Negatieve druk Bernoulli
Geplaatst: di 24 sep 2019, 10:51
Ik heb een vraag over de Wet van Bernoulli. Ik wil een opstelling gaan maken met een aanvoerbuis en vervolgens een vernauwing, zonder hoogte verschil. Hier zal water doorheen gaan stromen. Volgens het internet luidt de formule dan als volgt:
p1+(1/2)*rho*v1^2 = p2 + (1/2)*rho*v2^2
rho (water) = 997 kg/m3
Ik heb een aanvoersnelheid (v1) van 6,7 m/s. Als door de continuiteitsvergelijking (A1*v1 = A2*v2) blijkt dat door de vernauwing de snelheid na de vernauwing (v2) is 23,5 m/s, krijgt p2 een negatieve waarde.
Nu heb ik mijn grote vriend: 'google' ingeschakeld wat dit zou betekenen aangezien een niet samendrukbare vloeistof niet kleiner dan 0 kan worden. Nu heb ik uit mijn google zoektocht eigenlijk vier verschillende antwoorden gekregen:
Antwoord 1:
De negatieve druk betekent dat de absolute druk in de slang bij punt 2 lager is dan
atmosferisch. Dientengevolge, als een gat in de slang in punt 2 werd geprikt, zou er lucht in komen
slang uit de atmosfeer, in plaats van dat water de lucht in spuit.
Antwoord 2:
De negatieve drukwaarde betekent dat de ingaande pompdruk te laag is voor de flow en de gegeven vernauwing.
Antwoord 3:
Meestal zijn gassen en vloeistoffen niet in staat tot negatieve absolute druk of zelfs nuldruk, dus het is duidelijk dat de vergelijking van Bernoulli ophoudt geldig te zijn voordat nuldruk wordt bereikt. In vloeistoffen - wanneer de druk te laag wordt - treedt cavitatie op.
Antwoord 4:
Het water zal terug willen stromen (lijkt mij het meest onwaarschijnlijk)
Nu is mijn vraag: Wat gebeurt in de praktijk als in de theorie p2 een negatieve waarde heeft?
p1+(1/2)*rho*v1^2 = p2 + (1/2)*rho*v2^2
rho (water) = 997 kg/m3
Ik heb een aanvoersnelheid (v1) van 6,7 m/s. Als door de continuiteitsvergelijking (A1*v1 = A2*v2) blijkt dat door de vernauwing de snelheid na de vernauwing (v2) is 23,5 m/s, krijgt p2 een negatieve waarde.
Nu heb ik mijn grote vriend: 'google' ingeschakeld wat dit zou betekenen aangezien een niet samendrukbare vloeistof niet kleiner dan 0 kan worden. Nu heb ik uit mijn google zoektocht eigenlijk vier verschillende antwoorden gekregen:
Antwoord 1:
De negatieve druk betekent dat de absolute druk in de slang bij punt 2 lager is dan
atmosferisch. Dientengevolge, als een gat in de slang in punt 2 werd geprikt, zou er lucht in komen
slang uit de atmosfeer, in plaats van dat water de lucht in spuit.
Antwoord 2:
De negatieve drukwaarde betekent dat de ingaande pompdruk te laag is voor de flow en de gegeven vernauwing.
Antwoord 3:
Meestal zijn gassen en vloeistoffen niet in staat tot negatieve absolute druk of zelfs nuldruk, dus het is duidelijk dat de vergelijking van Bernoulli ophoudt geldig te zijn voordat nuldruk wordt bereikt. In vloeistoffen - wanneer de druk te laag wordt - treedt cavitatie op.
Antwoord 4:
Het water zal terug willen stromen (lijkt mij het meest onwaarschijnlijk)
Nu is mijn vraag: Wat gebeurt in de praktijk als in de theorie p2 een negatieve waarde heeft?