Longvissen

Moderator: ArcherBarry

Forumregels
(Middelbare) school-achtige vragen naar het forum "Huiswerk en Practica" a.u.b.
Zie eerst de Huiswerkbijsluiter

Re: Longvissen

Blijkbaar zijn er heel erg veel dieren/planten die nauwlijks geëvolueerd zijn omdat ze, vanaf dat ze ontsstonden al zo geperfectioneerd waren dat verdere evolutie overbodig is. Twee voorbeelden hiervan zijn o.a. kwallen (ontstonden 600.000.000 jaar geleden) en mieren (ontstonden 100.000.000 jaar geleden).

Afbeelding

Mier in barnsteen.

Berichten: 5

Re: Longvissen

Nauw... bedankt voor deze informatie!

allemaal heel handig! wordt allemaal zeker vermeld in mijn werkje...

met dankwoord aan jullie :shock:

nauw...

Groetjes

DarioDC

Re: Longvissen

Ik heb dit topic nog eens doorgelezen en ik vind dat de terloops genoemde degenkrab (Limulidae) in het licht van het onderwerp 'stilstaande evolutie' wel eens wat nader bekeken mag worden. Op dit moment verkeer ik niet in de positie om een uitgebreide uitleg te typen, deze zal ik later geven (als ze tegen dan al niet door iemand anders gegeven is).

Het (volgens mij) belangrijkste gedeelte, is, aangezien we bezig zijn over 'stilstaande evolute' het gedeelte over de verwanten en (maar dat is voor een volgend bericht) de voorouders van de degenkrab.

Degenkrab is eigenlijk een volledig verkeerde naam. De degenkrabben (ja, krabben, want er zijn zes soorten degenkrabben bekend) behoren tot de klasse Merostomata, die de bovengenoemde familie Limulidae omvat, die op haar beurt dan weer is onderverdeeld in de drie geslachten Limulus, Xiphosura en Tachypleus. Deze klasse is nauw verwant met de klasse van de spinachtigen (Arachnida), en niet, zoals de naam suggereert, met de klasse van de schaaldieren (Crustacea).

Re: Longvissen

Momenteel heb ik wat meer tijd. En ik zal de draad oppakken waar ik hem heb neergelegd. Zoals ik al zei zijn degenkrabben (Limulidae), verwant aan de spinachtigen (Arachnida). Deze klasse omvat de mijten (Acarina), de hooiwagens (Opilionida), de rolspinnen (Solifuga), de schorpioenen (Scorpionida) en de spinnen (Araneida). Eigenlijk kan men de degenkrab het best omschrijven als een zwaargepantserde zeespin.

De voorouders van de degenkrab behoorden tot de uitgestorven orde van de zeeschorpioenen (Eurypterida), die behoort tot de Arachnida. Er waren ongeveer 300 soorten verdeeld over 22 families. Ze leefden vanaf het vroeg-Siluur tot het eind-Perm, in jaren zo'n 510.000.000 v. Chr. tot 245.000.000 v. Chr. Ze variërden in grootte van enkele centimeters bij de kleinste schorpioenen, die op de zeebodem leefden en zich voedden met schelpdieren en kokerwormen tot ongeveer 2,1 m bij de grootste soort, de Pterygotus buffaloensis. Deze grotere soorten voedden zich met ostracodermen, grote, kaakloze vissen die hun pantserplaat hoogstwaarschijnlijk hebben ontworpen als verdediging tegen de zeeschorpioenen.

Om deze zeeschorpioenen te beschrijven kan ik best de vergelijking maken met de hedendaagse degenkrabben. De zeeschorpioenen waren in feite langgerekte, gestroomlijnde degenkrabben met vier paar poten. Dit laatste wijst er nog maar eens op dat het geen schaaldieren zijn, aangezien die vijf paar poten bezitten. Sommige soorten vingen hun voedsel met deze stekelige (ik mag het eigenlijk niet zeggen, maar dat is de beste vergelijking) krabbepoten. Bij sommige soorten was ook het achterste paar poten getransformeerd in platte 'roeispanen' om zich sneller in het water te kunnen voortbewegen. Net als de hedendaagse schorpioenen bezaten ze cheliceren (tangachtige organen om prooidieren te grijpen). Deze cheliceren zaten samen met de ledematen, facetogen en monddelen aan de prosoma. De afgeplatte opisthosoma had 12 segmenten en een telson, die bij sommige soorten op een scherpe stekel leek, en bij anderen op een peddel.

De vroegste soorten leefden zoals hun naam zegt in zee, doch fossielen bewijzen dat ze ook op het strand konden kruipen. Toen omstreeks 420.000.000 v. Chr. de eerste landplanten verschenen, pasten vele soorten zich aan om te leven in riviermondingen, rivieren, zoetwatermeren, bosmoerassen en zelfs het omringende droge land. Voor deze veroveringen ontwikkelden ze naast de grote 'waterkieuwen' kleinere 'landkieuwen'. Ook de hedendaagse landkrabben (en het is weer niet goed om deze vergelijking te maken) bezitten dit type kieuwen.

Een leuk weetje: In 1984 werd de soort Eurypterus remipes officieel verkozen tot fossiel van de staat New York.

Om duidelijk te laten zien dat zeeschorpioenen vanaf hun ontstaan zo geperfectioneerd waren dat ze slechts een ongelooflijk minieme evolutie (een 'stilstaande evolutie') hebben doorgemaakt tot de hedendaagse degenkrab leg ik hieronder twee afbeeldingen naast elkaar om de vergelijking te maken.

Afbeelding

De Limulus polyphaemus

Afbeelding

Een soort van het geslacht Eurypterus

Ik ben er bijna zeker van dat kritische geesten (waaraan er op dit forum geen gebrek is) zullen opmerken dat er meer dan genoeg verschillen zijn aan te stippen tussen de twee. Om dit probleempje op te lossen voordat het zich heeft voorgedaan wil ik graag even twee afbeeldingen van vogels vergelijken, van het begin van de evolutie tot het einde (alhoewel er nooit een einde aan komt).

Afbeelding

De Archeopteryx

Afbeelding

De merel (Turdus merula)

Het voorbeeld van de vogels geeft aan dat de evolutie van de zeeschorpioen tot de degenkrab eigenlijk te verwaarlozen is.

Re: Longvissen

Hoe langer ik over dit onderwerp nadenk, hoe meer dieren ik kan onderverdelen in de kolom 'stilstaande evolutie': olifanten, neushoorns, walvissen, schildpadden, krokodillen, salamanders, gordeldieren, bepaalde vogelsoorten,... Op al deze diersoorten zal ik uitgebreid terugkomen, maar eerst zou ik enkele onduidelijkheden willen wegwerken.

1) Hoe verder we teruggaan in de tijd, hoe meer dieren een enorme evolutie hebben doorgemaakt. Gaan we terug naar het uiterste begin, dan blijkt dat we van geen enkel dier kunnen zeggen dat diens evolutie 'stilstaand' was (uitgenomen moneren en protisten), aangezien alle organismen voortkomen uit de oer-organismen die zich in de oerzeëen hebben ontwikkeld. Daarom vraag ik of we evolutie moeten bekijken vanaf het tijdstip van de eigenlijke evolutie, en we dus moeten beginnen bij dat ene oer-organisme, of we van evolutie moeten zeggen dat ze begint bij het ontstaan van de soort op zich. Hiermee bedoel ik niet het oer-organisme, maar de soort die de kenmerken heeft die alle uit die soort verder geëvolueerde soorten ook bezitten. Ik zal vogels als voorbeeld geven om meer duidelijkheid te scheppen. Vogels zijn ook ontstaan uit dat ene oer-organisme, maar dat had niet de kenmerken van de moderne vogels. Indien men het begrip 'vogel' zou moeten definiëren, dan zou de definitie pagina's in beslag nemen. Ik geef hieronder de algemene kenmerken van vogels (natuurlijk zullen er uitzonderingen zijn).

- het vliegen

- de huid (vogelhuid bezit geen huidklieren die aan de oppervlakte komen, behalve in de staart)

- de veren (deze bestaan uit een bepaald hoornachtig materiaal en zijn het resultaat van een bijzondere werking van boven- en onderhuid.

- ook het skelet, de spijsverteringsorganen en het ademhalingsstelsel zijn anders bij vogels.

Moeten we nu als eerste vogelsoort het oer-organisme nemen, of de eerste soort die enkele (minstens drie) of alle van deze kenmerken vertoont. In het eerste geval is dit het oer-organisme (ik zou niet weten wat dat is), en in het tweede geval zou ik voor de archeopteryx opteren. Als we verder teruggaan komen we bij de compsognathus, die enkele typische kenmerken vertoont, maar het verenkleed mist.

2) Kan een zoogdier evolueren uit een reptiel? Ik weet dat dit bij vogels wel het geval is (de vogels zijn uit de hierboven genoemde dinosauriër compsognathus ontstaan), maar ik weet het niet zeker omtrent zoogdieren. Ik heb namelijk sterke vermoedens dat de brachiosaurus de voorouder is van de giraf (Giraffa camelopardis), maar kan dit niet bewijzen.

3) Wanneer mogen we spreken van 'stilstaande evolutie'? Kan er iemand grenzen trekken? Want er zijn onnoemelijk veel dieren die kenmerken hebben van hun voorouders, maar toch sterk geëvolueerd zijn. Hoeveel overeenkomstige kenmerken moeten twee soorten (waarvan de ene de voorouder is van de andere) minimaal hebben om nog te kunnen spreken van 'stilstaande evolutie'?

Berichten: 168

Re: Longvissen

Toch even melden dat de degenkrab (subklasse Xiphosurida) in zijn eigenlijke uiterlijke vorm al voorkwam in het Devoon, zo 'n 360 mA geleden. Volgens mij staan ze eerder naast de zeeschorpioenen (subklasse Eurypterida) dan er de afstammelingen van te zijn. (klasse Merostomata)

Ook nog even zeggen dat het aantal potenparen bij schaaldieren niet vaststaat, enkel bij de Decapoda (krabben en kreeften) vinden we steevast 5 paar poten. (eigelijk is elke extremiteit van een schaaldier een aangepaste looppoot)

Solifuga, naast rolspinnen ook zonnespinnen of windschorpioenen genoemd :shock:

Re: Longvissen

Toch even melden dat de degenkrab (subklasse Xiphosurida) in zijn eigenlijke uiterlijke vorm al voorkwam in het Devoon, zo 'n 360 mA geleden. Volgens mij staan ze eerder naast de zeeschorpioenen (subklasse Eurypterida) dan er de afstammelingen van te zijn. (klasse Merostomata)
Degenkrabben zijn zeer nauw verwant aan de zeeschorpioenen (Eurypterida), en ze zijn er volgens een groot deel eminente geleerden ook rechtstreekse afstammelingen van. Verder wil ik benadrukken dat Eurypterida geen subklasse maar een orde is, en dat de door jouw vermelde subklasse Xiphosurida naar mijn weten niet bestaat.
Ook nog even zeggen dat het aantal potenparen bij schaaldieren niet vaststaat, enkel bij de Decapoda (krabben en kreeften) vinden we steevast 5 paar poten. (eigelijk is elke extremiteit van een schaaldier een aangepaste looppoot)
Hier heb je volkomen gelijk in. Ik ben ook maar een mens, en kan derhalve ook fouten maken.
Solifuga, naast rolspinnen ook zonnespinnen of windschorpioenen genoemd
Volgens mij is 'rolspinnen' de meest gebruikte en ook de meest bekende naam, dus heb ik deze vermeld. Je hebt gelijk wat betreft 'zonnespinnen', maar van 'windschorpioenen' heb ik nog nooit gehoord. Vanwaar die naam?

Re: Longvissen

Voor ik overga tot het uitleggen van mijn vermoedens omtrent de 'stilstaande evolutie' van vele dieren, zou ik graag nog een belangrijke vraag stellen: Weet er iemand iets van prehistorische slangen? Ik ben namelijk nog nooit zo'n soort oerslang tegengekomen in boeken en/of op internetsites.

De dieren die we volgens mij ook tot de 'stilstaande evolutie' mogen rekenen zijn volgens mij:

1) Longvissen: Dit zijn de dieren waar dit topic eigenlijk om draaide. Er leefde in het Midden-Devoon (385.000.000 v. Chr.) namelijk een primitieve longvis, de Dipterus valenciennesi. Dit diertje was ongeveer 35 cm lang en had evenals de nu nog levende longvissen zowel longen als kieuwen. Hij leefde hoogstwaarschijnlijk in het water, maar kon gedeeltelijk op het land kruipen om op krabben te jagen en om met zijn tanden schelpdieren van de rotsen te schrapen. Er zijn fossielen van deze vis gevonden in de Achanarras-groeve in Caithness (Schotland). In 1890 werd er een vreemdsoortig fossiel gevonden in dezelfde groeve. Onderzoekers noemden het de Palaeospondylus gunni. Een eeuw later bleek dat het de larve was van de Dipterus valenciennesi. Toen dit eenmaal bekend werd hebben wetenschappers uitgeknobbeld dat de larven waarschijnlijk in het ondiepe gedeelte van de meren waar ze leefden vertoefden, en dat ze een ongelooflijke metamorfose ondergingen toen ze naar de diepere gedeelten zwommen, waar de volwassen vissen huisden. Het is dus waarschijnlijk dat de een of andere stof die enkel in de diepe gedeelten voorkwam, voor het volwassen worden heeft gezorgd.

Afbeelding

De larve van de Dipterus valenciennesi

Afbeelding

Een volwassen exemplaar van de Dipterus valenciennesi

Afbeelding

Een hedendaagse, in Afrika levende longvis (Protopterus)

2) Schildpadden: Zowel land- als zeeschildpadden zijn sinds hun ontstaan nauwelijks geëvolueerd. De allereerste landschildpadden ontstonden in het Trias (215.000.000 v. Chr.). De schildpadden van toen hadden nog niet de mogelijkheid om zich terug te trekken in hun schild, maar hadden al wel trekjes van de landschildpadden van nu. De eerste landschildpad die net als de landschildpadden van nu een hoog, koepelvormig schild en een enorme, voor het verteren van vezelrijke planten geschikte maag had, was de colossochelys. Hij woog 850 kg, was 1 m hoog en 2,5 m lang, en was ook de eerste landschildpad die zich kon terugtrekken in zijn schild. De colossochelys stierf uit omstreeks 2.000.000 v. Chr. Bij de zeeschildpadden zijn noemenswaardig de archelon, de grootste schildpad ooit, die tot 3,7 m lang werd en meer dan 2000 kg woog, de Allopleuron hoffmanni, de Glyptochelone suyckerbuykii en de Platychelone emarginata. Allen leken ze erg veel op de zeeschildpadden van nu.

Afbeelding

De archelon

Afbeelding

De hedendaags groene zeeschildpad (Chelonia mydas).

Afbeelding

De colossochelys.

Afbeelding

De hedendaagse Seychellen-reuzenschildpad (Geochelone gigantea)

Berichten: 168

Re: Longvissen

Toch even melden dat de degenkrab (subklasse Xiphosurida) in zijn eigenlijke uiterlijke vorm al voorkwam in het Devoon, zo 'n 360 mA geleden. Volgens mij staan ze eerder naast de zeeschorpioenen (subklasse Eurypterida) dan er de afstammelingen van te zijn. (klasse Merostomata)
Degenkrabben zijn zeer nauw verwant aan de zeeschorpioenen (Eurypterida), en ze zijn er volgens een groot deel eminente geleerden ook rechtstreekse afstammelingen van. Verder wil ik benadrukken dat Eurypterida geen subklasse maar een orde is, en dat de door jouw vermelde subklasse Xiphosurida naar mijn weten niet bestaat.
Ze zijn idd nauw verwant, geen enkel probleem mee, en mij lijkt het niet interessant om over systematiek te beginnen discusiëren want elke auteur brent veelal zijn eigen systematiek naar voren. Ik vraag me trouwens af waarom je denkt dat ik hier terplekke zomaar een subklasse zou uitvinden. Laten we elkaar hier beter wat helpen ipv elkaar af te kraken :shock:

Maar goed, ik baseerde me op Harris 1992 (concepts on zoology)waar er duidelijk wordt gesproken over de subklasse Eurypterida, maar ook in Henderson's spreken ze over subklasse (of orde), als je wil check ik morgen ook ff mijn Barnes (invertebrate zoology), maar ik vrees dat ze ook over subklasse zullen spreken. Misschien kan je dan ook even vermelden welke eminente geleerden halstarrig over de orde Eurypterida spreken en ze als subklasse verwerpen en verkondigen dat ze er van afstammen.

ook hier$

http://www.palaeos.com/Invertebrates/Arthr...Eurypterida.htm

of hier

http://www.virtualology.com/virtualmuseumo...ingdomanimalia/

en op vele andere sites en boeken!

misschien nog een quote erbij!

Eurypterids are chelicerate arthropods, and until recently were put into the Class Merostomata with the Xiphosura (horseshoe crabs). It is now believed that the Eurypterida is the sister group to the Arachnida, making the sea-scorpions closer relatives of the scorpions and spiders than to horseshoe crabs.  (www.ucmp.berkeley.edu). Dus misschien moeten we ze zelfs als een zustergroep van de Arachnida bekijken.
Ook nog even zeggen dat het aantal potenparen bij schaaldieren niet vaststaat, enkel bij de Decapoda (krabben en kreeften) vinden we steevast 5 paar poten. (eigelijk is elke extremiteit van een schaaldier een aangepaste looppoot)
Hier heb je volkomen gelijk in. Ik ben ook maar een mens, en kan derhalve ook fouten maken.
Ik ook, maar ik probeer er zo weinig mogelijk te maken!
Solifuga, naast rolspinnen ook zonnespinnen of windschorpioenen genoemd
Volgens mij is 'rolspinnen' de meest gebruikte en ook de meest bekende naam, dus heb ik deze vermeld. Je hebt gelijk wat betreft 'zonnespinnen', maar van 'windschorpioenen' heb ik nog nooit gehoord. Vanwaar die naam?
Ik had enkel maar van zonnespinnen en windschorpioenen, gehoord en niet van rolspinnen. Op deze site gebruiken ze windschorpioenen, of ik dat de beste naam vind is weer een andere zaak!!!

http://knnv.rotterdam.free.fr/CHELICER.htm

Berichten: 168

Re: Longvissen

2) Kan een zoogdier evolueren uit een reptiel? Ik weet dat dit bij vogels wel het geval is (de vogels zijn uit de hierboven genoemde dinosauriër compsognathus ontstaan), maar ik weet het niet zeker omtrent zoogdieren. Ik heb namelijk sterke vermoedens dat de brachiosaurus de voorouder is van de giraf (Giraffa camelopardis), maar kan dit niet bewijzen.
Zoogdieren stammen af van zoogdierachtige reptielen. Dit is onder meer de Dimetrodon . Zij behoren reeds tot de Synapsiden (1 slaapvenster), de grote groep waar alle zoogdieren van afstammen. Deze groep bestond reeds voor de groep van de Dinosauria

De Dinosauria plaatsen we in de groep van de diapside (2 slaapvensters) archosauriërs, samen met krokodillen en enkele andere uitgestorven groepen zoals maashagedissen en vliegende reuzenreptielen.

Daar de Giraf duidelijk een zoogdier is en een Brachiosaurus een dinosaurus (Saurichia) is het uitgesloten dat een giraf een afstammeling zou zijn van Brachiosaurus, de zoogdieren bestonden immers al voor de dinosauria, net zoals krokodillen geen afstammelingen van dinosauria kunnen zijn omdat ze ervoor reeds bestonden

Dit neigt naar een vergaande vorm van lamarcksisme! :shock:

Re: Longvissen

Zo, dat weet ik dan ook al weer, en dat is dan weer een theorie voor in de prullenmand, zodat ik me daarop ook al weer niet hoef te concentreren. Erg bedankt voor je verhelderende uitleg overigens.

Bovendien was het absoluut niet mijn bedoeling om je af te kraken, en het spijt me als je je aangevallen voelt. Ik wilde niet insinueren dat jij een subklasse hebt uitgevonden, ik zei alleen dat ik er nog nooit van had gehoord.
Maar goed, ik baseerde me op Harris 1992 (concepts on zoology)waar er duidelijk wordt gesproken over de subklasse Eurypterida, maar ook in Henderson's spreken ze over subklasse (of orde), als je wil check ik morgen ook ff mijn Barnes (invertebrate zoology), maar ik vrees dat ze ook over subklasse zullen spreken. Misschien kan je dan ook even vermelden welke eminente geleerden halstarrig over de orde Eurypterida spreken en ze als subklasse verwerpen en verkondigen dat ze er van afstammen.
Misschien begrijp ik je verkeerd, maar volgens mij bedoel je met het stukje dat ik vetgedrukt heb dat een subklasse hetzelfde is als een orde. Indien dat het is wat je bedoelt, kijk dan even hieronder:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Subklasse_%28biologie%29

Over mijn bron gesproken. De stelling dat degenkrabben (Limulidae) afstammelingen zijn van de zeeschorpioenen (Eurypterida) heb ik gelezen op steekkaart 70, van groep 1, van de verzameling Monsters!. Dit is een verzameling van steekkaarten, onderverdeeld in 6 groepen, over hedendaagse, prehistorische en mythologische dieren. De passage waarin de informatie stond luidt letterlijk:

Degenkrabben zijn verwant aan de spin, de teek, en de schorpioen, maar hun vroegste voorouders zijn de eurypterida of zeeschorpioenen.

Indien je het aan de makers wilt vragen: op de binnenkant van de map waarin deze verzameling zich bevindt, staat vermeld:

Vertaling en redactie: Studio Imago, Amersfoort

Uitgever: IMP Nederland B.V.


In Nederland weet ik het niet maar in België is die gevestigd:

p/a Hertenstraat 66, 2300 Turnhout 1

Verder staat er:

"...Deze uitgave is op zorgvuldige wijze en naar beste weten samengesteld..."

Ik wil niet beweren dat jouw bronnen slecht zijn, en heb het volste respect voor jouw mening (in het begin was ik ook een beetje kritsich t.o.v. mijn bron), maar volgens mij is wat er op die kaart staat juist.

Als laatste:
Ik ook, maar ik probeer er zo weinig mogelijk te maken!
Dat geldt ook voor mij.

Berichten: 168

Re: Longvissen

Bograb schreef:Zo, dat weet ik dan ook al weer, en dat is dan weer een theorie voor in de prullenmand, zodat ik me daarop ook al weer niet hoef te concentreren. Erg bedankt voor je verhelderende uitleg overigens.

Bovendien was het absoluut niet mijn bedoeling om je af te kraken, en het spijt me als je je aangevallen voelt. Ik wilde niet insinueren dat jij een subklasse hebt uitgevonden, ik zei alleen dat ik er nog nooit van had gehoord.
Maar goed, ik baseerde me op Harris 1992 (concepts on zoology)waar er duidelijk wordt gesproken over de subklasse Eurypterida, maar ook in Henderson's spreken ze over subklasse (of orde), als je wil check ik morgen ook ff mijn Barnes (invertebrate zoology), maar ik vrees dat ze ook over subklasse zullen spreken. Misschien kan je dan ook even vermelden welke eminente geleerden halstarrig over de orde Eurypterida spreken en ze als subklasse verwerpen en verkondigen dat ze er van afstammen.
Misschien begrijp ik je verkeerd, maar volgens mij bedoel je met het stukje dat ik vetgedrukt heb dat een subklasse hetzelfde is als een orde. Indien dat het is wat je bedoelt, kijk dan even hieronder:

http://nl.wikipedia.org/wiki/Subklasse_%28biologie%29

Over mijn bron gesproken. De stelling dat degenkrabben (Limulidae) afstammelingen zijn van de zeeschorpioenen (Eurypterida) heb ik gelezen op steekkaart 70, van groep 1, van de verzameling Monsters!. Dit is een verzameling van steekkaarten, onderverdeeld in 6 groepen, over hedendaagse, prehistorische en mythologische dieren. De passage waarin de informatie stond luidt letterlijk:

Degenkrabben zijn verwant aan de spin, de teek, en de schorpioen, maar hun vroegste voorouders zijn de eurypterida of zeeschorpioenen.

Indien je het aan de makers wilt vragen: op de binnenkant van de map waarin deze verzameling zich bevindt, staat vermeld:

Vertaling en redactie: Studio Imago, Amersfoort

Uitgever: IMP Nederland B.V.


In Nederland weet ik het niet maar in België is die gevestigd:

p/a Hertenstraat 66, 2300 Turnhout 1

Verder staat er:

"...Deze uitgave is op zorgvuldige wijze en naar beste weten samengesteld..."

Ik wil niet beweren dat jouw bronnen slecht zijn, en heb het volste respect voor jouw mening (in het begin was ik ook een beetje kritsich t.o.v. mijn bron), maar volgens mij is wat er op die kaart staat juist.

Als laatste:
Ik ook, maar ik probeer er zo weinig mogelijk te maken!
Dat geldt ook voor mij.
;) , wat ik eigenlijk bedoel is dat sommige wetenschappers die groep als orde aanzien, en sommige wetenschappers die groep als subklasse, oki, ik geef toe, dit kan soms zeer verwarrend zijn, maar de taxonomie (naamgeving) en systematiek (plaatsen van dieren in een rangschikking, per familie, genus) , ..... zijn zeer moeilijke onderwerpen in de biologie. Niet elke wetenschapper is het daarover eens wil ik maar zeggen.

Er zijn wel verregaande regels over hoe men een soort een nieuwe naam moet geven. (staat in de nomenclatuurcodex, is trouwens ook een beetje verschillend voor planten of dieren), maar over welke rang men een groep moet geven bestaan niet echt regels, daar wordt op congressen dikwijls zeer fel over gestreden, soms met ruzie tot gevolg :shock:

Toch nog even zeggen dat ik mijn boeken een stukje hoger inschat dan steekkaarten, de boeken die ik gebruik gelden als belangrijke naslagwerken voor dierkunde. Trouwens als je echt een goed boek zoekt over biologie, en dan ook over ongewervelden moet je Rupert en Barnes, invertebrate zoology eens aanschaffen, zeer uitgebreid en volledig (wel in het engels)

:?:

Re: Longvissen

Ik ken het boek dat je aanhaalt, en heb het al eens een keertje ontleent bij de bibliotheek. Nu je dat boek noemt, denk ik dat je gelijk hebt en we die naslagwerken hoger moeten inschatten dan de steekkaarten waarover ik het had, alhoewel ik ooit eens enkele namen van wetenschappers die deze kaarten hebben gemaakt heb opgezocht. Dit kan je doen via:

www.monsters!.nl

Na het bekijken van hun curriculum vitae denk ik dat jij ook wel mag toegeven dat we het hier niet met amateurs te maken hebben.

Verder heb je gelijk wat taxonomie betreft, maar ik vind dat we ietsje aan het afdwalen zijn van het eigenlijke onderwerp, alhoewel dat al de hele tijd gebeurt, gezien de oorspronkelijke titel.

Berichten: 168

Re: Longvissen

link werkt niet :shock:

Reageer