Wetenschapsforum

Hallo

volgende vraag kwam ik tegen bij het voorbereiden op het toelatingsexamen arts:
Wel volume van een NaOH-oplossing met c=2 mol/l moet toegevoegd worden aan 100 ml NH4Cl-oplossing met c=1 mol/l om een buffermengsel te vormen?
pKz(NH4+)= 9,25

Ik heb hierbij de vergelijking opgesteld en wat overblijft van het buffermengsel na het wegreageren van NaOH aan elkaar gelijkgesteld. ( 0.5-2x = 2x) Hierdoor bekom ik 25 ml, wat de juiste oplossing is, maar betwijfel of het de correcte manier is aangezien ik niet met de pKz werkte en ik niet weet of de eindstofhoeveelheden bij een buffer gelijk zijn aan elkaar.

Alvast bedankt!

Ik denk dat de vraag niet volledig is? Is dit een meerkeuze vraag waarbij 3 v/d 4 onmogelijk zijn? Wordt er een bepaalde pH gevraagd die men moet bereiken?

Bedenk dar de pH van het buffermengsel minimaal 8,25 en maximaal 10,25 is.

De pH van de buffer moet tussen de 8,25 en 10,25 liggen om "te werken". Je kan een vergelijking opstellen met de ondergrens 8,25 en een andere met de bovengrens 10.25. Zo bekom je twee volumes en kan je een interval maken waartussen de hoeveelheid NaOH moet liggen om een werkzame buffer te krijgen.