Wanneer loopt de gootsteen sneller leeg: met of zonder draaikolk?

[Professor Puntje]

Ik heb mijn twijfels over het effect van de vortex op een praktische gootsteen - geen theoretisch model daarvan, maar gewoon wat je in je aanrecht hebt zitten. 
 
Volgens mij is de afvoer de bepalende factor, niet al dan geen vortex: Vergelijk 2 dingen die je in vrijwel ieder huis hebt: een gootsteen en de stortbak van het toilet. Op zich gaan daar vergelijkbare hoeveelheden water in, is de opening tussen stortbak en gootsteen vergelijkbaar in diameter, etc. De stortbak van je toilet gaat echter extreem veel sneller leeg dan de gootsteen, en de enige logische verklaring voor dat verschil is het gebrek aan een zwanenhals in de leiding tussen stortbak en toiletpot. 

 
Dat zou goed kunnen kloppen. Voor de duidelijkheid veronderstellen we daarom verder dat in de afvoer van onze experimentele gootsteen geen zwanenhals zit.

[Marko]

De buiten bocht is nu eenmaal langer dan de binnen bocht.
 
Kun je goed zien bij muziekkorpsen die een afslag maken, dat moet geleerd worden om dat ordelijk te talen verlopen.
De muziekkanten nemen een grotere afstand van elkaar in de buitenbocht als die in de binnen bocht.
Dit gaat echter niet met watermoleculen.
 

 
Waarom zou dat niet gaan?

[Rik Speybrouck]

 
Wil je daar een schetsje van plaatsen? Ik begrijp niet goed wat je bedoelt....

je moet eens de link open in mijn bericht 39

[Xilvo]

De hoge snelheid bij een stortbak wordt veroorzaakt door hevelwerking. Dat is een heel ander verhaal.

[tempelier]

 
Waarom zou dat niet gaan?

Dan neemt de dichtheid in buiten bocht sterk af ten opzichte van de binnenbocht.
Er zullen dan moleculen uit de binnenbocht naar buiten gaan stromen en dat geeft turbulentie.

[Professor Puntje]

je moet eens de link open in mijn bericht 39

 
Even bekeken, maar dat lijkt mij te gaan over het geval dat het oppervlak van de draaikolk helemaal tot in de afvoer loopt. Bij een leeglopende gootsteen heb je enkel maar een klein deukje in het wateroppervlak, behalve helemaal aan het eind als bijna al het water al is weggestroomd. Die eindsituatie is niet zo interessant omdat er met of zonder draaikolk altijd wel hier en daar wat plasjes of druppels water in de gootsteen achterblijven. Dat heeft met de eigenlijke snelheid van leeglopen niets meer te maken.

[Marko]

Dan neemt de dichtheid in buiten bocht sterk af ten opzichte van de binnenbocht.
Er zullen dan moleculen uit de binnenbocht naar buiten gaan stromen en dat geeft turbulentie.

 
Waarom zouden die moleculen dat doen en (belangrijker) waarom geeft dat turbulentie? Watermoleculen vanuit de binnenbocht kunnen toch ook gewoon netjes richting de buitenbocht stromen?
 
Laminaire stroming bestaat, en kan ook bestaan in kanalen die anders zijn dan recht. Ook in bochten, ook bij vernauwingen. Als je langzaam genoeg gaat is stroming altijd laminair. 
 
Als je een vloeistof dus langzaam genoeg uit een opening laat stromen is er dus ook geen reden dat turbulentie een draaikolk moet veroorzaken.

[tempelier]

 
Waarom zouden die moleculen dat doen en (belangrijker) waarom geeft dat turbulentie? Watermoleculen vanuit de binnenbocht kunnen toch ook gewoon netjes richting de buitenbocht stromen?
 
Laminaire stroming bestaat, en kan ook bestaan in kanalen die anders zijn dan recht. Ook in bochten, ook bij vernauwingen. Als je langzaam genoeg gaat is stroming altijd laminair. 
 
Als je een vloeistof dus langzaam genoeg uit een opening laat stromen is er dus ook geen reden dat turbulentie een draaikolk moet veroorzaken.

Als ze dat doen is het zowiezo niet meer laminair.
Na de bocht moeten ze wel weer terug en dat is dus circulair.
Dat dat heeeeel netjes gebeurt lijkt me een illusie.
 
Men kan als het zachtjes aan gebeurt, ze beschouwen als laminair.
 
Draaikolken ontstaan alleen als de draaiing tot aan de oppervlakte komt, maar de turbulentie is er wel.

[Rik Speybrouck]

 
Even bekeken, maar dat lijkt mij te gaan over het geval dat het oppervlak van de draaikolk helemaal tot in de afvoer loopt. Bij een leeglopende gootsteen heb je enkel maar een klein deukje in het wateroppervlak, behalve helemaal aan het eind als bijna al het water al is weggestroomd. Die eindsituatie is niet zo interessant omdat er met of zonder draaikolk altijd wel hier en daar wat plasjes of druppels water in de gootsteen achterblijven. Dat heeft met de eigenlijke snelheid van leeglopen niets meer te maken.

das niet waar hoor de mond van de vortex aan de onderkant blokkeert de afloop

[Xilvo]

In die studie wel maar die dunne hoge cilinder heeft weinig gelijkenis met een gootsteen.