Dag,
De N-end rule in de biochemie stelt dat de halfwaardetijd van een eiwit in vivo (deels) bepaald wordt door het aminozuur aan de N-terminus. Speelt eventuele posttranslationele modificatie van een eiwit aan de N-terminus nog een rol hierbij, bijvoorbeeld door afscherming van de N-terminus van het eiwit voor ubiquitine door een gekoppelde suikergroep? Zo was ik benieuwd of bijvoorbeeld een N-type congenitale glycosyleringsstoornis (CGD, waarbij afwijkende glycosylering optreedt aan de stikstofatomen en dus ook de N-terminus) een afwijkende N-end rule oplevert. Veranderen de halfwaardetijden van deze afwijkend geglycosyleerde eiwitten of is het echt puur het N-terminale aminozuur?
Laatste berichten
- 16:16 optimalisatie 4
- 15:55 totale cirkeloppervlakte 2
- 09:36 Boy 13
- 09 okt Nobelprijs fysica 2024 3
- 08 okt Spiegelbeeld, links en rechts 41
- 08 okt afwijking meetinstrument en standaard deviatie 21
- 08 okt Viervlak 10
- 08 okt ongelijkheid 4
- 08 okt schermbeeld 13
- 07 okt links en rechts voor de spiegel 14
- 07 okt alkalisch fosfatase in melk
- 06 okt Hoe snel wordt een ijzeren voorwerp gemagnetiseerd door het aardmagnetisch veld? 10
- 06 okt Geperforeerde buis 7
- 06 okt geometrie 3
- 05 okt geeft licht druk? 8
- 04 okt Bruine vlekken op treinaanwijzerbord 22
- 04 okt Grafiek hulp 2
- 04 okt De toekomst beïnvloedt het verleden? Natuurlijk niet! 25
- 04 okt Hoe meer we de lichtsnelheid naderen, hoe korter de afstand wordt in de bewegingsrichting (srt) en raken we overal 3
- 03 okt kans 6