De periode waarin de poorten terugkeren naar hun rustpositie heet de refractaire periode. Tijdens deze refractaire periode, die ongeveer 2 ms duurt, kan het neuron geen tweede actiepotentiaal afvuren omdat de natriumkanalen niet de juiste positie hebben. Hoe groot een eventuele stimulus ook is, tijdens deze 2 ms (ook wel de absolute refractaire periode genoemd) kan er geen tweede actiepotentiaal uitgelokt worden.
Na de absolute refractaire periode volgt een relatieve refractaire periode. Nu hebben reeds een aantal van de natriumkanalen hun rustpositie opnieuw ingenomen, maar niet allemaal. Tijdens deze relatieve refractaire periode kan een zeer sterke stimulus wél een actiepotentiaal uitlokken. Echter, gedurende de relatieve refractaire periode zijn de bovenvermelde kaliumkanalen nog steeds geopend, dus zal depolarisatie door heropende natriumkanalen tegengewerkt worden door het wegstromen van kalium uit de cel en zal de amplitude van de actiepotentiaal kleiner zijn dan normaal.
Enfin, bovenstaande is inleiding op mijn probleem. Om te beginnen wordt er in het boek (Human Physiology, An Integrated Approach door Silverthorn e.a.) en door de prof op gedrukt dat een actiepotentiaal een alles-of-nietsfenomeen is en dat alle actiepotentialen dezelfde amplitude hebben. Op blz. 261 staat letterlijk:
Bij de uitleg van de relatieve refractaire periode (blz. 264) staat er echter dit:The strength of the graded potential that initiates an action potential has no influence on the amplitude of the action potential.
Het fysiologie-examen is meerkeuze. Geen ruimte voor nuance of aanvullende informatie, maar simpelweg een bolletje inkleuren (of beter: aanklikken, want het examen wordt afgenomen via Blackboard, wat nog erger is). Ik kan me goed voorstellen dat er een vraag tussenstaat in de trant van "Welke bewering is juist/fout?" met vervolgens als één van de antwoordmogelijkheden "Een actiepotentiaal is een alles-of-nietsfenomeen en heeft steeds dezelfde amplitude."[...] In addition, during the relative refractory period, K+ channels are still open. Although Na+ can enter through newly reopened Na+ channels, depolarization due to Na+ entry will be offset by K+ loss. As a result, any action potentials that fire have a smaller amplitude than normal.
Met mijn kennis over de relatieve refractaire periode zou ik deze stelling als fout bestempelen, maar toch werd erop gehamerd dat een actiepotentiaal steeds dezelfde amplitude heeft. In dit licht, hoe zouden jullie deze stelling beoordelen en kunnen jullie een vorm van de stelling bedenken die ondubbelzinnig is?
Alvast bedankt!