Wetenschapsforum

Hai allemaal,

ik heb binnenkort een tentamen; grotendeels snap ik het al.

Maar sommige dingen zijn nog onduidelijk, en heb dus een paar vraagjes:

- Als je vraagstukken over (kromlijninge) bewegingen wil antwoorden kun je gebruik maken van energiebalans (wet van behoud van energie).. bijvoorbeeld als een achtbaan in een looping zit, bij een horizontale worp etc.

Hoe weet je welke energieën je in de energiebalans en aan welke kant je ze moet plaatsen?

- Waar kun je de Derde Wet van Kepler voor gebruiken?

- In sommige vraagstukken is Fmpz = Fzw, Fmpz = Fzw + Fspankracht of Fmpz = Fspankracht.

In welke situaties geldt wat?

---- Bart

Vraag 1:

Je vergelijkt twee situaties met elkaar. In beide situaties vraag je je het volgende af: heeft het voorwerp een snelheid, ja of nee? Dan weet je of er bewegingsenergie is. Heeft het voorwerp een hoogte, ja of nee? Dan weet je of er potentiele energie is. Wat voor energie heeft het voorwerp nog meer (bijvoorbeeld warmte of zoiets)? Dan kun je de energiebalans vinden.

Vraag 2:

De derde wet van kepler zegt dat de waarde van T² : r³ vrijwelconstant is voor een 'zonnestelsel' met een stationair zwaar lichaam en een paar kleinere hemellichamen die daar om heen draaien. Als je deze waarde dus weet en je krijgt de periode of straal van een ander hemellichaam in het stelsel gegeven, kun je snel de andere variabele uitrekenen. Ook zou je de massa van de ster (of meer algemeen het 'stil hangende lichaam') kunnen uitrekenen.

Vraag 3:

De middelpuntzoekende kracht moet geleverd worden door andere krachten en ligt altijd in het vlak van de cirkelbeweging. Het hangt van de vraag af waaraan deze gelijk is. Goed in de tekening kijken dus (maak dan ook altijd een tekening bij dit soort vraagstukken). De middelpuntzoekende kracht zou bijvoorbeeld ook gelijk kunnen zijn aan de wrijvingskracht, de elektrostatische kracht of de Lorentzkracht.

Even gezien de titel, waar blijft de signaalverwerkingsvraag?

Haha die komt eraan: waar dient de relais op het systeembord voor?