unificatie

Moderators: Michel Uphoff, Jan van de Velde

Berichten: 442

unificatie

In december 2018 woonde ik in Delft een lezing over de oerknal bij van prof. Henny Lamers. Ik stelde hem de vraag over de verdunningswet van relativistische deeltjes (evenredig met R-4) en niet-relativistische deeltjes (evenredig met R-3), waarom dat zo was aangezien de kwantummechanica een rustmassa deeltje beschouwt als een golf en dus zou de verdunningswet voor alle soorten deeltjes evenredig moeten zijn met R-4.
Hij antwoordde dat hij de vraag niet kon beantwoorden, hij wist het niet.
Later stuurde hij mij een e-post met als bericht dat ik het met prof. Bram Achterberg moest aankaarten.
Vervolgens heb ik dat gedaan maar prof. Achterberg herhaalde slechts het standpunt van beide verdunningswetten (wat in mijn ogen trouwens correct is). Hij ging niet in op het genoemde probleem. Probeer maar eens de trein te stoppen na ongeveer een eeuw ‘verkeerde kwantummechanica’. Het succes van de kwantummechanica is enkel te danken aan het feit dat bij hoge energie voor rustmassa deeltjes inderdaad geldt , bij benadering, E ≈ p.c = h.f
In het verleden heeft men de conclusie getrokken dat een deeltje een golf zou zijn (E =h.f) en daar vervolgens een wiskundig recept op losgelaten (correspondentie principe van Bohr) en de uitkomsten als fysische realiteit neer te zetten.
Maar…. Zoals Feynman als zei bij de presentatie van zijn pad-integraal methode: het is een handige wiskundige methode maar is het fysische realiteit??
Het bewijst dat ik op de goede weg ben.
Onderstaand artikel heb ik in het Engels geschreven voor publicatie.
Conclusies zijn o.a.:
  1. Een rustmassa deeltje is geen golf maar wekt een golf op in het vacuüm dat uit vacuüm energie bestaat.
  2. Een rustmassa deeltje is een hol bolletje (alleen dat heeft een spin ½)
  3. Het is niet de ruimte die uitdijt maar vacuüm energie die uitdijt en daar liften de verre sterrenstelsels ook op mee. Aan de randen van ons heelal bevindt zich dus gewoon lege ruimte (echt leeg, geen vacuüm energie). In principe zouden er dus meerdere universums kunnen zijn.
  4. F =  d(mv)/dt = dp/dt = d(h/λ)/dt = d(h/λ)/dλ . (dλ/dt) = -h/λ2 .(dλ/dt)



    Dit betekent dat er een kracht nodig is om een golflengte verandering te verkrijgen van de opgewekte golf!
  5. Voor rustmassa deeltjes geldt niet E = h.f , maar p.c = h.f , waarin f de frequentie is van de opgewekte golf. Omdat niet geldt dat E = h.f , gelden voor rustmassa deeltjes ook niet de Heisenberg onzekerheidsrelaties. Ook de Bell ongelijkheid geldt niet voor rustmassa deeltjes. Dit wordt overduidelijk aangetoond door het verstrengelingsexperiment (loopholes die optreden!!) met elektronen. Er is geen sprake van een kans op spin up of spin down. De bij de verstrengeling optredende spin van beide elektronen blijft behouden totdat de verstrengeling wordt opgeheven.
  6. Voor golven die bewegen met de vacuüm golf snelheid (lichtsnelheid), blijft wel de huidige kwantummechanica gelden, daarvoor geldt immers E = h.f .
  7. Met deze uitgangspunten kan men gewoon de kwantum mechanica met de AR van Einstein verenigen.
  8. Tevens kan men met deze zelfde uitgangspunten een oerknal model opstellen dat geen vragen meer oproept zoals het vlakheidsprobleem. De enige vraag die overblijft: waar komt al die materie (donker en zichtbaar) en vacuüm energie toch vandaan (zonder de wet van behoud van energie te schenden, zoals bij de kosmologische constante gebeurt, (thermodynamisch kan dit helemaal niet)) ?
  9. Een juist oerknal model kan zijn een repeterend heelal: contractie (materie) – oerknal - expansie (vacuüm energie) – contractie - oerknal - etc. Dit betekent een continue omzetting van vacuüm energie naar materie en, als dat voltooit is, een oerknal.

    De oerknal is dan de ultieme ineenstorting van alle elementaire holle bolletjes (gravitatie collaps), resulterend in de omzetting naar vacuüm energie, waarna een nieuwe expansie begint.
  10.  Entropie in een repeterend heelal. Entropie is een maat waarmee tot uitdrukking wordt gebracht de verdeling van energie toestanden van deeltjes over een zo groot mogelijke ruimte en zoveel mogelijk toestanden. Het neemt toe in de tijd.

    Bij de expansie van de vacuüm energie gaat de entropie voornamelijk over het verdelen van de deeltjes over een steeds groter wordende ruimte, bij de contractie gaat het voornamelijk over een verdeling over zoveel mogelijk energie toestanden (de temperatuur neemt immers toe en dus zijn veel meer ‘snelheden’ mogelijk).
Zie verder het bijgevoegde bestand of website www.theorievanalles.nl
Bijlagen
About general relativity and quantum mechanics.pdf
(175.82 KiB) 105 keer gedownload

Gebruikersavatar
Berichten: 897

Re: unificatie

Ok, heb het artikel niet helemaal doorgenomen maar ik heb eruit begrepen dat je de kwantummechanica wil verenigen met de algemene relativiteits theorie van einstein. Dat is inderdaad nog een open vraag, er is nog geen microscopische beschrijving van de zwaartekracht. In heel je artikel word er echter met geen woord over zwaartekracht gesproken maar enkel over het constant zijn van de lichtsnelheid en de lorentztransformaties. Dat zit echter vervat in de speciale relativiteits theorie waar de ruimte vlak is en een minkowksi metriek heeft. De speciale relativiteits theorie en de kwantummechanica zijn reeds lange tijd verenigt in wat men kwantum velden theorie noemt. Dit is eigenlijk de basis voor het standaard model en is zeer goed begrepen (ik ben er wel niet goed in). Ik laat het maar weten....

Berichten: 442

Re: unificatie

Het gaat vooral om de interpretatie van de Friedman vergelijking. Ten tijde dat Einstein zijn AR opstelde was vacuüm energie nog niet bekend en ook niet de expansie van de ruimte. Toen via Hubble de roodverschuiving van verre sterrenstelsels bekend werd, werd dat geïnterpreteerd als een expansie van de ruimte.
Toen het bestaan van vacuüm energie begon door te dringen tot natuurkundigen werd de expansie (lees: de roodverschuiving van verre sterrenstelsels) nog steeds geïnterpreteerd als een expansie van ruimte. Men introduceerde de kosmologische constante waardoor behoud van energie werd opgegeven in de AR in een expanderend heelal. Men creëerde een perpetuum mobile. Thermodynamisch is dat in strijd met alle hoofdwetten. Het blijkt nu dat men de kosmologische constante helemaal niet nodig heeft. Men kan gewoon rekenen met een vacuüm energie expansie als bron van de oerknal. Het is dan de dichtheid van de vacuüm energie die expandeert en niet de ruimte! De ruimte is er gewoon. Dat neemt ook het probleem weg wat er zich zou bevinden aan de randen van ons heelal: ten tijde van Einstein: niets. Dat is natuurlijk onmogelijk maar het werd wel beweert! Ook nog in de lezing van prof. Lamers, terwijl hij in hetzelfde betoog het ook nog had over parallelle heelallen: hoe kan dat nu als er zich buiten de randen van ons universum zich niets zou bevinden?
De Friedman vergelijking beschrijft de expansie/contractie van dichtheden, hetzij materie hetzij vacuüm energie.  Van materie is bekend dat het voor contractie zorgt en van vacuüm energie is bekend dat het voor expansie zorgt.
Als er sprake zou zijn geweest van een oerknal, kun je je natuurlijk ook afvragen of er, voorafgaand aan de oerknal, een contractie plaatsgevonden zou hebben. Via de Friedman vergelijking kun je daar prima aan rekenen. Contractie vind plaats via materie (er is geen vacuüm energie meer) en materie kan niet sneller bewegen dan de lichtsnelheid. Wordt die snelheid bereikt dan kun je er dus vanuit gaan dat er dan een oerknal op gaat treden, waarbij materie wordt omgezet in vacuüm energie en er dus een expansie op gaat treden. Ook in dit geval kun je prima rekenen via de Friedman vergelijking aan wat er dan gebeurt. Conclusie is dan dat gedurende een cyclus vacuüm energie wordt omgezet in materie (eerst expansie en daarna contractie zodra meer dan 50% van de vacuüm energie is omgezet in materie) en bij de oerknal vindt het omgekeerde plaats. Omzetting van vacuüm energie in materie (zowel donkere als zichtbare materie) kan gebeuren zodra de expansie snelheid van de expanderende vacuüm energie bol beneden de lichtsnelheid is geraakt.
Zie het bijgevoegde bestand.
De kwantummechanica gaat ervan uit dat een deeltje een golf zou zijn maar ik betoog dat dat niet het geval is en dat niet geldt dat E = h.f maar p.c = h.f.
Als je dat aanhoudt dat kun je zonder meer de AR verenigen met de kwantummechanica maar dat heeft echt verregaande consequenties. Voor rustmassa deeltjes vervallen dan de Heisenberg onzekerheids relaties en als bewijs daarvoor geldt, in mijn opinie, het verstrengelings experiment. Men komt met allerlei onzinnige verklaringen om de uitkomsten te verklaren (o.a. een informatie snelheid groter dan c, het zogenaamde bewijs via de ongelijkheid van Bell mbv fotonen (waarbij men vergeet dat voor fotonen juist geldt dat E = h.f) maar dat het niet lukt met rustmassa deeltjes (dan zijn er opeens loopholes, dat is vreemd want rustmassa deeltjes zijn toch ook golven?! En hoe weet het ene deeltje waar het andere deeltje zich bevindt om de informatie door te geven na de meting?).
De juiste interpretatie is dat tijdens het verstrengelings proces alles precies wordt vastgelegd via de bestaande wetten van behoud van energie, impuls en impuls moment. Er zijn geen verborgen variabelen want voor rustmassa deeltjes gelden de Heisenbergs onzekerheids relaties niet en dus ook niet de Bell ongelijkheden.

Gebruikersavatar
Berichten: 897

Re: unificatie

Je lost hier het ene na het andere grote vraagstuk op in enkele zinnen, helaas niet echt te volgen. Kun je een duidelijk voorbeeld geven waar je theorie afwijkt van de huidige voorspellingen of is het louter een andere interpretatie van waarnemingen? De schending van de bell ongelijkheden worden helemaal niet verklaard door superluminale snelheden (veel erger, lokaliteit word opgegeven).

Gebruikersavatar
Berichten: 336

Re: unificatie

kan de mogelijkheid van meerdere dimensies niet de oorzaak zijn voor het al dan niet samenbrengen van de AR met QM
one day you will know

Berichten: 442

Re: unificatie

Voor die Hanze: mijn theorie gaat uit van een evoluerend heelal, waarbij vacuum energie wordt omgezet in materie (zowel donker als zichtbaar) resulterend in opnieuw een oerknal.
Een mooie toepassing van mijn theorie is bijv een model voor een helium atoom. Het is bekend dat 2 elektronen in dezelfde schil een tegengestelde spin bezitten maar daar wordt kwantummechanisch geen goede verklaring voor gegeven. Slechts het Pauli principe wordt gepostuleerd ter verklaring.
Ik kan je het volgende model geven wat voor zich spreekt.
Ik ga uit van relativistische banen (bij goede benadering ellipsen). Begin ik met 1 elektron, dan varieert de snelheid v van dit elektron en wekt dus een golf op die steeds van golflengte verandert. De golf baan is  een ellips en er ontstaan zwevingen. Dat levert als resultante  het bekende golfpakket op, met een fase snelheid van c en een groep snelheid van v. Het elektron beweegt dan samen met de groep maar waar bevindt zich nu het elektron tov de groep? De opgewekte golf in het vacuum is een longitudinale golf en dat betekent dat als het elektron zich zou bevinden in het centrum van de groep er een 'hevige trilling zou optreden in de bewegingsrichting. Dat is niet realistisch. Het ligt dus voor de hand dat het elektron zich bevindt aan de rand van de groep, bijv. aan de voorkant van de groep.
Voegt de natuur nu een tweede elektron toe aan de schil, dan is de logische positie aan de achterkant van de groep.
Men heeft dan 2 elektronen in een groep die dicht bij elkaar zitten. In mijn model staat de spinrichting loodrecht op de bewegingsrichting (het holle bolletje werkt relativistisch als een gyroscoop). Als beide bolletjes nu een tegengestelde spin hebben dan heb je 2 magneetjes die elkaar 'aantrekken' (noord- en zuid pool tegen elkaar aan). Twee gelijkgestelde spinrichtingen stoten elkaar af en destabiliseren de 2 elektronen bewegingen.

Voor megabon: meerdere dimensies zijn niet nodig in mijn model. Gewoon 3 dimensies voor ruimte (x,y en z) en de tijd. Verder als model voor een elementair deeltje een hol bolletje waarbij de massa + lading geconcentreerd is op het boloppervlak.

Gebruikersavatar
Berichten: 897

Re: unificatie

Boormeester schreef: Voegt de natuur nu een tweede elektron toe aan de schil, dan is de logische positie aan de achterkant van de groep.
Men heeft dan 2 elektronen in een groep die dicht bij elkaar zitten.
 
Ah ok, als je het zo uitlegt snap ik het. Alles is duidelijk.
Heb zelf nu even geprobeerd om de banen van het elektron rond een proton te berekenen, ik geraak er echter niet uit.
Kun jij mij de berekening van deze banen tonen gebruik makend van je eigen theorie? Dus gewoon één electron dat interageert met één proton.

Berichten: 442

Re: unificatie

Een elektron met een proton levert geen golfpakket op. Dat is een apart geval samen met helium. De enige oplossing is een cirkelbaan! Voor n=1 heb je een baan die bestaat uit 1 golflengte. Het elektron moet zich dan bevinden in een plaats waar de uitwijking nul is. Voor helium geldt dat er dan een 2e elektron bijkomt. Die bevindt zich dan een halve golflengte verder (ook uitwijking nul). Tegengestelde spin zorgt ervoor dat de magneetjes elkaar in evenwicht houden en dus de elektronen extra versterken in de plaats waar de uitwijking nul is. Bedenk dat de straal van een elektron ongeveer 10-60 is.
Er zijn in de eerste schil dus maar plaats voor 2 elektronen.
Een vrij elektron wekt een golf op aan de voorkant in de bewegingsrichting. Omdat de golf in vacuum energie beweegt wordt aan de achterkant door het 3D bolletje een echt vacuum gecreëerd wat onmiddellijk wordt opgevuld door vacuum energie. Dit betekent dat je aan de voorkant een 'weerstand' hebt maar die wordt gecompenseerd aan de achterkant door 'stuwing' van vacuum energie: het deeltje kan met een constante snelheid bewegen (een soort supergeleiding).
Ditzelfde gebeurt bij het waterstof en helium atoom. De baan is een cirkel en precies een golflengte lang met constante snelheid (daarom is er geen golfpakket mogelijk, daarvoor moet de snelheid variëren).

De wiskundige berekening heb ik bijgevoegd. Heb ik jaren geleden al eens geplaatst op dit forum.
Bijlagen
Relativistisch gebonden deeltje, Boormeester.pdf
(692.87 KiB) 80 keer gedownload

Berichten: 442

Re: unificatie

Dat beide elektronen dezelfde lading hebben versterkt ook hun positie in de plaats waar de uitwijking nul is. (1800 uit elkaar, diametraal tegenover elkaar). Ze stoten immers elkaar af. Elke kleine verplaatsing uit hun positie brengt ze dichter bij elkaar waarna ze 'teruggeduwd worden.

Berichten: 442

Re: unificatie

Naar aanleiding van wat ik schreef in bericht 9, moet ik bericht 6 een beetje corrigeren. Beide elektronen in een baan (met tegengestelde spin) bevinden zich dan diametraal tegenover elkaar maar dus niet in de groep. Elektrische afstoting en magnetische afstoting (spin) zorgen dan voor een stabiele positie in de baan van de 2 elektronen rondom de kern.

Berichten: 442

Re: unificatie

Sorry , ik ga te snel. Een elektron kan zich niet in een plaats bevinden waar de uitwijking nul is, want dan zou het zich met de lichtsnelheid bewegen. In een cirkelbaan (met constante snelheid van het holle bolletje) kan het dan niet anders dat de rondlopende golf gewoon het deeltje passeert.

Bericht 6 behoeft dan geen correctie.

Gebruikersavatar
Berichten: 897

Re: unificatie

Ok, sommige dingen gaan me hier een beetje boven de pet.
Waarom kun je me de baan voor een gebonden positron-elektron paar geven maar niet voor het waterstof atoom? Het enige verschil is toch de veel grotere massa van het proton tov het positron? Dit maakt de berekening juist gemakkelijker aangezien je het proton als stilstaand kunt benaderen omdat het massa verschil zo groot is.
 
Ik heb je zeer summiere maar krachtige berekening van het electron-positron paar gelezen. Je komt uiteindelijk een formule uit voor de bindingsenergie in functie van een geheel getal n (het schil nummer?). Kun je die formule nu niet gewoon eens voor me invullen en de resultaten in een tabel zetten (met eenheden!!). Deze bindings energieën kunnen we dan vergelijken met experimenten. Nog een vraagje, je zegt dat in de eerste schil 2 elektronen kunnen, hoeveel passen er in de volgende schillen?
 
Laat het doppler effect en thermal broadening van spectraal lijnen even, achterwege. Puur theoretisch, neem aan dat het massa centrum van het systeem stilstaat.
 
Groetjes

Berichten: 442

Re: unificatie

Het positron-elektron systeem had ik al als bestand. Pure luiheid dus. Ben nu bezig met het atoomsysteem maar dat duurt nog even voor ik daar iets over heb. Het is een samenspel van onderlinge afstotingen (elk elektron heeft immers een negatieve lading) en magnetische oriëntaties (elke omwenteling van een elektron in zijn baan levert een magneetje op + de spin van een elektron levert ook weer een magneetje op). je kunt ook nog op mijn website kijken: theorievanalles.nl

Berichten: 442

Re: unificatie

Ik heb er nog eens verder over gedacht en kwam al tot het volgende. De elektronen wolk rondom de kern moet natuurlijk stabiel zijn want anders heb je geen atoom. De elektronen stoten elkaar onderling af en een stabiel resultaat krijg je natuurlijk als elk baanvlak een zodanige hoek maakt met elkaar dat de elektronen elkaar net niet genoeg afstoten om de configuratie instabiel te maken. Ze mogen dus niet te dicht bij elkaar komen! dat zorgt voor een maximum aantal elektronen per schil
Per schil levert dat een constante ratio op!!. Dat komt omdat de straal kwadratisch toeneemt met het hoofdkwantumgetal. Er zijn op grotere afstand van de kern meerdere baanvlakken mogelijk bij gelijkblijvende onderlinge afstanden van de elektronen per baanvlak in dezelfde schil (als we even uitgaan van cirkels). Dat levert het volgende resultaat op:
eerste schil (K): 2 elektronen in 1 baan (1 baanvlak). ratio: 3600/2*r2 = 180. Afstand tov de kern: n = 1, r2 = 1
tweede schil (L): 8 elektronen in 4 banen (dus 4 baanvlakken, gedraaid tov elkaar over ieder dezelfde hoek met de kern als centrum, normaal van alle 4 de baanvlakken in hetzelfde vlak), ratio: 3600/8*r2 = 3600/8*4 =180 (n = 2, r2 = 4)
3e schil (M): 18 elektronen in 9 banen (dus 9 baanvlakken, gedraaid tov elkaar over ieder dezelfde hoek met de kern als centrum, normaal van alle 9 de baanvlakken in hetzelfde vlak), ratio: 3600/18*r2 = 3600/18*9 =180 (n = 3, r2 = 9)
4e schil (N): 32 elektronen in 16 banen (dus 16 baanvlakken, gedraaid tov elkaar over ieder dezelfde hoek met de kern als centrum, normaal van alle 16 de baanvlakken in hetzelfde vlak), ratio: 3600/32*r2 = 3600/32*16 =180 (n = 4, r2 = 16)
Etc.
De ratio blijkt dus constant en hetzelfde te zijn, voor elke schil! De hoek tussen elk baanvlak is dus zodanig dat de onderliggende afstand tussen de elektronen in dezelfde schil, per baanvlak gemiddeld hetzelfde is.
De ratio is hier berekend voor cirkels maar ellips banen zijn natuurlijk ook mogelijk. Criterium is dat voor de K schil de omtrek van de baan 1* de golflengte is, voor de L schil 2* de golflengte, enz. Voor ellipsen geldt dat zwevingen mogelijk zijn zodat een golfpakket ontstaat.
Men komt dan eigenlijk uit op het model van Sommerfeld. Hiervoor geldt dat ellipsen optreden voor (l+1)/n (verhouding korte en lange as).

Gebruikersavatar
Berichten: 897

Re: unificatie

ok geef me toch maar die tabel eerst van de bindings energieen. Je spreekt over baanvlakken.... Dus het waterstof attom heeft een schijf vorm?

Gesloten