Wetenschapsforum

Klintersaas schreef:(Herkomst: toelatingsexamen juli 1997)

14) Een volwassene ademt gemiddeld twaalf keer per minuut. De luchtstroomsnelheid (in liter per seconde) wordt bij het inademen positief en bij het uitademen negatief gerekend. De luchtstroomsnelheid kan benaderd worden met de volgende sinusoïde:



Bij hardlopen wordt de periode van de ademhalingscyclus gedeeld door 3 en de luchtstroomsnelheid wordt 4 keer zo groot. Welke van de volgende antwoorden is de beste benadering van de sinusoïde bij hardlopen?

1. \(0,125\sin{\frac{0,4\pi t}{3}}\)
2. \(0,125\sin{1,2\pi t}\)
3. \(2\sin{\frac{0,4\pi t}{3}}\)
4. \(2\sin{1,2\pi t}\)

[/b][/i]

Verborgen inhoud

Antwoord D.

Stel een vraag over deze oefening.

Moet de oplossing niet 2sin (1,2)t of 2sin (0,4 pi)t zijn? De periode is hier 5 seconden (5 seconden nodig voor 1 ademhalingscyclus), en de periode is 2pi/b (de factor voor t), maar 2pi/1,2pi is niet 5...maar b = 2pi/5 is wel 1,2 (eigenlijk 1,3).

d

Ja, dat het D is, kan ik ook zien door op verborgen inhoud te klikken - no offence - maar dat is de vraag niet..

Ja, dat het D is, kan ik ook zien door op verborgen inhoud te klikken - no offence - maar dat is de vraag niet..

rust hardlopen ik had hide niet gezien

Ik weet welke functie juist moet zijn, want dat kan je dus ook naast D lezen

Maar ik vroeg me af of er een fout instond omdat de periode = 5 seconden...maar 2*pi/b = 2pi/1,2pi =/= 5 (maar aan 16,45)..

Als ik dan 2pi/5 = b uitwerk, kom ik uit dat b = 1,2 (1,3 afgerond), dus vroeg ik me af of de oplossing eigenlijk 2sin1,2t moet zijn...