[natuurkunde] Warmteoverdracht

Moderators: ArcherBarry, Fuzzwood

Reageer
Berichten: 117

[natuurkunde] Warmteoverdracht

Een calorimeter met een warmtecapaciteit van 209 J/°C , bevat 200 g vloeistof bij 32,0 °C . Men voegt er 100 gram van deze vloeistof op een temperatuur van 72,0 °C aan toe . De eindtemperatuur is 42,0 °C. Bepaal welk de vloeistof vermoedelijk is, als je weet dat
Colie = 2090 J/kg.°C

Cethanol = 2480 J/kg.°C

Cw = 4186 J/kg.°C

Ckwik = 139 J/kg.°C

Hoe moet je zo een oefening oplossen?? Het zou fijn als iemand me zou helpen...

Gebruikersavatar
Pluimdrager
Berichten: 7.933

Re: [natuurkunde] Warmteoverdracht

Je begint met de calorimeter met 200 gram vloeistof op 32 graden. Door het toevoegen van de extra vloeistof verandert de temperatuur naar 42 graden. Dat kost warmte. (Q1)
De extra vloeistof begint op 72 graden en eindigt ook op 42 graden. Die staat dus warmte (Q2) af.
(Q1) en (Q2) zijn gelijk want de totale warmte blijft gelijk.
Stel voor Q1 en Q2 de vergelijking op. De enige onbekende is de soortelijke warmte van de vloeistof. Die noem je voorlopig C. Na het opstellen van de vergelijkingen kun je C uitrekenen. En die vergelijk je met de gegeven waardes om te zien over welke vloeistof het gaat.

Gebruikersavatar
Pluimdrager
Berichten: 3.505

Re: [natuurkunde] Warmteoverdracht

De enige onbekende is de soortelijke warmte van de vloeistof. Die noem je voorlopig C
Soortelijke warmte wordt altijd met een kleine letter c aangeduid. Warmtecapaciteit (massa maal soortelijke warmte) wordt altijd met een hoofdletter C aangeduid.
"Mathematics is a gigantic intellectual construction, very difficult, if not impossible, to view in its entirety." Armand Borel

Reageer