Zo te zien worden in dit plaatje heel schematisch de belangrijkste bestanddelen van de celmembraan afgebeeld: de bilaag uit fosfolipiden en cholesterol, het structurerende netwerk van actinefilamenten (de oranje 'draden') en een aantal membraaneiwitten, die op veel manieren in en aan de membraan kunnen zitten. Sommige eiwitten spannen de hele membraan en hebben dus een intracellulair domein, een transmembraan domein en een extracellulair domein. Veel van deze integrale membraaneiwitten zijn geglycosyleerd: ze bezitten covalent gebonden koolhydraatketens, die altijd aan de extracellulaire kant zitten. Dit zijn de groene koolhydraatketens van het plaatje.
De glycocalyx wordt enerzijds gevormd door deze koolhydraatketens van glycoproteïnes en anderzijds door de koolhydraatketens van glycolipiden, gesecreteerde eiwitten en proteoglycanen. Of de glycocalyx altijd per definitie aanwezig is, weet ik een stuk minder zeker. Om de meeste dierlijke cellen en veel bacteriën in ieder geval wel.
In theorie zijn theorie en praktijk hetzelfde; in de praktijk niet.