Of spanningsoptimalisatie zin heeft, is afhankelijk van een aantal factoren, namelijk:
De techniek die er gebruikt wordt om de netspanning aan te passen
- Sommige partijen werken met spaartransformatoren. Deze hebben op zichzelf al een transformatorverlies. Andere werken met lijnreactoren, welke vele malen efficiënter zijn en minimale verliezen hebben, doordat deze uitgaan van tegen-elektromotorische kracht.
Het type belasting. Het ene type apparatuur heeft veel meer voordelen van spanningsoptimalisatie dan het andere.
- De grootste besparingen kunnen worden behaald bij 3-fase motoren. Inductieve belastingen hebben over het algemeen het meeste voordeel van spanningsoptimalisatie. Misschien heeft een motor minder vermogen, de draaisnelheid van een elektromotor wordt bepaald door het aantal windingen en de frequentie, niet door de spanning.
- Ohmse belastingen als gloeilampen zullen minder hard branden, maar ook langer meegaan. Osram geeft aan dat een halogeenspot welke op een 5% hogere spanning dan de ontwerpspanning gebruikt wordt, een 40% kortere levensduur heeft. Een waterkoker zal een lager vermogen hebben en dus minder verbruiken, maar ook langer aan moeten staan. Daarom per saldo ongeveer gelijk in verbruik.
- Belastingen als UPS-en en computers met AC/DC voedingen, hebben een minimaal voordeel van spanningsoptimalisatie, omdat deze apparatuur een vast vermogen vraagt.
De originele netspanning.
- Bij het toepassen van spanningsoptimalisatie is het belangrijk om af te stemmen op de ontwerpspanning van de apparatuur die erachter hangt en niet klakkeloos de spanning te verlagen tot het het absolute minimum. (netbeheerders zijn verplicht om de spanning bij het PoC te leveren tussen 207 en 253 volt) Onder geen beding moet de spanning daaronder komen. De optimale werkingsspanning van de meeste apparatuur ligt tussen 216 en 220 Volt.
-
- Wanneer een lijnreactor gebruikt wordt, zit een groot deel van de besparing in de tegenspanning, welke tegen- elektromotorische kracht opwekt. Zie de demonstratie in deze video.
Uit de voorgaande comments leid ik af dat de meesten van ons denken dat het spanningsniveau in Nederland constant is en een vast gegeven. Er komt echter nooit altijd 230V uit het stopcontact. Spanning werkt als vraag en aanbod op een markt. Aanbod hoog, vraag laag -> Hoge spanning, en andersom. Stroom loopt van een hoge naar een lage spanning. Met de huidige decentrale opwek, waarbij iedereen zonnepanelen installeert, wordt het voor de netbeheerders steeds lastiger om het spanningsniveau binnen de normen te houden uit de Code Netbeheer NEN 50160. Dit heeft wel degelijk invloed op het elektriciteitsverbruik in je installatie.