drijfstang/zuiger

[ukster]

constante hoeksnelheid ω

Bij welke verhouding L/R is het verloop van de zuigersnelheid lineair voor het grootste gedeelte rond de positie x_pmin?
Is dit een juist uitgangspunt?: De 3e afgeleide van x_p moet monotoon dalend zijn (dus 4e afgeleide x_p ≤0) met een optimum voor 4e afgeleide x_p=0

[Tom12Volt]

De zuigersnelheid is nooit lineair. Door het schuin staan van de drijfstang wordt er op de sinusbeweging van de zuiger een sinus met dubbele frequentie gesuperponeerd (wat het uitbalanceren complexer maakt). Hoe groter L/R hoe meer de zuigerbeweging sinusvormig wordt. Of heb ik de vraag niet goed begrepen ?

[ukster]

plaatsfunctie.png (3.64 KiB) 985 keer bekeken

Uit een simulatie blijkt dat voor de verhouding L/R=3.7813 het verloop van de zuigersnelheid lineair is voor het grootste gedeelte rond de positie xpmin. (=1e afgeleide (Paars)
versnelling(2e afgeleide constant)
3e afgeleide monotoon dalend
4e afgeleide ≤0

[ukster]

anders krijg je zo'n plaatje..

[Tom12Volt]

Interessant, zo heb ik het nooit bekeken. Moet er weer eens induiken.