PR is het plateau waarop de te wegen last geplaatst wordt. Vaak word een overbrengverhouding van 1:10 toegepast.( Dat betekent als je er een last van 25 Kg is je een tegen gewicht van 2.5 kg nodig hebt). ( zie tekening)
Nu had ik als vragen :
Aan welke voorwaarde moet worden voldaan om er voor te zorgen dat de plaats van de last niet van invloed is op de uitkomst van de weging?
Zal het plateau zich tijdens de weging evenwijdig aan zichzelf verplaatsen?
Hoe is de verhouding 1:10 gerealiseerd ?
Zou iemand mij deze vragen kunnen uitleggen met behulp van (voorbeeld) berekeningen?
Mvg,
Martijn
