Ik heb op het forum al wat rondgekeken maar er zijn af en toe tegenstrijdige antwoorden die ik niet helemaal begrijp. Ik zit in 5-vwo en wij doen volgende week een herhalingspracticum uit 4-havo.
De opdracht is om van een zouthydraten te achterhalen hoeveel moleculen water er zijn. Het enige wat we te horen hebben gekregen is dat we het moeten doen door het zouthydraat in te dampen en dan wat te berekenen. Ik weet echter niet hoe ik daarna verder moet. Kan iemand mij stap voor stap uitleggen wat de berekening inhoudt? Wij weten niet welk zout we gaan gebruiken, maar je kan bijvoorbeeld CuSO4 of Na2CO3 gebruiken als voorbeeld.
Alvast bedankt!
P.S.: Is de onderstaande (beknopte!) manier juist of niet?
Noteer de massa van het zouthydraat en de massa van het schaaltje.
Damp het zout in.
Noteer de massa van het ingedampte zout.
Bereken hoeveel gram water er is verdampt:
mwater = mzouthydraat – mzout Vergeet niet de massa van het schaaltje weg te halen!
Reken de massa’s om naar mol.
nwater, zout = mwater, zout / Mwater, zout
Bereken het aantal watermoleculen in het zouthydraat:
ArcherBarry schreef:
stel eerst eens een reactievergelijking op en vertel wat jij denkt hoe de vraagstukken op te lossen.
Dat is dus niet mogelijk, want we weten niet welk zout we voorgeschoteld gaan krijgen. De stappen die daar staan is hoe ik denk het op te moeten lossen, maar ik twijfel of je geen molverhouding moet gebruiken.