In mijn boek staat dat wanneer men uitgaat van een ideaal-gas-reactie de gelijkheid \(\sum \limits_i \nu _i X_i = 0\) opgaat, met X de molaire breuk en \(\nu\) de stoechimetrische coëfficiënt.
X is dus het aantal mol van een stof i t.o.v. het totaal aantal mol, voor zij die misschien niet weten wat een molaire breuk is, of die het onder een andere naam kennen (vb. molfractie, ...).
Nu, de theorie zal wel juist zijn, anders zou het niet (meermaals) in mijn boek staan, maar ik snap niet precies waarom. Als ik als test even een willekeurige ideaal-gas-reactie neem, en daar dan de gelijkheid op uitprobeer, kom ik nooit 0 uit. Hoe komt dit?
Bvb:
Denis