Wetenschapsforum

Goedenavond, 
ik had een scheikundig vraaje.

Ik moet weten of 2-ethyl-hexaan-1-ol beter in 1,2-dichloorbenzeen of beter in benzeen oplost. Daarbij moet ik aangeven waarom dit zo is. 

Ik dacht dat 2-ethyl-hexaan-1-ol slecht oplosbaar was in water omdat hij apolair is, maar ik twijfel omdat de OH groep er voor zorgt dat hij waterstof bruggen kan vormen.

Verder ben ik er achter gekomen dat 1,2-dichloorbenzeen polair was omdat het een dipool molecul is. Omdat ik denk dat benzeen apolair is, dacht ik dat 2-ethyl-hexaan-1-ol beter oplost in benzeen, maar ik weet dit niet zeker en ik weet niet of vanderWaalskrachten en waterstofbruggen verder nog een rol spelen.
 
Ik hoop dat jullie me hiermee kunnen helpen.
 
groetjes, Lisa

Zowel dispersiekrachten, polaire krachten en waterstofbruggen spelen een rol bij oplossen/mengen.
 
In theorie is 1,2-dichloorbenzeen een iets beter oplosmiddel voor 2-ethyl-hexaan-1-ol dan benzeen, vooral omdat 1,2-dichloorbenzeen en 2-ethyl-hexaan-1-ol beiden polair zijn.
 
Om het echt goed te begrijpen zou je je moeten verdiepen in de Hansen solubility parameters
maar dat is misschien wat hoog gegrepen voor middelbare school.
 
https://en.wikipedia.org/wiki/Hansen_solubility_parameter