De oefening gaat over 3 toestellen die over een rechte lijn een afstand van 3000 meter afleggen.
Een motor met maximumsnelheid 270 km/h = 972 m/s en versnelling van 8,5 m/s²
Een racewagen met maximumsnelheid 330 km/h = 1188 m/s en versnelling van 6 m/s²
Een jet met maximumsnelheid 2500 km/h = 9000 m/s en versnelling van 4,5 m/s²
Vraag is: in welke volgorde komen ze aan?
Beginsnelheid is 0 m/s en begintijdstip is 0 s.
Ik kom bij resultaat dat eerst de motor, dan de wagen en dan de jet aankomt.
De oplossing staat niet in de cursus maar er staat wel een link naar een video waar dit experiment al eens is uitgevoerd:
<object width="425" height="350"></param></param><embed src="" type="application/x-shockwave-flash" wmode="transparent" width="425" height="350"></embed></object>
Daar is duidelijk te zien dat de jet eerst aankomt, dan de wagen en dan de motor.
De formules die ik gebruikt heb zijn deze:
Volgens de eerste formule bereiken de toestellen hun maximumsnelheid na respectievelijk 114, 198 en 2000 seconden.
Ze bereiken anderzijds de finish na 26.5, 31.6 en 36.51 seconden.
Klopt dit?