Galoistheorie
Geplaatst: vr 20 mar 2020, 20:03
In dit topic ga ik proberen de basis van de galoistheorie te doorgronden. Hopelijk zijn er hier mensen die mijn vragen daarover kunnen beantwoorden.
Voor b2 - 4ac < 0 zijn er geen reële oplossingen, maar wel twee complexe oplossingen
Professor Puntje schreef: ↑za 21 mar 2020, 12:26\(\)\( ( x + \frac{\mathrm{b}}{2 \mathrm{a}})^2 = \frac{\mathrm{b}^2 - 4 \mathrm{a} \mathrm{c}}{(2 \mathrm{a})^2} \)
Ik neem aan dat het juist één van de doelen van je cursus is om naar het bewijs van de hoofdstelling toe te werken (het is dus niet iets wat je bij voorbaat aan kunt nemen voordat je aan de cursus begint).Professor Puntje schreef: ↑za 21 mar 2020, 13:43Voor b2 - 4ac < 0 zijn er geen reële oplossingen, maar wel twee complexe oplossingen
Ja - dat klopt, maar bestaat er ook een eenvoudig bewijs dat we voor b2 - 4ac < 0 met de vermelde twee oplossingen ook alle complexe oplossingen gehad hebben? Volgens de hoofdstelling van de algebra kunnen er in ons geval niet meer dan twee complexe oplossingen zijn, maar die hoofdstelling is weer niet gemakkelijk te bewijzen.
Professor Puntje schreef: ↑za 21 mar 2020, 12:26\(\)\( ( x + \frac{\mathrm{b}}{2 \mathrm{a}})^2 = \frac{\mathrm{b}^2 - 4 \mathrm{a} \mathrm{c}}{(2 \mathrm{a})^2} \)
Maar zulke gekkigheid is mij niet vreemd.
Galoistheorie houdt zich (onder meer) bezig met de vraag voor welke algebraïsche vergelijkingen er exacte oplossingen in formulevorm bestaan. Je kunt dat zien als een soort van afsluiting van de klassieke algebra.Wat is galois-theorie? Waar wordt het voor gebruikt? Wat is de benodigde voorkennis?
Er zijn nog een paar exacte zaken die mij hevig interesseren en waar ik in mijn lang geleden voortijdig afgebroken studie niet aan toe ben gekomen of die ik toen niet begreep. Omdat ik ook niet meer de jongste ben wil die zaken nu vanuit een soort van nu-of-nooit offensief eindelijk onder de knie krijgen.Waarom wil je galois theorie begrijpen? Lijkt me zo een willekeurig topic gekozen uit een een wiskunde curriculum.
Het is ook geen cursus, ik doe dit op eigen houtje. Wel heb ik onderstaande boek besteld dat ik helemaal door wil werken:Math-E-Mad-X schreef: ↑za 21 mar 2020, 16:27Ik neem aan dat het juist één van de doelen van je cursus is om naar het bewijs van de hoofdstelling toe te werken (het is dus niet iets wat je bij voorbaat aan kunt nemen voordat je aan de cursus begint).Professor Puntje schreef: ↑za 21 mar 2020, 13:43Voor b2 - 4ac < 0 zijn er geen reële oplossingen, maar wel twee complexe oplossingen
Ja - dat klopt, maar bestaat er ook een eenvoudig bewijs dat we voor b2 - 4ac < 0 met de vermelde twee oplossingen ook alle complexe oplossingen gehad hebben? Volgens de hoofdstelling van de algebra kunnen er in ons geval niet meer dan twee complexe oplossingen zijn, maar die hoofdstelling is weer niet gemakkelijk te bewijzen.
Althans, dat is hoe ik mij mijn cursus Galoistheorie herriner, maar ik kan me vergissen.
Galoistheorie is een onderdeel uit de algebra waarin men bepaalde lichaamsuitbreidingen (Engels: field extensions) bestudeert om zo bepaalde algebraïsche problemen nader te kunnen bestuderen.
Galoistheorie geeft de mogelijkheid om algebraïsch aan te tonen dat meetkundige constructies als de verdubbeling van de kubus, de trisectie van een hoek in algemene zin en de kwadratuur van de cirkel niet uitvoerbaar zijn. Ook verklaart de Galoistheorie waarom een polynoomvergelijking van graad n uitsluitend voor n<5 algebraïsch oplosbaar is, en dat de constructie van een regelmatige n-hoek slechts voor zeer bepaalde waarden van n (bijvoorbeeld
In ieder geval een gedegen voorkennis van groepen en lichamen. In Vlaanderen hanteert men in plaats van het begrip lichaam het begrip veld, in navolging van het Engelde field. De Nederlandse terminologie berust op de vertaling van het Duitse woord Körper, dat in de algebraïsche betekenis in 1910 in het boek Algebraische Theorie der Körper, geschreven door Ernst Steinitz (1871-1928), werd geïntroduceerd.
Daar zijn meerdere redenen voor te bedenken. Een er van is een verklaring te vinden waarom bepaalde problemen niet of slechts onder zeer strikte voorwaarden vanuit algebraïsch oogpunt oplosbaar zijn. Een andere reden is dat het vanuit de geschiedenis van de wiskunde beschouwd interessant is om te zien hoe een bepaalde wiskundige theorie precies tot ontwikkeling is gekomen. Jouw vraag zou eventueel tot de tegenvraag kunnen leiden wat er volgens jou eigenlijk precies op tegen is om Galoistheorie te willen begrijpen.
Dank je.
Als je een wortel x0 hebt kun je die uitdelen Deel het polynoom door (x - x0) en de graad gaat een omlaag. Daaruit volgt direct dat een n_de graads polynoom niet meer dan n wortels kan hebben want de graad kan niet vaker dan n keer een omlaag. Dit bewijs geldt alleen als je mag aannemen dat een product nul is desda een van de factoren nul is dus voor reële en complexe getallen is het ok maar als je bijvoorbeeld modulo 6 rekent werkt het niet.Professor Puntje schreef: ↑za 21 mar 2020, 13:43Voor b2 - 4ac < 0 zijn er geen reële oplossingen, maar wel twee complexe oplossingen
Ja - dat klopt, maar bestaat er ook een eenvoudig bewijs dat we voor b2 - 4ac < 0 met de vermelde twee oplossingen ook alle complexe oplossingen gehad hebben? Volgens de hoofdstelling van de algebra kunnen er in ons geval niet meer dan twee complexe oplossingen zijn, maar die hoofdstelling is weer niet gemakkelijk te bewijzen.