2 vergelijkingen, 2 onbekenden... met sinus en cosinus

Moderators: dirkwb, Xilvo

Reageer
Berichten: 3

2 vergelijkingen, 2 onbekenden... met sinus en cosinus

Hallo allemaal,

Alvast mijn excuses voor de lange post :)

Ik probeer al een tijdje de relatie tussen de hoeken van een vierhoek ABCD te bepalen. Alle zijden zijn gegeven.

Als ik 1 interne hoek heb, kan ik ook de andere hoeken bepalen.

echter als ik de hoek tussen 2 overstaande zijden weet, kom ik nog niet tot een oplossing.

Afbeelding

Benaming voor hoeken: <DAB = α, <ABC = β, etc

Stel hoek ε = bekend, gewenst: 1 van de interne hoeken.

Mijn gedachtegang is als volgt:

-Neem zijde BS evenwijdig met zijde CD

-Maak de rechthoekige 3hoek ABS

Dat geeft BS = AB*cos(ε) en AS = AB*sin(ε)

daarnaast kan ik stellen:

(BS =) AB*cos(ε) = CD-AD*cos(δ)-BC*cos(γ)

(AS =) AB*sin(ε) = AD*sin(δ)-BC*sin(γ)

Op zich heb ik gelogen toen ik zei dat ik geen oplossing kon vinden :wink: , want:

uit de laatste formule kan ik sin(δ) = sin(γ)*BC/AD+AB*sin(ε)/AD vinden

oftewel δ = arcsin(sin(γ)*BC/AD+AB*sin(ε)/AD)

substitueer ik deze in de uitrukking voor BS:

AB*cos(ε) = CD-AD*cos(arcsin(sin(γ)*BC/AD+AB*sin(ε)/AD))-BC*cos(γ)

met deze vergelijking kan ik m.b.v. een grafische rekenmachine de oplossing voor vinden. en met deze weer de andere hoeken.

Waarom dan toch deze post?

Ik wil (in excel) in een grafiek γ tegen ε uitzetten. Omdat excel geen vergelijkingen kan oplossen, heb ik formule nodig als γ=.........

met de kennis die ik bezit kan ik onmogelijk γ uit de bovenstaande vergelijking halen, daarnaast staat er ook nog eens een arcsinus in!

Mij vraag aan het forum is dus: Is er een manier om een van de hoeken de vinden met behulp van een formule als γ=.........? of is de enige mogelijke manier een vergelijking zoals hierboven beschreven?

Alvast bedankt voor antwoorden,

groeten Sjoerd

Gebruikersavatar
Berichten: 6.905

Re: 2 vergelijkingen, 2 onbekenden... met sinus en cosinus

\(\cos(~\arcsin x)=\sqrt{1-\sin^2 \arcsin x}=\sqrt{1-x^2}\)
zo ben je al van die arcsin vanaf

maar het zal sowieso niet lukken denk ik
Het vel van de beer kunnen verkopen vraagt moeite tenzij deze dood voor je neervalt. Die kans is echter klein dus moeten we zelf moeite doen.

Berichten: 78

Re: 2 vergelijkingen, 2 onbekenden... met sinus en cosinus

ik heb wel in 1 formule waarmee je de hoek BCD kan vinden waarbij CX de aangeplakte zijde die tussen C en D zit en waarbij de uiteinde van lijn B loodrecht staat op de uiteinde van CX ( kun je je dit indenken? )

dan is
\(Hoek BCD=\tan^{-1}(\sqrt{BC² - CX²}\div\sqrt{BC²-(\sqrt{BC²-CX²})})=HoekBCX\)
maar wat is CX?

CX bereken je door deze vergelijking:
\((BE \div \cos \epsilon-CE) = CX\)
\(\epsilon\)
is dus die hoek die je kent (die allerlinker toch)?

vul dit in...

en je krijgt een formule:
\(Hoek BCD=\tan^{-1}(\sqrt{BC² - (BE\div \cos\epsilon-CE)²}\div\sqrt{BC²-(\sqrt{BC²-(BE\div \cos\epsilon-CE)²})})=HoekBCX\)
... hoek BCD kan dus in 1 formule

hoek ABC krijg je dus door 180 - (180 - HoekBCD- (180 - (die formule)))

jammer dat ik dit niet kan controleren omdat ik geen cijfers heb

maar ik denk wel dat dit klopt...

iemand nog aanvullingen?
There's only one person who can tell Pi, and thats me!

Berichten: 3

Re: 2 vergelijkingen, 2 onbekenden... met sinus en cosinus

ik heb wel in 1 formule waarmee je de hoek BCD kan vinden waarbij CX de aangeplakte zijde die tussen C en D zit en waarbij de uiteinde van lijn B loodrecht staat op de uiteinde van CX ( kun je je dit indenken? )
hey woodswolf, ik kan me dit niet direct indenken :) .

Maar ik heb wel goede redenen om aan te nemen dat dit niet correct is.

Als ik naar je laatste conclusie kijk: "hoek ABC krijg je dus door 180 - (180 - HoekBCD- (180 - (die formule)))"

waarin die formule:
\(Hoek BCD=\tan^{-1}(\sqrt{BC² - (BE\div \cos\epsilon-CE)²}\div\sqrt{BC²-(\sqrt{BC²-(BE\div \cos\epsilon-CE)²})})=HoekBCX\)
aangezien die formule=hoek BCD staat er dus in je conclusie:

hoek ABC = 180 - (180 - HoekBCD- (180 - (HoekBCD))) = 180-0, wat mij dus niet correct lijkt.

Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van CE en BE, deze afstanden zijn mij helaas niet bekend. Ik weet alleen hoek epsilon, en de 4 zijden.

Voor referentie aan cijfers, de tekening is in de volgende verhoudingen gemaakt:

AB = 5

BC= 10

CD = 10

DA = 13

iig bedankt voor het antwoord, ik hoop dat je mijn ongelijk in deze kan bewijzen [rr]

Groeten,

Sjoerd

Berichten: 78

Re: 2 vergelijkingen, 2 onbekenden... met sinus en cosinus

woodswolf schreef:ik heb wel in 1 formule waarmee je de hoek BCD kan vinden waarbij CX de aangeplakte zijde die tussen C en D zit en waarbij de uiteinde van lijn B loodrecht staat op de uiteinde van CX ( kun je je dit indenken? )
hey woodswolf, ik kan me dit niet direct indenken :) .

Maar ik heb wel goede redenen om aan te nemen dat dit niet correct is.

Als ik naar je laatste conclusie kijk: "hoek ABC krijg je dus door 180 - (180 - HoekBCD- (180 - (die formule)))"

waarin die formule:
\(Hoek BCD=\tan^{-1}(\sqrt{BC² - (BE\div \cos\epsilon-CE)²}\div\sqrt{BC²-(\sqrt{BC²-(BE\div \cos\epsilon-CE)²})})=HoekBCX\)
aangezien die formule=hoek BCD staat er dus in je conclusie:

hoek ABC = 180 - (180 - HoekBCD- (180 - (HoekBCD))) = 180-0, wat mij dus niet correct lijkt.

Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van CE en BE, deze afstanden zijn mij helaas niet bekend. Ik weet alleen hoek epsilon, en de 4 zijden.

Voor referentie aan cijfers, de tekening is in de volgende verhoudingen gemaakt:

AB = 5

BC= 10

CD = 10

DA = 13

iig bedankt voor het antwoord, ik hoop dat je mijn ongelijk in deze kan bewijzen [rr]

Groeten,

Sjoerd
oeps ja die laatste formule klopt neit helemaal,

zo hoort ie te zijn

hoek ABC = 180 - (180 - HoekBEC- (180 - (HoekBCD)))

maar ik wist niet dat je de rode zijdes niet wist!! excuses..

en als je me ff de hoek epsilon geeft :) ga ik het voor je uitleggen
There's only one person who can tell Pi, and thats me!

Berichten: 3

Re: 2 vergelijkingen, 2 onbekenden... met sinus en cosinus

Hey woodswolf

Nee, helaas weet ik de rode zijdes niet, dan had ik gewoon de cosinusregel kuinnen toepassen. De onderstaande hoeken gelden bij de verhoudingen die ik eerder heb gegeven.

α = 50 daaruit volgt: β=166,9 γ=63,4 δ=79,7 ε=50,3

dus als je rekent met ε=50,3 heb je gelijk controle waardes [rr]

Groeten,

Sjoerd

Reageer