Wetenschapsforum

Hallo,

Ik heb volgende vraag:

Orden van grootste naar kleinste kookpunt: H₂S , H₂Se, H₂Te.

Mijn oplossing:

Ik kijk hiervoor naar de drie voornaamste intermoleculaire krachten:

waterstofbrug, dipool dipool aantrekkingskrachten, en londonkrachten.

De sterkte van de waterstofbruggen wegen het meest door op de kooktemperatuur, dan de londonkrachten en dan de dipool dipool aantrekkingskrachten.

Ik begin met de dipool dipool aantrekkingskrachten:

Allemaal hebben ze een dipoolmoment, relatief sterk zelf.

De londonkrachten:

Hoe groter de molecuulmassa, hoe groter de londonkrachten: H₂Te de grootste, dan H₂Se en tenslotte H₂S .

De waterstofbruggen:

Allemaal hebben ze 2 waterstofbruggen...Deze van het kleinste element en het meest elektronegatief is wel het sterkst. Dus: H₂S de grootste, dan H₂Se en tenslotte H₂Te .

Nu ik dacht dat de waterstofbruggen meest doorwegen, dus zou je gaan denken dat H₂S het grootste kookpunt heeft, dan H₂Se en tenslotte H₂Te . Toch blijkt het precies omgekeerd te zijn. Hoe kan dit?

De fout zit in de redenering over waterstofbruggen. Waterstofbruggen kunnen enkel optreden tussen 2 waterstofatomen die gebonden zijn op een zeer elektronegatief atoom. In praktijk zijn dit enkel N, O en F. Enkel moleculen met een waterstof gebonden op één van deze atomen vormen waterstofbruggen. Deze zijn dus uitsluitbaar in het geval van S, Se en Te.

Het effect van de molecuulmassa speelt hierin dus de belangrijkste rol en zal er dus inderdaad voor zorgen dat H₂Te het hoogste kookpunt heeft.

Ik hoop dat dit het wat opheldert :eusa_whistle:

Aha dat verklaart echt héél veel. Hartelijk dank voor het antwoord!