Wetenschapsforum

Figuur:
Gegevens:

R1=27Ω

R2=27Ω

R3=1Ω

R4=1Ω

R5=27Ω

E1=120V

E2=140V

Gevraagd:

De waarden van de stromen in iedere tak, dus I1, I2, I3, I4, I5 via de methode van Helmholtz (superpositie)

Oplossing:

Ik heb alles gedaan wat voor Helmholtz nodig was dacht ik.

Eerst enkel de tweede stroombron negeren en bij iedere weerstand de stroomsterkte berekenen, dus I1', I2', I3', I4', I5'

Daarna enkel de eerste stroombron negeren en bij iedere weerstand de stroomsterkte berekenen, dus I1'', I2'', I3'', I4'', I5''

Vervolgens de som/verschil maken (naargelang de zin van de stroom), maar hierbij kwam ik niet de juiste oplossingen uit...

I1=-I1'+I1''=-4+4= 0 A moet 0,67 A zijn

I2=I2'+I2''=4,41+0,14= 4,28 A moet 4,31 A zijn (kan je als correct beschouwen)

I3=I3'-I3''=8,14-3,86= 4,28 A moet 3,64 A zijn

I4=-I4'+I4''=-3,86+8,14= 4,28 A moet 5,64 A zijn

I5=I5'+I5''=0,14+4,14=4,28 A moet 4,98 A zijn

Doe ik iets verkeerd of heeft dit te maken met afrondingsverschillen ofzo?

welke spanninsbron (geen stroombron !) is E1 en welke E2 ? Niet duidelijk op je tekening.

De meest linkse is E1 en de meest rechtse is E2

Ik denk dat je iets verkeerds doet, maar zonder je berekeningen te zien is dat moeilijk te zeggen. Hou er rekening mee dat door de 1ohm weerstanden 3 stromen in rekening moeten gebracht worden.

Ik heb kirchoff gebruikt om de twee superpositie-netwerken te berekenen. Zie attachement.

Vergelijk het mss s met jouw berekeningen.

Maar toegegeven: dit is iets dat nogal makkelijk beinvloed wordt door afrondingen, dus niet te snel afronden.

grtz

Danny