Examen scheikunde1,2 vwo 2008
Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood
-
- Berichten: 8
Examen scheikunde1,2 vwo 2008
Bij vraag 23 van het vwo examen 2008 scheikunde1,2 (http://www2.cito.nl/vo/ex2008/800025-1-025o.pdf) snap ik niet dat de energie die vrijkomt 2.86.10^5 J is en niet 2. 2.86.10^5 J = 5.72.10^5 J is want ik dacht dat er 2 mol H2O vrijkomt volgens de reactie O2 + 2H2 ----> 2H2O klopt deze reactievergelijking niet of is het iets heel anders?
Bij voorbaat dank
Bij voorbaat dank
- Moderator
- Berichten: 51.271
Re: Examen scheikunde1,2 vwo 2008
Die reactievergelijking klopt precies. En dan zie je dat je er voor 2 mol water ook 2 mol waterstofgas in stopt.
ALS WIJ JE GEHOLPEN HEBBEN...
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
help ons dan eiwitten vouwen, en help mee ziekten als kanker en zo te bestrijden in de vrije tijd van je chip...
http://www.wetenscha...showtopic=59270
- Pluimdrager
- Berichten: 4.167
Re: Examen scheikunde1,2 vwo 2008
Er wordt gevraagd hoeveel dm3 waterstof er nodig is om de brandstofcel 2,86*105 J te laten leveren.
Die 2,86*105 J is een gegeven.
Jij moet uitrekenen hoeveel waterstof je daarvoor met zuurstof moet reageren.
Eerst de molen berekenen, daarna omzetten naar volume.
Die 2,86*105 J is een gegeven.
Jij moet uitrekenen hoeveel waterstof je daarvoor met zuurstof moet reageren.
Eerst de molen berekenen, daarna omzetten naar volume.
Hydrogen economy is a Hype.
- Pluimdrager
- Berichten: 4.167
Re: Examen scheikunde1,2 vwo 2008
@reinaldinho
Er stond geen 2,86*105 maar 2,16*105 in het vraagstuk, dus nog maar een keer:
Er wordt gevraagd hoeveel dm3 waterstof er nodig is om de brandstofcel 2,16*105 J te laten leveren.
Die 2,16*105 J is een gegeven.
Jij moet uitrekenen hoeveel waterstof je daarvoor met zuurstof moet reageren.
Eerst de molen berekenen, daarna omzetten naar volume.
Er stond geen 2,86*105 maar 2,16*105 in het vraagstuk, dus nog maar een keer:
Er wordt gevraagd hoeveel dm3 waterstof er nodig is om de brandstofcel 2,16*105 J te laten leveren.
Die 2,16*105 J is een gegeven.
Jij moet uitrekenen hoeveel waterstof je daarvoor met zuurstof moet reageren.
Eerst de molen berekenen, daarna omzetten naar volume.
Hydrogen economy is a Hype.
-
- Berichten: 8
Re: Examen scheikunde1,2 vwo 2008
Nee dat klopt niet er wordt gevraagd hoeveel dm3 je nodig hebt voor 2.16.10^5 J en de vormingswarmte van water is -2.86.10^5 J/mol maar omdat ik dacht dat er 2H2O ontstaat moet je de vormingswarmte ook keer 2 doen maar dit hoeft niet en dat snap ik niet. De molverhouding waterstof : water is 2 : 2 maar mag je dan ook zeggen 2 : 2 is 1 : 1 en dus hoef je de vormingwarmte niet meer keer 2 te doen? Want ik redeneer vanuit H2O daar ontsaat 2H2O dus 2. 2.86 = 5.72.10^5 J/mol en dan kijk ik naar de verhouding tussen H2 en H2O die is gelijk dus is er ook 5.72.10^5 J/mol H2 nodig
- Pluimdrager
- Berichten: 4.167
Re: Examen scheikunde1,2 vwo 2008
Er moet 2,16 * 105 J geproduceerd worden.
Dan moet er dus (2,16*105 J) / (2,86*105 J/mol) = 0,755 mol H2O(vloeibaar) gevormd worden oftewel 0,755 mol H2 verbranden.
Zo doodsimpel is het.
Nu nog even omrekenen naar dm3 waterstof en klaar.
Dan moet er dus (2,16*105 J) / (2,86*105 J/mol) = 0,755 mol H2O(vloeibaar) gevormd worden oftewel 0,755 mol H2 verbranden.
Zo doodsimpel is het.
Nu nog even omrekenen naar dm3 waterstof en klaar.
Hydrogen economy is a Hype.