Wetenschapsforum

Hallo allemaal, ik weet dat deze vraag al door iemand is gesteld maar ik snap ze echt niet.
Kan iemand deze oefening uitleggen met een redenering en zodat ik het kan snappen aub?

Begin eens met te beredeneren welke optie sowieso afvalt

Ik zou zeggen dat D en C sowieso afvallen omdat de rho bal > rho water dus het gaat sowieso niet zinken in water of meer dan 50% in water liggen.

D valt inderdaad af, anders had het balletje in het voorbeeldplaatje met alleen water ook al op de bodem gelegen.
 
 

Jonathanlaarmans123 schreef:  omdat de rho bal > rho water 

da's niet waar, anders had het balletje in het voorbeeldplaatje met alleen water ook al op de bodem gelegen.

ah nee oeps ik bedoelde het omgekeerd , rho water is groter dan rho bal omdat de bal bij het eerste situatie op het water drijft => FA>Fz => rho water > rho voorwerp

kijken we goed naar C, en vergelijken we met het linkse voorbeeldplaatje: is het logisch dat het balletje even diep in het water drijft, of er nou lucht boven het wateroppervlak staat (linkse voorbeeldplaatje), of olie (optie C)? 

neen dat is inderdaad niet logisch, nu hebben we dus alleen de 2 twee overige keuzes..

en welke van die twee wordt het, en waarom? 

Ik weet dat de archimedes kracht toeneemt wanneer we olie erbij gieten waardoor de bal stijgt tegenover de scheidingsoppervlakL
Maar hoe hoog stijgt de bal?

Jonathanlaarmans123 schreef: Ik weet dat de archimedes kracht toeneemt wanneer we olie erbij gieten waardoor de bal stijgt tegenover de scheidingsoppervlak.

Maar hoe hoog stijgt de bal?

 
dát is nou een goeie vraag. 
En daarmee is gelijk deze hele vraag gediskwalificeerd, want er is een limietgeval waarbij A ook mogelijk is: namelijk als het balletje een dichtheid heeft die maar een fractie groter is dan die van olie. Dan is op deze tekening niet meer te onderscheiden of dat balletje nog een heel klein beetje in het water zit of niet.
   
maar goed, dat is dus een limietgeval. Welk antwoord is dus het beste want het waarschijnlijkste (want dat is dan bij meerkeuze de overweging die je moet maken) ? 

Ja, B is het antwoord
Dankun Jan!

Ik zou inderdaad ook zeggen dat C om die reden afvalt, maar alleen vanwege de gelijke hoogte met het voorbeeld erboven. Zonder de getekende situatie met water en lucht zou je m.i. optie C niet kunnen uitsluiten.